Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 november 2020, met 20 producties
- producties 1 tot en met 13 en de schriftelijke machtiging van de zijde van [gedaagde] , ter griffie ingekomen op 1 december 2020
- de pleitnota van [eiser]
- de pleitnota van [gedaagde]
- de mondelinge behandeling van 3 december 2020, waar zijn verschenen [eiser] , bijgestaan door mr. Groot-van Ederen voornoemd, en [gedaagde] , bijgestaan door R. Schrijver. Voorts was ter zitting als toehoorder aanwezig G. [YY] .
- de aanhouding van de zaak voor minnelijk overleg tussen partijen
- de e-mail van 30 december 2020 van mr. Groot-van Ederen
- de e-mail van 31 december 2020 van R. Schrijver.
€ 1.550.000,- gegeven. Vervolgens hebben partijen onder meer met elkaar gecorrespondeerd over de bouwkosten en verkoopopbrengst voor de koper. Partijen hebben daarbij besproken dat mogelijk een aanzienlijk lagere verkoopopbrengst zou kunnen worden gerealiseerd dan de makelaar had aangegeven.
Sinds 18 mei heb ik meerdere keren gevraagd om een gedetailleerd kosten-/opbrengstenoverzicht. Dit omdat de kosten almaar opliepen. Toen er enkel werd gereageerd met mager onderbouwde schattingen, maar het gewenste overzicht uitbleef, begon ik mij zorgen te maken. Als jij en Joep [voorzieningenrechter: de makelaar] zo’n overzicht niet hebben, hoe kan ik er dan op vertrouwen dat er verstandige keuzes worden gemaakt. Om die reden heb ik er zelf een opgesteld.
Uw broer [eiser] heeft mij verzocht u aan te schrijven om uit de impasse te komen over de afwikkeling van de nalatenschap van uw tante [XX] .(…) Cliënt heeft met uw medewerking een principeverzoek bij de gemeente ingediend (…). De gemeente heeft met uw verzoek ingestemd en verkoop aan een projectontwikkelaar zou niets meer in de weg staan. Cliënt heeft Agriteam benaderd voor verkoop maar gezien de te hoge inschatting van de verkoopopbrengst heeft cliënt Klaver makelaardij benaderd voor verkoop. Op de vraag van cliënt of u met de verkoop via die makelaar akkoord zou gaan liet u weten hieraan niet mee te willen werken zolang de boomgaard niet aan u wordt toebedeeld. U zult begrijpen dat cliënt met een dergelijke voorwaarde niet akkoord gaat. Door toedeling van de boomgaard aan u zou het project onverkoopbaar worden (…). Bovendien is aan het gehele ensemble van woonboerderij, oprijlaan en boomgaard een monumentenstatus gegeven waarbij ontwikkeling als één geheel zal dienen plaats te vinden.”.
Uit uw e-mail maak ik op dat uw cliënt duidelijk een onvolledige voorstelling van zaken heeft gegeven. Graag vertellen wij onze kant van het verhaal, desnoods ten overstaande van een rechter. De basis voor deze onfortuinlijke situatie is bij aanvang van het traject gelegd, anderhalf jaar geleden, toen uw cliënt aangaf te overwegen om de nalatenschap toch van de hand te doen. Bij aanvang van het traject dat daarop volgde is een cruciale stap overgeslagen, te weten het inventariseren en analyseren van belangen. Nadat deze stap onlangs alsnog is gezet hebben we concrete voorstellen (zie bijlage) gedaan en aangegeven dat we gemotiveerd zijn om met voortvarendheid te werken aan een variant die zoveel mogelijk recht doet aaniedersbelang. Uw bericht is zijn reactie. Dat betreuren wij.”.
Op 24 april 2019 hebben wij de aanvraag voor een schetsplan ontvangen voor het verbouwen van de boerderij (rijksmonument), het realiseren van twee extra schuurwoningen en een extra inrit op de locatie [straat] (…). Wij hebben de behandeling van uw schetsplan afgerond. (…) Op basis van de resultaten van de eerste inhoudelijke beoordeling van het schetsplan, willen wij u graag op de hoogte stellen van het volgende. Reeds eerder hebben wij aangegeven dat wij in beginsel bereid zijn de benodigde planologische medewerking te verlenen, indien slechts sprake is van een bescheiden winst. Zonder akkoord van alle eigenaren kan geen anterieure overeenkomst tot stand komen.”.