Op 7 januari 2021 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van twee (winkel)diefstallen, waarbij hij telkens met geweld dreigde door een mes te tonen. De rechtbank heeft de zaak behandeld na openbare terechtzittingen op 17 en 24 december 2020. De verdachte, geboren op een onbekende datum en zonder vaste woon- of verblijfplaats, was op het moment van de zitting gedetineerd in het Justitieel Complex Schiphol. De officier van justitie, mr. A.F. Hof, vorderde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. M.M.J. Nuijten, pleitte voor vrijspraak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. Na beoordeling van het bewijs heeft de rechtbank de verdachte schuldig bevonden aan beide feiten, waarbij de verdachte op 4 juli 2020 in Zaandam en op 7 juli 2020 in Koog aan de Zaan flessen cognac heeft gestolen, vergezeld van bedreiging met geweld. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. Tevens is een mes, dat in beslag was genomen, onttrokken aan het verkeer. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de recidive van de verdachte en de ernst van de feiten, die voor de slachtoffers en het winkelpersoneel zeer verontrustend waren.