ECLI:NL:RBNHO:2021:2632

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 maart 2021
Publicatiedatum
30 maart 2021
Zaaknummer
8776211 \ CV EXPL 20-8081
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een factuur en de afwijzing van een tegenvordering wegens onnodige werkzaamheden

In deze zaak heeft Netpoint Factoring B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] voor betaling van een factuur van € 70,87, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en rente. De vordering is gebaseerd op een declaratie van Orthodontisten Heemstede, die aan [gedaagde] was gecedeerd. [gedaagde] heeft de vordering betwist en een tegenvordering ingesteld van € 250,- wegens onnodige werkzaamheden die hij heeft moeten verrichten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen betalingsregeling was overeengekomen en dat Netpoint niet verplicht was om de betalingstermijn op te schorten. De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde] de declaratie moest betalen, inclusief de gevorderde rente en buitengerechtelijke kosten. De tegenvordering van [gedaagde] werd afgewezen, omdat hij niet had aangetoond welke schade hij had geleden. De proceskosten werden toegewezen aan Netpoint, omdat [gedaagde] ongelijk kreeg.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8776211 \ CV EXPL 20-8081
Uitspraakdatum: 10 maart 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
Netpoint Factoring B.V.
gevestigd te Kaatsheuvel
eiseres in conventie
verweerster in reconventie
verder te noemen: Netpoint
gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V.
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde in conventie
eiser in reconventie
verder te noemen: [gedaagde]
procederend

