ECLI:NL:RBNHO:2021:1396

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 februari 2021
Publicatiedatum
18 februari 2021
Zaaknummer
C/15/308354 / JU RK 20-1954
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Korte verlenging machtiging gesloten jeugdhulp na vertraging traject buiten de schuld van de minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter op 4 februari 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van een machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige, geboren op [geboortedatum] te [plaats]. De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor de duur van twee maanden, van 10 februari 2021 tot 10 april 2021. De zaak betreft een verzoek van De Jeugd- & Gezinsbeschermers, de gecertificeerde instelling, die betrokken is bij de jeugdhulpverlening aan de minderjarige. De minderjarige verblijft momenteel bij Horizon, locatie Antonius, te Castricum, en heeft in de afgelopen maanden vooruitgang geboekt in haar ontwikkeling. Er zijn echter zorgen over de vertraging in de (trauma)behandeling, die nog niet is gestart, en de noodzaak van een intensieve ambulante begeleiding om de overgang naar een volledige thuisplaatsing bij de vader te ondersteunen.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige, ondanks de vertraging in de behandeling, gemotiveerd is om te werken aan haar doelen en dat er een positieve ontwikkeling gaande is. De kinderrechter heeft de belangen van de minderjarige afgewogen tegen de noodzaak van de gesloten jeugdhulp en geconcludeerd dat de verlenging van de machtiging noodzakelijk is om de ontwikkeling van de minderjarige te waarborgen en om te voorkomen dat zij zich aan de jeugdhulp onttrekt. De kinderrechter heeft de overige verzoeken van de GI afgewezen, maar benadrukt het belang van zorgvuldigheid en het tijdig regelen van de benodigde ondersteuning voor de minderjarige.

De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 10 februari 2021. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie & Jeugd
Zittingsplaats: Alkmaar
IMS
Zaakgegevens : C/15/308354 / JU RK 20-1954
datum uitspraak: 4 februari 2021

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van
de gecertificeerde instelling
De Jeugd- & Gezinsbeschermers, hierna te noemen de GI,
gevestigd te Alkmaar,
betreffende
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [plaats] , hierna ook te noemen de minderjarige of [de minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de moeder] , hierna te noemen de moeder,

wonende te [plaats] ,

[de vader] , hierna te noemen de vader,

wonende te [plaats] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de eerdere beschikking d.d. 29 oktober 2020, waarbij het verzoek is verleend voor de duur van drie maanden en de beslissing ten aanzien van de overige verzochte drie maanden is aangehouden in afwachting van bericht van de GI;
- op 19 januari 2021 is die informatie van de GI bij de griffie ingekomen;
- de verklaring waaruit blijkt dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder d.d. 19 januari 2021;
- de instemmingsverklaring van de gekwalificeerde gedragswetenschapper d.d. 2 oktober 2020.
Op 4 februari 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [vertegenwoordiger van de GI] , namens de GI,
  • de minderjarige, bijgestaan door mr. E.M. Diesfeldt,
  • [de JIM] , de JIM (Jouw Ingebrachte Mentor) van [de minderjarige]
- de vader.
De minderjarige is, bijgestaan door mr. E.M. Diesfeldt, ook afzonderlijk gehoord.
Opgeroepen en niet verschenen, met afbericht, is de moeder.

De feiten

Het ouderlijk gezag over de minderjarige wordt uitgeoefend door beide ouders.
De minderjarige verblijft bij Horizon, locatie Antonius, te Castricum.
Bij beschikking van 29 oktober 2020 is de ondertoezichtstelling van de minderjarige verlengd tot 20 november 2021.
Bij beschikking van 29 oktober 2020 is tevens een machtiging gesloten jeugdhulp verleend tot 10 februari 2021.

Het verzoek

Het nog resterende gedeelte van het verzoek van de GI betreft een machtiging om de minderjarige in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van drie maanden.
In de afgelopen maanden heeft [de minderjarige] vooruitgang laten zien en heeft ze zich goed aan de (verlof)afspraken en de regels op de groep gehouden. Helaas is de (trauma)behandeling nog niet gestart, terwijl [de minderjarige] daarvoor wel gemotiveerd was. Doordat het zo lang duurt, is [de minderjarige] minder gemotiveerd geraakt. Dat is begrijpelijk, maar inmiddels kan de Opvoedpoli starten en de GI hoopt toch dat [de minderjarige] in ieder geval kennis wil maken met de therapeut. Die therapie zou [de minderjarige] namelijk kunnen helpen om meer zelfvertrouwen te krijgen en een positiever zelfbeeld en met name ook zorgen voor meer weerbaarheid tegen negatieve externe beïnvloeding. [de minderjarige] kan daarmee starten vanuit Castricum en de therapie voortzetten in [plaats] , als ze daar weer volledig woont.
Het verlof naar huis is in korte tijd snel uitgebreid en dat verloopt goed. De samenwerking tussen de GI, [de minderjarige] en de vader en zijn partner verloopt goed. Omdat er voor de overgangsfase naar huis geen open plek beschikbaar bleek te zijn, is besloten om in fase 2 van de methodiek rechtstreeks vanuit de geslotenheid naar huis toe te werken. Dat betreft een zeer intensief ambulant traject, waarbij er een paar dagen ambulante ondersteuning thuis wordt ingezet. De mentor van [de minderjarige] uit Horizon zal die hulp leveren. Het is van belang dat de vader en zijn partner goed worden voorbereid op deze nieuwe fase. De ambulante hulp moet nog wel (financieel) geregeld worden door Horizon. Ook de dagbesteding, het school/werk-traject, dient nog goed op poten te worden gezet.
[de minderjarige] stelt samen met haar mentor een plan op voor de periode tot september 2021, de start van het nieuwe schooljaar. Daarna kan [de minderjarige] , naar alle waarschijnlijkheid, starten op het [naam school] niveau 1. In het traject van de komende maanden zal [de minderjarige] ook worden voorbereid op het weer naar school gaan. Verder is het belangrijk dat [de minderjarige] nog kan werken aan een aantal doelen voordat ze weer volledig thuis woont. Hoe om te gaan met het gebruik van telefoon en sociale media. Er zijn nog wat zorgen over contacten uit het oude netwerk van [de minderjarige] . Belangrijk onderwerp daarbij is het aangaan en onderhouden van vriendschappen en de invloed die vrienden zowel positief als negatief op haar kunnen hebben.

De standpunten

[de minderjarige]kan zich vinden in een verlenging van twee maanden. Dat zou genoeg moeten zijn om te regelen wat nog geregeld dient te worden, voordat ze weer volledig naar huis kan. Het gaat nog om twee dingen: de inzet van ambulante hulp, waarvoor inmiddels duidelijk is dat haar mentor vanuit Horizon haar gaat begeleiden, en haar dagbesteding. [de minderjarige] wil naar het [naam school] [plaats] , de opleiding verzorging. Daar kan zij per september 2021 starten. Tot die tijd zal zij gaan werken. Zij heeft zelf al een baan geregeld als kassamedewerker bij de [naam supermarkt] in [plaats] en daar kan zij deze week al starten op vrijdag, zaterdag, zondag of maandag. Dat zijn de dagen die zij al bij haar vader verblijft en als ze vaker thuis is, kan ze daar meer dagen gaan werken. Haar is beloofd dat zodra ze werk heeft geregeld, dat ze dan naar huis mag. Zij is nu al vijf maanden in Horizon en heeft haar doelen behaald. Alles gaat goed, ook het verlof. Met de moeder heeft [de minderjarige] nauwelijks tot geen contact meer. Voor wat betreft de therapie vanuit de Opvoedpoli, waarmee ze nu alsnog zou kunnen starten, die vindt zij zelf niet meer nodig. Zij kijkt ook liever vooruit, dan dat zij steeds weer met het verleden wordt geconfronteerd. Zij is desondanks wel bereid om kennis te maken met de therapeut.
Mr. Diesfeldtdenkt ook dat twee maanden zou genoeg moeten zijn om ervoor te zorgen dat de dagbesteding en de ambulante hulpverlening goed geregeld zijn. Het heeft al lang genoeg geduurd voor [de minderjarige] . Zij heeft een enorme inspanning geleverd en de doelen behaald. [de minderjarige] zou daarvoor beloond moeten worden en niet langer in Horizon moeten blijven dan noodzakelijk is.
[de JIM]vindt dat [de minderjarige] het heel goed doet. Hij begrijpt dat [de minderjarige] twee maanden verlenging genoeg vindt. Horizon heeft veel steken laten vallen. Dat er nog steeds geen behandeling is gestart, ligt ook niet aan [de minderjarige] . Zij heeft ontzettend haar best gedaan en gelukkig is er een positieve ontwikkeling in gang gezet bij [de minderjarige] . Zij gaat steeds vaker met verlof naar haar vader en dat verloopt ook goed. Voor een volledige thuisplaatsing moet de dagbesteding en de ambulante hulpverlening zijn geregeld en dat is, ondanks dat duidelijk is wát er geregeld moet worden, nog steeds niet in orde gemaakt door Horizon. Daarvoor zou twee maanden echt genoeg moeten zijn voor Horizon. In de afgelopen maanden hebben hij en de GI al veelvuldig contact moeten opnemen met Horizon om voor elkaar te krijgen dat de zaken die geregeld moeten worden, ook daadwerkelijk geregeld worden. Soms lijkt het alsof hij aan de (steeds wisselende) medewerkers van Horizon moet uitleggen dát en hoe iets geregeld dient te worden.
De vaderheeft alle vertrouwen in [de minderjarige] en ook dat zij er aan toe is om weer volledig thuis te wonen over twee maanden. Ook voor hem en zijn partner zijn twee maanden genoeg ter voorbereiding daarop. Het is daarvoor echter wel noodzakelijk dat de dagbesteding van [de minderjarige] goed is geregeld en daar is hij nog niet helemaal gerust over. Gelet op het verloop van de afgelopen periode binnen Horizon, waarbij de zaken die geregeld moesten worden voor [de minderjarige] , niet altijd adequaat zijn geregeld. Als er om die reden voor de zekerheid beter nog een machtiging voor drie maanden kan worden verleend, dan kan hij zich daar ook in vinden.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
De kinderrechter is, gelet op alle feiten en omstandigheden, van oordeel dat aan de voornoemde gronden is voldaan en neemt hierbij het volgende in overweging.
In de afgelopen periode heeft [de minderjarige] een positieve ontwikkeling doorgemaakt. Het perspectief van [de minderjarige] is inmiddels duidelijk. Er wordt toegewerkt naar volledige thuisplaatsing bij de vader. Omdat er geen passende “open” plek beschikbaar is voor [de minderjarige] , is besloten dat zij direct vanuit Horizon zal toewerken naar huis. In de komende periode zal het verlof van [de minderjarige] steeds meer worden uitgebreid en zal zij vaker en langer bij de vader zijn en kan zij steeds meer wennen aan het weer thuis wonen en aan het werken. Daarvoor zal vanuit Horizon intensieve ambulante begeleiding worden ingezet. De huidige mentor van [de minderjarige] zal die ondersteuning gaan bieden.
De komende maanden nog verder gewerkt worden aan het omgaan met het gebruik van de telefoon en de sociale media. Tevens dienen de vader en zijn partner (verder) te worden voorbereid op de inhoud van het vervolgprogramma.
Inmiddels kan [de minderjarige] ook starten met de behandeling bij de Opvoedpoli. [de minderjarige] heeft aangegeven bereid te zijn om kennis te gaan maken met de therapeut, ondanks dat ze ondertussen minder gemotiveerd is geraakt voor de behandeling, doordat het zo lang heeft geduurd. De gesprekken bij de Opvoedpoli zijn belangrijk voor [de minderjarige] , doordat deze haar kunnen helpen om meer zelfvertrouwen en een positiever zelfbeeld te krijgen en met name ook kunnen zorgen voor meer weerbaarheid tegen negatieve externe beïnvloeding. Dat is ook van belang, omdat er nog wat zorgen zijn over contacten uit het oude netwerk van [de minderjarige] .
Gebleken is dat Horizon de volgende zaken nog (financieel) dient te regelen:
  • Intensieve Ambulante Hulpverlening thuis in verband met fase 2 van de methodiek;
  • Scholingstraject/ dagbesteding van [de minderjarige] .
De GI heeft aangegeven dat een termijn van twee maanden op zich voldoende tijd is om de bovengenoemde twee onderwerpen te regelen. Echter, omdat in de afgelopen periode is gebleken dat Horizon meer tijd nodig lijkt te hebben om bepaalde zaken te regelen, heeft de GI toch om drie maanden verzocht, om er zeker van te zijn dat de zaken voor [de minderjarige] in orde zijn gemaakt, als de machtiging afloopt. Hoewel de kinderrechter met de GI van oordeel is dat zorgvuldigheid geboden is en een weloverwogen besluit genomen dient te worden, acht zij het, van groot belang dat thans op een zo kort mogelijke termijn een en ander wordt geregeld. Het is duidelijk wát er nog geregeld dient te worden en een periode van twee maanden is daarvoor een haalbare en redelijke termijn. [de minderjarige] heeft in de afgelopen maanden een enorme inzet getoond, met als resultaat dat ze zich positief is blijven ontwikkelen. Om die stijgende lijn vast te kunnen houden, is het belangrijk dat ze gemotiveerd blijft. Haar traject heeft buiten haar schuld om vertraging opgelopen.
De kinderrechter zal, gelet op alle feiten en omstandigheden, de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de duur van
twee maandenen het verzoek voor het overige afwijzen.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp ten aanzien van de minderjarige:
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
met ingang van 10 februari 2021 tot uiterlijk 10 april 2021;
wijst af het overig verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.S. van Leeuwen, kinderrechter, in tegenwoordigheid van de griffier en in het openbaar uitgesproken op 4 februari 2021.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 10 februari 2021.
Bij ontstentenis van de griffier,
alleen getekend door de rechter.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Amsterdam