ECLI:NL:RBNHO:2021:1835

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 januari 2021
Publicatiedatum
8 maart 2021
Zaaknummer
C/15/284507 / HA ZA 19-102
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming deskundige in bouwzaak met betrekking tot herstel van Schipper-puien en schade aan betonvloer

In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, hebben eisers, [eiser 1] en [eiser 2], een vordering ingesteld tegen de besloten vennootschap Veerhuis Bouwsystemen B.V. met betrekking tot schade aan de Schipper-puien en een betonvloer. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 22 juli 2020 eisers bewijs opgedragen van de stelling dat de beschadigingen aan de puien niet zijn hersteld. Eisers hebben bewijsstukken overgelegd, waaronder foto's en een e-mail van Veerhuis, maar de rechtbank oordeelt dat het bewijs voor twee van de drie punten niet is geleverd. Voor het derde punt, de stijl van de schuifpui in de badkamer, heeft Veerhuis erkend dat herstel nog niet heeft plaatsgevonden, en de rechtbank heeft bepaald dat Veerhuis tot herstel zal worden veroordeeld.

Daarnaast heeft de rechtbank overwogen dat het noodzakelijk is om een onafhankelijk deskundige te benoemen om de oorzaak van de lekkages en de problemen met de Tudor-pui te onderzoeken. Partijen hebben ingestemd met de benoeming van één deskundige, en de rechtbank heeft ing. J.C. Kok van Kode Consult benoemd. De deskundige zal vragen beantwoorden over de schade aan de betonvloer en de Tudor-pui, en de rechtbank heeft het voorschot op de kosten van de deskundige vastgesteld op € 5.082 inclusief btw. De rechtbank heeft partijen verplicht om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige en heeft verdere bepalingen gegeven over de procedure.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rolnummer: C/15/284507 / HA ZA 19-102
Vonnis van 20 januari 2021
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

2.
[eiser 2],
beiden wonende te [woonplaats] ,
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. W. de Vis te Alkmaar,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VEERHUIS BOUWSYSTEMEN B.V.,
gevestigd te Volendam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. A. Moret te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eisers] (of [eiser 1] en/of [eiser 2] ) en Veerhuis worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 22 juli 2020;
  • de brief van de griffier van 7 september 2020, waarin staat dat het verzoek van [eisers] om tussentijds hoger beroep te mogen instellen wordt afgewezen;
  • de akte uitlating deskundigenonderzoek van Veerhuis met producties;
  • de akte houdende uitlaten deskundige tevens houdende akte uitlaten bewijs van [eisers] met producties;
- de antwoordakte uitlating bewijs van Veerhuis.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling in conventie