1.Het procesverloop

1.1.
Netpoint heeft bij dagvaarding van 10 september 2020 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend.
1.2.
Netpoint heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De zorgverlener Orthodontisten Heemstede heeft op 13 januari 2020 een laterale schedelröntgenfoto van [gedaagde] gemaakt en beoordeeld. Orthodontisten Heemstede heeft de declaratie gecedeerd aan Netpoint en bij factuur van 2 februari 2020 mededeling van de cessie aan [gedaagde] gedaan.
2.2.
In artikel 4 van de betalingsvoorwaarden van Netpoint staat:
‘Onverminderd mogelijk gebleven aanspraken op wettelijke rente zijn gedeclareerde bedragen rentedragend ingaande 30 dagen na declaratiedatum, zodat dat hiervoor een nadere ingebrekestelling is vereist. De door de debiteur verschuldigde rente bedraagt 1% per maand of een gedeelte daarvan.’
2.3.
Bij e-mail van 2 februari 2020 heeft Netpoint aan [gedaagde] op 2 februari 2020 een factuur gestuurd van € 70,87 met het verzoek deze binnen 30 dagen te betalen.
2.4.
Bij e-mails van 3 februari 2020 heeft [gedaagde] Orthodontisten Heemstede en Netpoint gevraagd om de factuur te crediteren, omdat hem was toegezegd dat er geen kosten in rekening gebracht zouden worden voor de foto. Bij e-mails van 5 en 6 februari 2020 heeft Orthodontisten Heemstede [gedaagde] geïnformeerd dat de foto juist is gedeclareerd. Bij e-mail van 19 februari 2020 heeft Netpoint, onder verwijzing naar de e-mail van Orthodontisten Heemstede van 6 februari 2020, geïnformeerd dat de declaratie voor 8 maart 2020 diende te worden voldaan.
2.5.
Bij e-mail van 21 februari 2020 heeft [gedaagde] verzocht de vorderingsactiviteiten op te schorten tot eind maart 2020, in verband met een afspraak met de orthodontist op 18 maart 2020, zodat hij de declaratie in persoon kon bespreken. Bij e-mail van 4 maart 2020 heeft Netpoint de betalingstermijn verschoven naar 27 maart 2020. In verband met de opschorting van de afspraak met de orthodontist – als gevolg van de coronacrisis – heeft [gedaagde] Netpoint verzocht om de betalingstermijn tot nader orde op te schorten. Bij e-mail van 27 maart 2020 heeft Netpoint [gedaagde] geïnformeerd dat de declaratie correct is en dat de betalingstermijn zou verlopen op 24 april 2020.
2.6.
Bij e-mail van 29 april 2020 heeft Netpoint [gedaagde] een herinnering van de declaratie gestuurd, met het verzoek de declaratie binnen 14 dagen te betalen. Daarop heeft [gedaagde] bij e-mail van 29 april 2020 verzocht om uitstel tot 25 juni 2020, in verband met zijn eerstvolgende afspraak op 19 juni 2020. Deze e-mail heeft [gedaagde] naar het e-mailadres [e-mailadres] gestuurd.
2.7.
Op 21 mei 2020 heeft Netpoint [gedaagde] een ‘laatste herinnering’ gestuurd ten aanzien van de declaratie, en € 13,50 administratiekosten in rekening gebracht. Netpoint heeft [gedaagde] verzocht de declaratie en administratiekosten voor 26 mei 2020 te betalen. [gedaagde] heeft hierop zijn e-mail van 29 april 2020 naar Orthodontisten Heemstede gestuurd. Orthodontisten Heemstede heeft op 6 juni 2020 gereageerd dat de factuur gewoon betaald moet worden.
2.8.
Bij brief van 5 juni 2020 heeft NZID een sommatie aan [gedaagde] gestuurd ten aanzien van de declaratie. NZID heeft [gedaagde] verzocht de hoofdsom, rente en incassokosten uiterlijk op 19 juni 2020 te voldoen. Bij e-mail van 9 juni 2020 heeft NZID [gedaagde] verzocht om naar aanleiding van de sommatie van 5 juni 2020 contact op te nemen om tot een betaalafspraak te komen. In een reactie van 9 juni 2020 heeft [gedaagde] zijn e-mail van 29 april 2020 doorgestuurd naar NZID en aangegeven dat hij niet eerder zal betalen dan dat hij een persoonlijk gesprek met de orthodontist heeft gehad.
2.9.
Bij e-mail van 19 juni 2020 heeft [gedaagde] aan Orthodontisten Heemstede geschreven:
‘Ik ben vandaag eindelijk sinds het begin van de coronacrisis bij [naam] langs geweest. N.a.v. dit bezoek, ga ik toch maar de openstaande factuur betalen. Maar gelet op mijn financiële positie, mede veroorzaakt, ken ik deze niet in één keer betalen. Ik zal deze in termijnen voldoen. De eerste betaling zal op 30-06-2020 zijn. Zodra ik meer financiële ruimte heb, zal ik deze versneld afbetalen.’
2.10.
Op 19 juni 2020 heeft NZID [gedaagde] een tweede sommatiebrief gestuurd met het verzoek om de hoofdsom, rente en incassokosten binnen 7 dagen te voldoen. Daarop heeft [gedaagde] zijn e-mail van 19 juni 2020 doorgestuurd aan NZID.
2.11.
Op 22 juni 2020 heeft NZID gereageerd:
‘Graag vernemen we van u wat u per maand kan betalen. In de bijlage treft u een overzicht van de openstaande vordering.’Op 23 juni 2020 heeft NZID [gedaagde] naar aanleiding van de sommatie op 19 juni 2020 verzocht om contact op te nemen om tot een betaalafspraak te komen.
2.12.
Bij brief van 26 juni 2020 heeft NZID een gerechtelijke procedure aangekondigd bij gebreke van een betaling van de hoofdsom, rente en incassokosten voor 3 juli 2020. NZID heeft [gedaagde] bij e-mail van 30 juni 2020 herinnerd aan de sommatie van 26 juni 2020.
2.13.
Bij brieven van 7 juli, 22 juli en 31 juli 2020 heeft GGN [gedaagde] verzocht de hoofdsom, incassokosten en rente te betalen.
2.14.
[gedaagde] heeft op 30 juni 2020 € 10,87 aan Netpoint betaald. Op 30 juli, 30 augustus en 30 september 2020 heeft [gedaagde] drie maal € 10,00 aan Netpoint betaald.

