In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Noord-Holland, hebben eisers [eiser 1] en [eiser 2] een vordering ingesteld tegen de besloten vennootschappen Mosch Holding en Anzelhoef Beheer. De vordering betreft schadevergoeding wegens een vermeende oneerlijke verdeling van boekingen van vakantiewoningen. De rechtbank heeft eerder, op 4 maart 2020, een tussenvonnis gewezen waarin Anzelhoef Beheer werd veroordeeld om bepaalde informatie te verstrekken aan de eisers. De eisers stelden dat de ontvangen informatie ontoereikend was om te beoordelen of de verdeling van de verhuuraanvragen correct was verlopen. Ze voerden aan dat Mosch Holding en Anzelhoef Beheer informatie hadden achtergehouden die noodzakelijk was voor hun vordering.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat Anzelhoef Beheer voldoende informatie heeft verstrekt en dat de eisers niet hebben aangetoond dat zij structureel of onevenredig benadeeld zijn. De rechtbank oordeelde dat een eerlijke verdeling van verhuuraanvragen niet betekent dat elke vakantievilla een gelijke verhuuromzet genereert. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een toerekenbare tekortkoming of onrechtmatig handelen van de gedaagden, en wees de vordering tot schadevergoeding af. Tevens werden de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.