Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding inclusief 17 producties,
- de nagezonden producties 18 tot en met 23 aan de zijde van [eiseres] ;
- de producties 1 tot en met 4 aan de zijde van [gedaagde] ,
- de mondelinge behandeling,
- de spreekaantekeningen aan de zijde van [eiseres] ,
- de spreekaantekeningen aan de zijde van [gedaagde] .
- [eiseres] , bijgestaan door mr. Kunst voornoemd,
- [gedaagde] , bijgestaan door mr. Berk voornoemd.
2.Feiten
De vergoeding die de ingebruikgever ontvangt bedraagt € 1.600 per hectare, totaal per jaar € 35.232,-
De percelen land worden onder nummer 56-60,61 aangegeven op de bijgesloten
Betaling gebeurt in 2 termijnen. € 10.000 per 1 april en het restant € 28.800 per 1 september van dit jaar. (…)”
3.Het geschil
4.De beoordeling
NJ1997/481). Er zal evenwel beslist moeten worden aan de hand van wat door beide partijen naar voren is gebracht en summierlijk met bewijsmateriaal is onderbouwd. Die beoordeling kan niet geschieden los van de in een zodanig geval vereiste afweging van de wederzijdse belangen, waarbij dient te worden beoordeeld of het belang van de beslaglegger bij handhaving van het beslag op grond van de door deze naar voren gebrachte omstandigheden zwaarder dient te wegen dan het belang van de beslagene bij opheffing van het beslag.