Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
- De man in persoon, bijgestaan door mr. Lunshof voornoemd,
- De vrouw in persoon, bijgestaan door mr. Hoogland voornoemd.
1.De uitgangspunten
2.De gronden van de beslissing
De man heeft tijdens de zitting verklaard dat uit productie 5 bij dagvaarding blijkt dat de saldi van de bankrekeningen die per peildatum op zijn naam staan in totaal € 2.800,- bedragen. Op grond van de beschikking is de vrouw € 4.215,11( € 8.430,22 / 2) aan de man verschuldigd. De man is op zijn beurt € 1.400,- (€ 2.800,- / 2) aan de vrouw verschuldigd. De vrouw moet € 2.815,11 (€ 4.215,11 – € 1.400,-) aan de man betalen.
De termijn voor de betaling door de vrouw zal worden bepaald op drie maanden. De voorzieningenrechter meent dat deze termijn vanwege de financiële positie van de vrouw redelijk is.
3.De beslissing
656,00