3.De vordering

3.1.
Netpoint vordert – na eisvermindering – dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 54,55, bestaande uit de hoofdsom van € 70,87, buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00, rente tot de dag van de dagvaarding ter hoogte van € 4,55, te verminderen met een totaal betaald bedrag van € 60,87. Netpoint vordert daarnaast veroordeling van [gedaagde] tot betaling van primair de overeengekomen rente van 1,00% per maand over € 70,87 en subsidair de wettelijke rente.
3.2.
Zij legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat Orthodontisten Heemstede één of meer medische handeling(en) heeft verricht, dat Netpoint daarvoor een factuur heeft gestuurd, maar dat [gedaagde] ondanks (herhaalde) aanmaning en aanzegging van kostenverhogende incassomaatregelen, niet het totaalbedrag heeft betaald.

4.Het verweer en de tegenvordering

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering (gedeeltelijk). Hij voert aan – samengevat – dat hij Netpoint eerst heeft verzocht de betalingstermijn op te schorten tot hij een persoonlijk gesprek had met zijn orthodontist over de declaratie van de foto’s. Dat gesprek heeft door het opschorten van zijn afspraak als gevolg van de coronacrisis pas op 19 juni 2020 plaats kunnen vinden. Na dat gesprek heeft [gedaagde] besloten alsnog te betalen, maar heeft hij Netpoint bericht dat hij het totaalbedrag niet in één keer kon voldoen, zodat hij in termijnen zou betalen. Dat heeft hij ook vanaf 30 juni 2020 gedaan.
4.2.
[gedaagde] voelt zich niet gehoord door Orthodontisten Heemskerk en Netpoint, hij is door hen opgezadeld met onnodig (veel) werk. De kosten die zijn gemaakt zijn aan Netpoint te wijten omdat zij geen nota heeft genomen van de door [gedaagde] verstrekte informatie (te weten het afwachten van het gesprek met de orthodontist).
4.3.
[gedaagde] vordert bij wijze van tegenvordering dat de kantonrechter Netpoint veroordeelt tot betaling van € 250,-. Hij legt aan de tegenvordering ten grondslag – kort weergegeven – dat hij schade lijdt doordat hij onnodige werkzaamheden heeft moeten doen, omdat Netpoint zijn argumenten en acties, waaronder de voorgestelde betalingsregeling, in de wind heeft geslagen. Daarmee heeft Netpoint gefaald in haar schadebeperkingsplicht jegens [gedaagde] .

