Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 28 januari 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene voor het overtreden van een geslotenverklaring. De betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De zaak werd behandeld op 18 januari 2022, waarbij de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was via een digitale verbinding, terwijl de gemachtigde van de betrokkene niet verscheen. De officier van justitie handhaafde zijn standpunt en verwees naar de schouwrapporten en de foto van de gedraging, die volgens hem voldoende duidelijk was.
De kantonrechter overwoog dat de gedraging bestond uit het handelen in strijd met de geslotenverklaring op een weg die bestemd is voor bepaalde categorie voertuigen. De gemachtigde van de betrokkene voerde aan dat de foto niet voldeed aan het Beleidskader, omdat de contouren van het voertuig niet duidelijk zichtbaar zouden zijn. De kantonrechter oordeelde echter dat de foto voldoende informatie bood om de gedraging vast te stellen.
Daarnaast werd door de gemachtigde van de betrokkene aangevoerd dat er meerdere boetes waren opgelegd binnen korte tijd, en verzocht om matiging van de boetes. De kantonrechter merkte op dat de standaardmatige matiging zoals eerder toegepast, niet meer in lijn was met de huidige omstandigheden en dat elke zaak individueel beoordeeld moest worden. Uiteindelijk concludeerde de kantonrechter dat er geen reden was voor matiging en dat het beroep ongegrond werd verklaard. De kantonrechter wees ook het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat het beroep ongegrond was verklaard.