Bewijsopdracht Schipper-puien

2.1.
[eisers] heeft in het tussenvonnis van 22 juli 2020 (hierna: het tussenvonnis) bewijs opgedragen gekregen van zijn stelling dat de in punten 33 tot en met 35 van het proces-verbaal van oplevering genoemde beschadigingen aan de Schipper-puien niet zijn hersteld. Daarbij is bepaald dat [eisers] zich op de rol van 5 augustus 2020 dient uit te laten over de vraag of hij dit bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel en dat [eisers] , als hij geen getuigenbewijs wil leveren maar wel bewijsstukken wil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen.
2.2.
[eisers] heeft op 19 augustus 2020 een akte ingediend met bewijsstukken. Naast een dertiental op 13 augustus 2020 gemaakte foto’s (productie 57) heeft [eisers] een e-mail van (de advocaat van) Veerhuis van 22 juni 2020 overgelegd. Volgens [eisers] blijkt uit deze stukken dat herstel nog niet heeft plaatsgevonden. Op de foto’s zijn namelijk Schipper-puien te zien met duidelijke verfresten en krassen erop en in de e-mail van 22 juni 2020 wordt door Veerhuis zelf bevestigd dat de stijl van de pui nog niet is hersteld en dat deze door Schipper zal worden vervangen, aldus [eisers] .
2.3.
In haar antwoordakte bestrijdt Veerhuis dat [eisers] met de overgelegde stukken het opgedragen bewijs heeft geleverd. Wat de foto’s zeggen over de in punten 33 tot en met 35 genoemde beschadigingen, is volgens Veerhuis immers niet toegelicht. Hoewel Veerhuis in haar antwoordakte erkent dat Schipper bij de bezichtiging op 19 mei 2020 heeft geconstateerd dat punt 35 nog niet is hersteld en de betreffende stijl van de schuifpui van de badkamer zal moeten worden vervangen, stelt Veerhuis zich op het standpunt dat het gevorderde herstel dient te worden afgewezen.
2.4.
De rechtbank roept in herinnering dat bewezen moest worden dat de Schipper-puien op de volgende punten nog niet zijn hersteld:
(33) de beschadiging van de verticale delen van de onderdorpel van de puien;
(34) de deuk in het loopdeel van de schuifpui in de badkamer;
(35) de beschadiging aan de stijl van de schuifpui in de badkamer.
2.5.
Dat herstel van punten 33 en 34 nog moet plaatsvinden, blijkt niet uit de overgelegde foto’s en volgt evenmin uit de e-mail van 22 juni 2020. Hoe dit uit de foto’s en de e-mail van 22 juni 2020 is af te leiden, licht [eisers] in zijn akte ook niet toe. Daarmee acht de rechtbank het met betrekking tot punten 33 en 34 opgedragen bewijs niet geleverd. De vordering strekkende tot herstel van deze punten zal daarom worden afgewezen.
2.6.
Dat geldt niet voor punt 35. Nu Veerhuis heeft erkend dat de stijl van de schuifpui in de badkamer niet is hersteld en deze volgens haar zal moeten worden vervangen, wat ook is af te leiden uit de e-mail van 22 juni 2020, zal Veerhuis tot herstel daarvan (bij eindvonnis) worden veroordeeld. Gelet op de erkenning en de mededeling dat er op korte termijn door Schipper een afspraak zal worden gemaakt met [eisers] gaat de rechtbank er evenwel vanuit dat voor die tijd het herstel al heeft plaatsgevonden. Als dat het geval is, gaat de rechtbank er ook vanuit dat zij daarover door partijen wordt geïnformeerd.
Deskundige
2.7.
De rechtbank heeft in het tussenvonnis overwogen dat zij het geraden acht een onafhankelijk deskundigenbericht in te winnen waarin zij wordt voorgelicht over - kort gezegd - (i) de oorzaak van de lekkages waardoor schade is ontstaan aan de afgewerkte betonvloer op de begane grond en (ii) de oorzaak van de problemen met de Tudor-pui op de eerste verdieping aan de noordzijde van de woning. Daar blijft de rechtbank bij.
2.8.
In het tussenvonnis zijn partijen gevraagd zich uit te laten over het aantal en het specialisme van de te benoemen deskundige(n) en de persoon van de te benoemen deskundige(n). Daarbij is overwogen dat als partijen zich willen uitlaten over de persoon van de te benoemen deskundige(n), zij dienen aan te geven over welke deskundige(n) zij het eens zijn dan wel tegen wie zij gemotiveerd bezwaar hebben. Ook zijn partijen gevraagd zich uit te laten over de hoogte van het voorschot van de deskundige.
2.9.
Partijen hebben in hun akte laten weten dat kan worden volstaan met benoeming van één deskundige. De rechtbank is het daar mee eens.
2.10.
Volgens [eisers] dient de deskundige bouwtechnische kennis te hebben op de gebieden Civiele Techniek, Betononderzoek- en onderhoud, Constructies en Technische Bouwkunde, meer in het bijzonder op het gebied van de installatie en werking van (aluminium)puien c.q. kozijnen en het storten en de werking van betonvloeren. [eisers] heeft geen deskundige voorgesteld noch heeft hij uit eigen beweging aangegeven tegen een bepaald persoon als deskundige bezwaar te hebben.
Wat het voorschot van de deskundige betreft, dient volgens [eisers] gedacht te worden aan een bedrag tussen € 5.000 en € 8.000.
2.11.
Veerhuis heeft in haar akte uitlaten deskundigenonderzoek aangegeven dat zij bouwkundige ir. G.W.N. Jol aan [eisers] als deskundige heeft voorgesteld. Volgens Veerhuis kon [eisers] zich evenwel niet vinden in de benoeming van ir. Jol. Veerhuis heeft in haar akte geen personen genoemd die niet tot deskundige zouden dienen te worden benoemd.
2.12.
De rechtbank heeft bouwdeskundige ing. J.C. Kok - in het LRGD geregistreerd met als vakgebied (onder meer) bouwtechniek, bouwgebreken en vloeren - benaderd. Ing. Kok heeft aangegeven vrij te staan en bereid te zijn om als deskundige op te treden. De rechtbank zal tot zijn benoeming overgaan.
2.13.
Naar aanleiding van de door partijen gemaakte opmerkingen over de aan de deskundige voor te leggen vragen, overweegt de rechtbank als volgt.
