Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een ander) wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- (een) gebruikersna(a)m(en) en/of wachtwoord(en) van (Mijn) ING en/of
- (een) betaalpasgegeven(s) en/of rekeningnummer(s) en/of
- (een) geboortedat(um)(a) en/of
- (een) telefoonnummer(s) en/of huisnummers(s) en/of
- (een) TAN- en/of activeringscode(s) en/of
- het bevestigen van (een) inlogsessie(s) en/of (geld)transactie(s) en/of (geld)overboeking(en),
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
(telkens) opzettelijk en wederrechtelijk in (een) geautomatiseerd(e) werk(en) en/of in een de(e)l(en) daarvan is binnengedrongen,
te weten (telkens):
- verdachte en/of medeverdachte [medeverdachte] en/of uit (een) onbekend gebleven perso(o)n(en),
welke organisatie (telkens) tot oogmerk had/heeft het plegen van misdrijven, namelijk: de/het misdrijf/misdrijven als omschreven in artikel 326 (oplichting) en/of artikel 138ab (computervredebreuk) en/of artikel 310 (diefstal) en/of artikel 420bis/ter (gewoonte)witwassen en/of artikel 350a (aantasting/manipulatie computergegevens) en/of artikel 232 lid 2 (gebruik valse of vervalste betaalpas, waardekaart e.d.).
2. Voorvragen
3.Inleiding
3.Beoordeling van het bewijs
telkens tezamen en in vereniging met een of meer anderen, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
een aantal personen, te weten - onder meer - :
- (een) gebruikersna(a)m(en) en/of wachtwoord(en) van (Mijn) ING en/of
- (een) betaalpasgegeven(s) en/of rekeningnummer(s) en/of
- (een) geboortedat(um)(a) en/of
- (een) telefoonnummer(s) en/of huisnummers(s) en/of
- (een) TAN- en/of activeringscode(s) en/of
- het bevestigen van (een) inlogsessie(s) en/of (geld)transactie(s) en/of (geld)overboeking(en),
telkens tezamen en in vereniging met een of meer ander(en),
telkens opzettelijk en wederrechtelijk in geautomatiseerde werken en/of in delen daarvan is binnengedrongen,
te weten telkens:
- verdachte en medeverdachte [medeverdachte] en uit (een) onbekend gebleven perso(o)n(en),
welke organisatie tot oogmerk had/heeft het plegen van misdrijven, namelijk: de misdrijven als omschreven in artikel 326 (oplichting) en artikel 138ab (computervredebreuk) en artikel 310 (diefstal).
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sancties en de maatregel
- de onder 18 genoemde IPhone en de onder 19 genoemde Lenovo laptop verbeurd zullen worden verklaard, omdat de feiten ermee zijn gepleegd.
- de onder 20, 21, 22, 23 genoemde verdovende middelen zullen worden onttrokken aan het verkeer dan wel verbeurd zullen worden verklaard;
- de onder 1, 2, 4, 12 en 14 genoemde identiteitsdocumenten zullen worden teruggegeven aan de rechtmatige eigenaar;
- en de onder 3, 5, 6, 7, en 13 op de beslaglijst genoemde kledingstukken, de onder 8, 10 en 16 genoemde de HP laptops, de onder 15 genoemde tablet, de onder 17 genoemde GSM en de onder 9 en 11 genoemde Apple computers aan de verdachte zullen worden teruggegeven.
7.Bijkomende straf
8.Vermogensmaatregel
10.Vorderingen benadeelde partijen
ING Bank N.V.heeft een vordering tot schadevergoeding van € 32.950,43 ingediend tegen de verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit vergoeding van gestolen geld van bankrekeningen van klanten en onderzoekskosten van ING.
International Card Servicesheeft een vordering tot schadevergoeding van € 8.572,00 ingediend tegen de verdachte wegens materiële schade die dit bedrijf als gevolg van de onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden.
[slachtoffer 1](zaaksdossier 4) heeft een vordering tot schadevergoeding van € 100,- ingediend tegen de verdachte wegens immateriële schade die zij als gevolg van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden. Van de in art 6:106, aanhef en onder b BW bedoelde aantasting in de persoon “op andere wijze” is in elk geval sprake indien de benadeelde partij geestelijk letsel heeft opgelopen. Daartoe is vereist dat naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel kan worden vastgesteld. Niet is gebleken dat de benadeelde partij in behandeling is bij een psycholoog en evenmin dat zij is gediagnosticeerd met een in de psychiatrie erkend ziektebeeld. Ook als het bestaan van geestelijk letsel in voornoemde zin niet kan worden aangenomen, is echter niet uitgesloten dat de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor de benadeelde, meebrengen dat van de in voornoemd artikel bedoelde aantasting in zijn persoon “op andere wijze” sprake is. In zo een geval zal degene die zich hierop beroept de aantasting in zijn persoon ook met concrete gegevens moeten onderbouwen. Dat zij zegt bang en nerveus te zijn en met tabletten te slapen sinds het strafbare feit is- gelet op het juridisch kader- hoe invoelbaar ook- ontoereikend om te kunnen spreken van een aantasting in de persoon ‘op andere wijze’.
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
20 maanden.
€ 19.587,04bestaande uit materiële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 februari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, aan ING Bank N.V., voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een (van de) medeverdachte(n) is betaald, de verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.