Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 22 januari 2020,
- de brief van de advocaat van [eiser] van 21 januari 2021, met producties 7 tot en met 10,
- de mondelinge behandeling op 1 februari 2021,
- de ter zitting genomen akte van De Ontvanger, met producties 17 tot en met 19,
- [eiser] , bijgestaan door mr. Van der Have voornoemd,
- namens De Ontvanger: [A.] , bijgestaan door mr. E.E. Schipper, waarnemend voor mr. Rijckenberg voornoemd.
2.De feiten
- de vordering van de aandeelhouder de heer [eiser] bedraagt € 625.000. Dit is een rekening courant vordering die op 31 december 2027 teruggebracht moet zijn naar € 250.000 maximaal.
- Aflossing per jaar € 25.000 beginnend augustus 2012. Indien dat niet wordt voldaan dan d.m.v. een winstuitdeling (..)
voornemennon-actief stelling, maar heeft [collega] aangegeven dat je per afgelopen vrijdag op non-actief staat. Hierbij mijn bevestiging hiervan. Reden hiervoor is een vertrouwensbreuk. We hebben geconstateerd dat jij zeer belangrijke informatie hebt achtergehouden die van belang was bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst. Wij doelen hierbij onder meer op het feit dat jij een aanzienlijke schuldenlast hebt. (..) Verder heb je aangegeven dat er naast de belastingdienst ook andere schuldeisers zijn, waaronder de bank. Vanwege de huidige schuldproblematiek dreigt een faillissement. Zoals je weet kun je bij een faillissement geen advocaat zijn. (..)
3.Het geschil
4.De beoordeling
het verzet
1.126,00(2unten × tarief € 563,00)