2.14.
Dat sprake is geweest van lekkages waardoor schade aan de afgewerkte betonvloer op de begane grond is ontstaan, staat vast (zie 2.10 van het tussenvonnis). [eisers] verzoekt aan de deskundige vragen voor te leggen met betrekking tot de oorzaak van de lekkage(s). Het komt de rechtbank voor dat vragen daarover niet apart opgenomen hoeven te worden, omdat de deskundige zal worden gevraagd naar de oorzaak van de schade aan de betonvloer. De rechtbank acht toevoegingen aan de vraagstelling op dit punt dan ook niet nodig. Daarbij merkt de rechtbank op dat partijen naar aanleiding van het concept rapport nog vragen en of opmerkingen kunnen stellen dan wel maken.
2.15.
In navolging van 2.12 van het tussenvonnis zal de deskundige worden gevraagd zich uit te laten over de vraag of de schade aan de betonvloer op de begane grond slechts kan worden hersteld door de gehele vloer aan te pakken of dat plaatselijk herstel per kamer/ruimte mogelijk is.
2.16.
[eisers] heeft in randnummer 5 (pagina 3 en 4) van zijn akte mogelijke (concrete) oorzaken van deze problemen met de Tudor-pui aangedragen die de deskundige volgens [eisers] in ogenschouw dient te nemen. Omdat de deskundige zal worden gevraagd zich gemotiveerd uit te laten over de oorzaak dan wel oorzaken van het aanlopen van de Tudor-pui op de vloer en het niet goed open en dicht kunnen van de pui, zullen de voorgestelde toevoegingen niet worden opgenomen.
2.17.
Aan de deskundige zullen de in de beslissing vermelde vragen worden gesteld.
2.18.
De deskundige heeft zijn kosten begroot op € 5.082 inclusief btw (28 uur tegen een uurtarief van € 150 exclusief btw). De rechtbank zal de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vaststellen op dit bedrag van € 5.082 inclusief btw, waarmee partijen geacht worden akkoord te zijn. Zoals in 2.16 van het tussenvonnis is overwogen, zal [eisers] de kosten van het voorschot van de deskundige dienen te voldoen.
2.19.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.20.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.
2.21.
De rechtbank ziet geen aanleiding om tussentijds hoger beroep van deze tussenbeslissing toe te staan. Zij zal de beslissing over het voorschot ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad verklaren.
in conventie en in reconventie
2.22.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
in conventie
3.1.
beveelt een onderzoek door de heer ing. J.C. Kok van Kode Consult ter beantwoording van de volgende vragen:
Kunt u iets zeggen over de schade aan de betonvloer op de begane grond? Graag aangeven per kamer/ruimte. Zo ja, kunt u gemotiveerd aangeven waardoor de schade aan de betonvloer ontstaan?
Op welke wijze kan de schade aan de betonvloer worden hersteld? Kunt u gemotiveerd aangeven of plaatselijk herstel per kamer/ruimte mogelijk is of dat de gehele betonvloer dient te worden aangepakt? Wat zijn de daaraan verbonden kosten van herstel?
De Tudor-schuifpui aan de noordzijde op de eerste verdieping van de woning loopt aan op de vloer en kan niet (goed) open en dicht. Wat is (zijn) naar uw oordeel de oorzaak (oorzaken) daarvan? Graag met een motivering hoe u tot deze conclusie bent gekomen.
Kan de Tudor-schuifpui worden hersteld? Zo ja, op welke wijze? Wat zijn de herstelkosten?
Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
3.2.
benoemt tot deskundige:
De heer ing. J.C. Kok
Kode Consult
[adres]
telefoon: [XX]
mobiel: [YY]
www.kodeconsult.nl
e-mailadres:
[ZZ]
het voorschot
3.3.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op het door de deskundige begrote bedrag van € 5.082 inclusief btw,
3.4.
bepaalt dat [eisers] het voorschot dient over te maken
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
3.5.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot,
het onderzoek
3.6.
bepaalt dat [eisers] zijn procesdossier in afschrift aan de deskundige dient te doen toekomen,
3.7.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig dient instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
3.8.
wijst de deskundige er op dat:
  • de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op
  • de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,
  • de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
3.9.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken indien de deskundige daarom vraagt, de deskundige toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek,
het schriftelijk rapport
3.10.
draagt de deskundige op om uiterlijk drie maanden na het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,
3.11.
wijst de deskundige er op dat:
  • uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
  • de deskundige een concept van het rapport aan partijen zal toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop dient te vermelden,
3.12.
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren,
overige bepalingen
3.13.
draagt de griffier op de zaak op een eerdere rol te plaatsen:
  • indien het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating voortprocederen aan beide zijden op een termijn van twee weken of
  • na ontvangst ter griffie van het deskundigenbericht: voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van [eisers] op een termijn van vier weken,
3.14.
verklaart de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad,
in conventie en in reconventie
3.15.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr.drs. J. Blokland en in het openbaar uitgesproken door
mr. A.C. Haverkate, rolrechter, op 20 januari 2021. [1]

Voetnoten

1.type: NMB