Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[bedrijf]
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Hierbij neem ik contact met u op over de overeenkomst die wij gesloten hebben (…). Hierin was afgesproken dat 1) binnen 30 dagen er 5 landingspagina’s zouden worden gecreëerd 2) een link naar adwords zou worden gemaakt.Op 11 februari hebben wij nogmaals contact gehad over onze overeenkomst. De bovengenoemde verplichtingen waren toen nog niet nagekomen (1 landingpagina,) , terwijl ik mijn betaalverplichtingen ben nagekomen. Op 27 februari heb ik een brief verstuurd met een opzegging van de overeenkomst. Naar aanleiding heb ik een rekening binnengekregen, waarna afgesproken was dat de opzegging werd ingetrokken.Op 2 maart 2020 is er nogmaals contact geweest over de tekortkoming in de nakoming: telefonisch en per mail werd medegedeeld dat de nakoming zou volgen in 5 dagen. Tot heden is er nog steeds een tekortkoming in de nakoming van jullie kant: er zijn slechts 2 correcte pagina’s en 1 incorrecte (verkeerde link) in plaats van 5 pagina’s. Ondertussen hebben jullie 3 maanden gehad om nakoming te realiseren.Naar aanleiding hiervan stel ik jullie op de hoogte dat jullie in gebreke zijn van jullie verplichtingen jegens mij (artikel 6:82 BW). Aangezien het hier om een digitale handeling gaat, geef ik jullie 5 dagen na ontvangst van deze berichtgeving om na te komen, dit termijn gelijk aan jullie eerdere belofte. Wanneer de verplichtingen dan niet zijn nagekomen, zijn jullie in verzuim. Dit betekent dat de overeenkomst ontbonden zal worden.”
“Onderwerp: ontbinden overeenkomst(…)Op 3 december 2019 sloot ik met u een overeenkomst (…).Helaas bent u de afspraken die ik met u hebt gemaakt niet (volledig) nagekomen. (…)Derhalve ontbind ik hierbij de overeenkomst(…).
3.De vordering
€ 171,52 en de verschuldigde wettelijke handelsrente die, berekend tot en met 10 augustus 2020, € 30,00 bedraagt.
4.Het verweer en de tegenvordering
Subsidiair stelt [gedaagde] dat de overeenkomst vernietigbaar is. Dat brengt mee dat dat [gedaagde] geen betaling is verschuldigd van het gevorderde factuurbedrag.
primairverklaart voor recht dat de overeenkomst is ontbonden;
subsidiairde overeenkomst tussen partijen op grond van dwaling vernietigt;
primair en subsidiairVandaag Online veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 337,59, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 30 december 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, voorts te vermeerderen met de buitengerechtelijke kosten, de proceskosten en de nakosten.
5.De beoordeling
Vandaag Online heeft één en ander weersproken.
Het mag zo zijn dat [gedaagde] , zoals zij ter zitting heeft aangevoerd, het grootste deel van haar inkomen uit loondienst verkrijgt en de onderneming door haar meer als nevenactiviteit wordt beschouwd, maar dat doet er niet aan af dat zij een onderneming voert en dat onderhavige overeenkomst als een in het kader van die onderneming gesloten zakelijke transactie kan worden beschouwd.
Hetgeen [gedaagde] heeft gesteld over het verloop van het gesprek dat heeft geleid tot de totstandkoming van de overeenkomst, is onvoldoende om een andersluidend oordeel te rechtvaardigen.
6.De beslissing
dagvaarding € 87,99
griffierecht € 499,00
salaris gemachtigde € 374,00;
Dit vonnis is gewezen door mr. S.W.S. Kiliç en bij vervroeging op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.