Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde/eiser],
[gedaagde conventie],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties
- de e-mail van 9 februari 2021 van de zijde van [gedaagde/eiser] c.s. met producties alsmede de eis in reconventie van de zijde van [gedaagde/eiser]
- de mondelinge behandeling op 11 februari 2021
- de pleitnota van [eiser/verweerder]
- de pleitnota van [gedaagde/eiser] c.s.
2.De feiten
3.Het geschil
bestaandepad te komen van en te gaan naar de openbare weg, de Lagedijk, met een auto, aanhanger of ander vervoermiddel. Uit de bij de vestigingsakte behorende tekening (weergegeven in r.o. 2.5) blijkt hoe dat pad loopt. [eiser/verweerder] heeft de grenzen van de erfdienstbaarheid echter niet gerespecteerd; hij heeft zonder enige vorm van overleg langs het pad op de dam een verbreding en verharding aangebracht en zo een nieuwe doorgang gecreëerd naar de ingang van zijn nieuwe schuur. [gedaagde/eiser] c.s. stellen dat [eiser/verweerder] door deze gedragingen handelt in strijd met de bepaling uit de notariële akte dat het pad niet zonder schriftelijke toestemming van de eigenaar van het heersende erf èn de eigenaar van het lijdende erf mag worden verlegd en inbreuk maakt op hun eigendomsrecht en op hun privacy.
4.De beoordeling
in conventie
€ 1.016,00