Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eisers]
1.Inleiding
“aan de derde-beslagene om het verschuldigde en die zaken onder zich te houden op straffe van onwaarde van elke in weerwil van dit beslag gedane betaling of afgifte.”
“aan de derde-beslagene om het verschuldigde en die zaken onder zich te houden op straffe van onwaarde van elke in weerwil van dit beslag gedane betaling of afgifte.”Rabobank heeft zich op basis van dat exploot op het standpunt gesteld dat er eigenbeslag is gelegd en dat ze daarom ook niet tot afdracht over mag gaan.
“Als gerechtsdeurwaarder ben ik onpartijdig. Ik ben verplicht om mijn ministerie te verlenen als ik het verzoek krijg om een beslag te leggen of dat beslag uit te winnen. De op mijn ambt ziende beroeps- en gedragsregels bepalen dat ik de netto-opbrengst van de executie onverwijld moet uitbetalen aan de executant. Ik moet daarbij rekening houden met de gerechtvaardigde belangen van verweerders en derden. In dit geval is het me bekend dat [P] verlof heeft om eigenbeslag te leggen, dit beslag had willen leggen en mogelijk ook meent dat dit beslag (correct) is gelegd. Om die redenen heb ik overwogen om te doen alsof er eigenbeslag is gelegd of om de advocaat van [P] of de door hem ingeschakelde deurwaarder in de gelegenheid te stellen om alsnog eigenbeslag te leggen. Daarmee benadeel ik echter [G] en handel ik jegens hem mogelijk zelfs klachtwaardig en onrechtmatig.”
2.De beoordeling
3.Beslissing
mr. M. Flipse in tegenwoordigheid van de griffier mr. P.L. Ypma op 22 februari 2021. [2]