Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 13 december 2021, met één productie;
- de brief van 17 december 2021 van mr. Tromp voornoemd, waarin de oorspronkelijke eis wordt aangevuld;
- de fax van 20 december 2021 van mr. Tromp voornoemd waarin zij meedeelt dat partijen een regeling hebben getroffen, met het verzoek aan de rechtbank om deze regeling in een proces-verbaal vast te leggen; in het faxbericht wordt vermeld dat de man instemt met het exclusieve gebruik van de vrouw van de woning gelegen aan de [adres] te [postcode] [plaats] (hierna: de woning) en dat hij de woning uiterlijk per 15 januari 2022 zal verlaten. De man zal zich per die datum ook van het adres van de woning laten uitschrijven en de sleutels van de woning aan de vrouw afgeven;
- het e-mailverkeer tussen partijen en de griffie van deze rechtbank op 20 december 2021 (waarin de rechtbank meedeelt dat een proces-verbaal uitsluitend kan worden opgemaakt indien er een ‘lopende’ zaak is);
- de oproep van de rechtbank aan partijen om te verschijnen op het oorspronkelijk vastgestelde tijdstip van de mondelinge behandeling op 21 december 2021. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden via Teams. Alleen mr. Westenberg, kantoorgenoot van mr. Tromp voornoemd, is namens de vrouw verschenen,
- het tijdens de behandeling tegen de man verleende verstek.
2.De beoordeling
3.De beslissing
uiterlijk op 15 januari 2022dient de man de woning te verlaten en niet meer naar de woning terug te keren.