De kantonrechter is van oordeel dat het bewijs van de stellingen van [verzoekster] nog niet volgt uit hetgeen zij aan stukken in het geding heeft gebracht. De kantonrechter licht dit als volgt toe.
De door [verzoekster] overgelegde verklaring, die door haar advocaat is getypt, en het proces-verbaal van aangifte bij de politie zijn onvoldoende om als bewijs te dienen aangezien deze stukken enkel weergeven hoe [verzoekster] het gebeurde op 17 januari 2020 heeft beleefd, zonder dat er ondersteunend bewijs door [verzoekster] is overgelegd.
De door [verzoekster] ingediende stukken van neurochirurg E. Delwel en van de medisch adviseur F.B. Schade (hierna: Schade) van 16 juni 2020 en 5 augustus 2020, zien met name op het tijdsverlies dat is opgetreden na de hersenbloeding en de diagnose door een medisch specialist, terwijl niet duidelijk is of [verweerder] nog in de woning van [verzoekster] was op het moment dat zij een hersenbloeding kreeg. De stelling van Schade in de brief van 1 december 2020 dat de bij [verzoekster] geconstateerde PTSS zijn inziens het uitsluitende gevolg is van het in hulpeloze toestand achterlaten, kan, zonder verdere onderbouwing die ontbreekt, eveneens niet tot bewijs dienen.
Ook het rapport van de Klinisch psycholoog/ psychotherapeut E.M. Verhees met als intakedatum 3 november 2020, levert geen bewijs voor wat zich in de woning van [verzoekster] heeft voorgedaan op 17 januari 2020 aangezien dit rapport diende voor een intake en indicatiestelling en het opstellen van een behandelplan voor [verzoekster] .
De appberichten overgelegd als productie 14 kunnen niet tot bewijs dienen aangezien uit deze berichten, met uitzondering van de berichten op de derde pagina, niet blijkt wanneer deze zijn verzonden. Uit de berichten op de derde pagina die zijn gedateerd op 8 februari 2020 kan de kantonrechter geen bewijs voor de stellingen van [verzoekster] afleiden.
Tot slot kunnen ook de stukken die als productie 12 namens [verzoekster] zijn ingediend, betreffende de gezondheidssituatie van [verzoekster] op 17 januari 2020 nadat zij door ambulancepersoneel/ een trauma-arts is onderzocht, niet tot bewijs dienen aangezien daaruit niet blijkt wat zich op 17 januari 2020 in de woning van [verzoekster] heeft afgespeeld.