ECLI:NL:RBNHO:2021:12361

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 december 2021
Publicatiedatum
6 januari 2022
Zaaknummer
C/15/322858 / KG ZA 21-635
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van exclusief gebruik van de woning in kort geding

In deze zaak, die diende als kort geding, heeft de voorzieningenrechter op 29 december 2021 uitspraak gedaan over de vordering van de vrouw tot exclusief gebruik van de woning. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. S. Tromp, had de man, die niet verschenen was, aangeklaagd. De procedure begon met een dagvaarding op 13 december 2021, gevolgd door een aanvulling van de eis op 17 december 2021. Op 20 december 2021 werd er een regeling getroffen tussen partijen, waarbij de man instemde met het exclusieve gebruik van de woning door de vrouw en zich verplichtte om de woning uiterlijk op 15 januari 2022 te verlaten.

De mondelinge behandeling vond plaats via Teams, waarbij alleen de advocaat van de vrouw aanwezig was. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van de vrouw beoordeeld en deze niet onrechtmatig of ongegrond bevonden. De rechter heeft rekening gehouden met de afspraken die partijen onderling hadden gemaakt, waaronder de verplichting van de man om de inboedelgoederen te verhuizen en reparaties in de woning uit te voeren.

In de beslissing heeft de voorzieningenrechter bepaald dat de vrouw het exclusief gebruik van de woning toekomt, dat de man de woning moet verlaten en zich per 15 januari 2022 moet uitschrijven van het adres. Tevens is het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard en zijn de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rolnummer: C/15/322858 / KG ZA 21-635
Vonnis in kort geding van 29 december 2021
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. S. Tromp te Hoorn Nh,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. R. Bleijendaal te Heerhugowaard,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna de vrouw en de man worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 13 december 2021, met één productie;
  • de brief van 17 december 2021 van mr. Tromp voornoemd, waarin de oorspronkelijke eis wordt aangevuld;
  • de fax van 20 december 2021 van mr. Tromp voornoemd waarin zij meedeelt dat partijen een regeling hebben getroffen, met het verzoek aan de rechtbank om deze regeling in een proces-verbaal vast te leggen; in het faxbericht wordt vermeld dat de man instemt met het exclusieve gebruik van de vrouw van de woning gelegen aan de [adres] te [postcode] [plaats] (hierna: de woning) en dat hij de woning uiterlijk per 15 januari 2022 zal verlaten. De man zal zich per die datum ook van het adres van de woning laten uitschrijven en de sleutels van de woning aan de vrouw afgeven;
  • het e-mailverkeer tussen partijen en de griffie van deze rechtbank op 20 december 2021 (waarin de rechtbank meedeelt dat een proces-verbaal uitsluitend kan worden opgemaakt indien er een ‘lopende’ zaak is);
  • de oproep van de rechtbank aan partijen om te verschijnen op het oorspronkelijk vastgestelde tijdstip van de mondelinge behandeling op 21 december 2021. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden via Teams. Alleen mr. Westenberg, kantoorgenoot van mr. Tromp voornoemd, is namens de vrouw verschenen,
  • het tijdens de behandeling tegen de man verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
De vorderingen komen de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zijn toewijsbaar. In de beslissing zal de voorzieningenrechter echter rekening houden met wat partijen onderling inmiddels hebben afgesproken. Deze afspraken komen erop neer dat de man uiterlijk op 15 januari 2022 de aan hem toekomende inboedelgoederen zal hebben verhuisd en zal hebben zorggedragen voor een aantal reparaties in de woning.
De overige afspraken zien op het verblijf van de man in de woning tijdens de feestdagen.
2.2.
Gelet op het feit dat partijen een affectieve relatie hebben gehad, zullen de proceskosten zoals te doen gebruikelijk worden gecompenseerd. Dit betekent dat iedere partij de eigen kosten betaalt.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
bepaalt dat de vrouw het exclusief gebruik van de woning gelegen aan de [adres] te [postcode] [plaats] toekomt;
uiterlijk op 15 januari 2022dient de man de woning te verlaten en niet meer naar de woning terug te keren.
3.2.
bepaalt dat de man zich per 15 januari 2022 zal laten uitschrijven van het adres van de hiervoor onder 3.1 genoemde woning en de sleutels van die woning aan de vrouw zal afgeven,
3.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.4.
compenseert de kosten van het geding aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt,
3.5.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.J. Saarloos, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 29 december 2021. [1]

Voetnoten

1.type: IK