ECLI:NL:RBNHO:2021:1873
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- mr. Everaerts
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake illegale bouwwerkzaamheden zonder omgevingsvergunning
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 19 februari 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. H. Elmas, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad, dat hem gelastte om gebouwen die zonder de vereiste omgevingsvergunning waren gebouwd, voor 31 maart 2021 te verwijderen. Dit besluit was genomen op 29 september 2020 en hield tevens in dat bij niet-naleving een dwangsom van € 50.000,- zou worden opgelegd.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er kennelijk geen spoedeisend belang aanwezig was. De rechter overwoog dat de uitvoering van het besluit was opgeschort tot 28 april 2021, zes weken na de beslissing op bezwaar. Hierdoor zou de noodzaak voor een voorlopige voorziening ontbreken, aangezien de gevolgen van het besluit pas na deze termijn voelbaar zouden zijn. Bovendien werd opgemerkt dat de hoorzitting, die aanstaande was, een gelegenheid bood voor verzoeker om zijn standpunt verder toe te lichten.
De voorzieningenrechter benadrukte dat zijn oordeel voorlopig van aard is en niet bindend voor een eventueel bodemgeding. De beslissing om het verzoek af te wijzen werd genomen met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.