Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1]wonende te [woonplaats] (Denemarken)
3. [passagier sub 3]
4. [passagier sub 4]
5b. [passagier sub 5b]beiden wonende te [woonplaats]
6. [passagier sub 6]
7b. [passagier sub 7b]beiden wonende te [woonplaats]
8. [passagier sub 8]
10. [passagier sub 10]
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 7.200,00 vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 april 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- primair € 847,00 subsidiair € 889,35 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 13 juni 2017;
- de proceskosten en de nakosten.
4.Het verweer
5.De beoordeling
€ 6.000,00, vastgesteld op € 816,75 (incl. 21% BTW). De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen, omdat niet is gesteld of gebleken dat deze kosten daadwerkelijk zijn betaald.
6.De beslissing
griffierecht € 226,00
salaris gemachtigde € 622,00
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;