ECLI:NL:RBNHO:2021:12397
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Nakoming koopovereenkomst perceel grond en woning met ontbindende voorwaarde
In deze zaak gaat het om de nakoming van een koopovereenkomst tussen [eiser] en [gedaagde] voor een perceel grond met woning. De overeenkomst bevatte een ontbindende voorwaarde die inhield dat [gedaagde] de koop kon ontbinden indien hij geen vergunning van de gemeente zou krijgen voor het bouwen van een mantelzorgwoning. Op 11 december 2020 werd de koopovereenkomst gesloten, maar op 7 januari 2021 heeft [gedaagde] per e-mail aan de makelaar van [eiser] laten weten dat hij van de koop afzag omdat hij geen vergunning kon krijgen. [eiser] heeft vervolgens de koopovereenkomst ontbonden en vorderde een boete van [gedaagde] op grond van de overeenkomst.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat [gedaagde] terecht een beroep heeft gedaan op de ontbindende voorwaarde. De rechter oordeelde dat [gedaagde] voldoende had aangetoond dat hij niet aan de voorwaarden voldeed om een vergunning te verkrijgen, en dat hij tijdig de makelaar op de hoogte had gesteld van zijn beslissing om van de koop af te zien. Hierdoor was [gedaagde] geen boete verschuldigd en werd de vordering van [eiser] afgewezen. De proceskosten werden voor rekening van [eiser] gesteld, omdat hij ongelijk kreeg in deze procedure.