ECLI:NL:RBNHO:2021:1417
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verrekening van kinderbijdrage en overbedelingsschuld in familierechtelijke procedure
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 17 februari 2021 uitspraak gedaan in een familierechtelijke procedure tussen een vrouw en een man, die samen drie minderjarigen hebben. De vrouw verzocht om een kinderbijdrage van de man over verschillende periodes, terwijl de man verzocht om de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek of het verzoek af te wijzen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de afspraak tussen partijen over de verrekening van de overbedelingsschuld van de vrouw aan de man van € 27.767,50 met de door de man aan de vrouw verschuldigde kinderbijdrage nietig is. De rechtbank kon niet vaststellen of het bedrag van € 27.767,50 in overeenstemming was met de wettelijke maatstaven voor kinderbijdrage. De rechtbank heeft geoordeeld dat de kinderbijdrage die de man aan de vrouw dient te voldoen, kan worden verrekend met de vordering van de man op de vrouw in verband met de overbedeling. De rechtbank heeft de hoogte van de kinderbijdrage vastgesteld op € 59,00 per kind per maand voor de periode van 1 april 2017 tot 1 april 2020, € 170,00 per kind per maand voor de maanden april 2020 tot en met juni 2020, en € 167,00 per kind per maand met ingang van 1 juli 2020. Voor de minderjarige [minderjarige 1] is de bijdrage vastgesteld op € 106,00 per maand met ingang van 1 april 2020. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte afgewezen.