ECLI:NL:RBNHO:2021:1762
Rechtbank Noord-Holland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van onbetaalde facturen na beëindiging samenwerking zonder schriftelijke overeenkomst en verweer op basis van verrekening
In deze zaak heeft eiser, een behandelaar, een vordering ingesteld tegen gedaagde, een besloten vennootschap die een behandel- en revalidatiecentrum exploiteert. Eiser vordert betaling van onbetaalde facturen ter hoogte van € 2.776,95, die betrekking hebben op behandelingen die hij in december 2019 heeft verricht. Eiser stelt dat gedaagde deze facturen niet heeft betaald en dat er een verrekentarief was afgesproken voor de verkoop van supplementen. Gedaagde betwist de vordering en voert aan dat eiser in strijd met de samenwerkingsovereenkomst klanten heeft benaderd, wat schade heeft veroorzaakt. Gedaagde doet een beroep op verrekening van de vordering van eiser met zijn schadeclaims.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen schriftelijke overeenkomst is gesloten tussen partijen en dat de afspraken over de samenwerking mondeling zijn gemaakt. Hierdoor kan het beroep van gedaagde op de samenwerkingsovereenkomst niet slagen. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde de facturen van eiser moet betalen, omdat de vordering van eiser toewijsbaar is en het beroep op verrekening niet slaagt. De kantonrechter wijst de vordering van eiser tot betaling van de facturen toe, evenals de wettelijke rente vanaf 14 februari 2020. De overige vorderingen van eiser worden afgewezen, omdat deze onvoldoende zijn onderbouwd. Gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten.