Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[rechthebbende], wonende te [woonplaats 2]
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
4.Het verweer en de tegenvordering
5.De beoordeling
“Ik wil verder geen aangifte doen en trek deze in. Het is opgelost zo”.Dat [rechthebbende] vervolgens weer op 17 maart 2021 aangifte heeft gedaan van goederen die hij in de loop van tijd alsnog miste, doet hieraan niet af. Bovendien heeft het Openbaar Ministerie bij brief van 24 juni 2021 beslist om de zaak tegen [eiseres] te seponeren vanwege een gebrek aan bewijs. Het beroep op verrekening kan dan ook niet slagen.
6.De beslissing
griffierecht € 85,00
salaris gemachtigde € 248,00 ;