In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 17 maart 2021 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een passagier en de luchtvaartmaatschappij Transportes Aereos Portugueses S.A. De passagier had een vlucht geboekt van Lissabon naar Amsterdam op 13 mei 2018, maar kon niet meevliegen vanwege een instapweigering. De passagier heeft vervolgens zelf een alternatieve vlucht geboekt en vorderde schadevergoeding van de vervoerder op grond van het Verdrag van Montréal en de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. De kantonrechter oordeelde dat de vervoerder in gebreke was gebleven in haar zorgplicht en dat de passagier recht had op vergoeding van gemaakte kosten, inclusief de kosten van de zelf geboekte vlucht. De kantonrechter heeft de vervoerder veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 406,45, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De beslissing benadrukt de verplichtingen van luchtvaartmaatschappijen bij instapweigering en de rechten van passagiers onder de geldende Europese regelgeving.