Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[de minderjarige]wordt vertegenwoordigd door [bijzondere curator] , bijzondere curator.
1.Procedure
2.Feiten en omstandigheden
- [de minderjarige] (hierna mede te noemen: [de minderjarige] ).
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 24 maart 2021 uitspraak gedaan over het verzoek van een man om vervangende toestemming te verlenen voor de erkenning van zijn zoon, die momenteel onder voogdij staat van zijn tante en grootvader. De man, die de biologische vader is, heeft verzocht om erkenning en om het eenhoofdig gezag over zijn zoon. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de erkenning de sociaalpsychologische en emotionele ontwikkeling van de minderjarige in gevaar kan brengen. De man heeft niet kunnen aantonen dat de erkenning zou leiden tot een einde aan de conflicten met de voogden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de huidige voogden, de tante en grootvader, de primaire verzorgers zijn van de minderjarige en dat de stabiliteit van de opvoeding voorop staat. De rechtbank heeft ook een omgangsregeling vastgesteld, waarbij de man de minderjarige om de veertien dagen op zaterdagmiddag kan zien en wekelijks telefonisch contact kan hebben. De rechtbank heeft de verzoeken van de man afgewezen en de huidige voogdij en hoofdverblijfplaats bij de tante bevestigd, met het oog op het welzijn van de minderjarige.