5.De beoordeling

de vordering
5.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of de vordering van Netpoint tot betaling door [gedaagde] van (het restant van) de factuur, de wettelijke rente en de buitengerechtelijke kosten moet worden toegewezen.
5.2.
Gelet op de e-mail van [gedaagde] van 19 juni 2020 en de verrichte (deel)betalingen ten aanzien van de declaratie, is tussen partijen niet (meer) in geschil dat [gedaagde] de declaratie moet betalen. [gedaagde] vindt het, zo begrijpt de kantonrechter, echter niet eerlijk dat hij extra kosten moet betalen, nu Netpoint de betalingstermijn niet (verder) wilde opschorten en nu hij in de tussentijd betalingen heeft verricht.
5.3.
De kantonrechter overweegt dat op Netpoint geen verplichting rust om gehoor te geven aan verzoeken tot opschorting van betalingstermijnen. Daar komt bij dat Netpoint aan de eerste verzoeken wel gehoor heeft gegeven, tot vanuit Orthodontisten Heemskerk de bevestiging kwam dat de declaratie juist was. [gedaagde] heeft onvoldoende gemotiveerd dat er reden zou zijn om daaraan te twijfelen en dat zijn orthodontist een andere reactie zou geven – en dat die reactie die bovendien niet eerder dan een fysieke afspraak verkregen kon worden. De door Netpoint en haar gemachtigde(n) verstuurde betalingsherinneringen en aanmaningen zijn dan ook niet onrechtmatig – Netpoint mocht betaling van [gedaagde] verwachten binnen de door Netpoint gestelde termijn.
5.4.
Voorts heeft [gedaagde] bij e-mail van 19 juni 2020 aangegeven de declaratie (in termijnen) te betalen. Daarop heeft de gemachtigde van Netpoint verzocht om informatie over wat [gedaagde] per maand kon betalen. [gedaagde] heeft daarop niet gereageerd. De kantonrechter overweegt dat Netpoint niet verplicht is om een betalingsregeling te treffen. Daar komt bij dat gelet op het voorgaande geen betalingsregeling tot stand is gekomen en dat dat hoofdzakelijk aan het ontbreken van een reactie van de zijde van [gedaagde] te wijten is. De sommaties van (de gemachtigde van) Netpoint en het starten van een gerechtelijke procedure ter incasso van de vordering zijn dan ook niet onrechtmatig.
5.5.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van Netpoint zal toewijzen.
5.6.
Netpoint heeft daarnaast betaling van de overeengekomen rente gevorderd. Netpoint stelt dat de betalingsvoorwaarden van Netpoint van toepassing zijn en dat bij het sluiten van de overeenkomst met Orthodontisten Heemstede, cliënten – [gedaagde] – erop worden gewezen dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn en dat die voorwaarden ter hand worden gesteld. [gedaagde] heeft dit niet betwist. Gelet op de betalingsvoorwaarden van Netpoint is [gedaagde] de overeengekomen rente van 1% per maand verschuldigd vanaf 30 dagen na de declaratiedatum, zodat de gevorderde rente zal worden toegewezen.
5.7.
Ten slotte heeft Netpoint veroordeling van [gedaagde] tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. Netpoint heeft (onder andere) op 29 april 2020 een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
5.8.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij ongelijk krijgt.
de tegenvordering
5.9.
Bij wijze van tegenvordering heeft [gedaagde] een schadevergoeding gevorderd in verband met door hem verrichtte onnodige werkzaamheden in verband met de door Netpoint ingestelde vordering, en het handelen door Netpoint in strijd met haar schadebeperkingsplicht.
5.10.
Ten aanzien van de vordering is overwogen dat een verplichting om een betalingstermijn op te schorten en/of een betalingsregeling te treffen, ontbreekt. Ook is het (hoofdzakelijk) aan [gedaagde] te wijten dat er geen betalingsregeling is overeengekomen. Daaraan kan niet afdoen dat hij wel deelbetalingen heeft verricht; het had op zijn weg gelegen om op de e-mail van NZID van 22 juni 2020 te reageren met een voorstel voor een betalingsregeling. De kantonrechter volgt de stelling van [gedaagde] dat het aan Netpoint te wijten is dat hij onnodige werkzaamheden heeft moeten verrichten, dan ook niet. Daar komt bij dat [gedaagde] niet heeft gesteld welke (financiële) schade hij heeft geleden, zodat hij geen aanspraak kan maken op vergoeding van schade.
5.11.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van [gedaagde] zal afwijzen.
5.12.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij ongelijk krijgt. De proceskosten aan de zijde van Netpoint worden in de zaak van de tegenvordering vastgesteld op nihil, omdat Netpoint geen expliciet verweer tegen de tegenvordering heeft gevoerd.

6.De beslissing

De kantonrechter:
de vordering
6.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Netpoint van € 54,55, te vermeerderen met de 1,00% contractuele rente over € 70,87 vanaf 23 september 2020 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Netpoint tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 86,85
griffierecht € 124,00
salaris gemachtigde € 74,00 ;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
de tegenvordering
6.4.
wijst de vordering af;
6.5.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Netpoint worden vastgesteld op nihil;
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter