ECLI:NL:RBNHO:2021:30

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 januari 2021
Publicatiedatum
4 januari 2021
Zaaknummer
C/15/302010 / HA ZA 20-252
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding na verduistering van Quooker systemen

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 6 januari 2021 een eindvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap 'T Schouw Holding B.V.' (hierna: Het Keukenmagazijn) en [A]. Het Keukenmagazijn vorderde schadevergoeding van [A] wegens verduistering van 110 Quooker systemen, 1 Quooker energieverdeeldoos en 2 Quooker zeeppompjes. [A] erkende dat hij Quookers had verduisterd, maar betwistte het aantal en verwees naar een niet sluitende voorraadadministratie van Het Keukenmagazijn.

De rechtbank had in een eerder tussenvonnis Het Keukenmagazijn opgedragen te bewijzen dat de genoemde goederen waren verduisterd en om een toelichting te geven op de gevorderde btw. Het Keukenmagazijn heeft in haar akte bevestigd dat de gevorderde btw voor haar geen schade oplevert en heeft haar vordering dienovereenkomstig verminderd. Uiteindelijk werd de vordering vastgesteld op een totaalbedrag van € 77.628,26, exclusief btw.

De rechtbank heeft de schade schattenderwijs vastgesteld, rekening houdend met onjuistheden in de voorraadadministratie. De rechtbank oordeelde dat de vordering van Het Keukenmagazijn voor een bedrag van € 69.499,26 toewijsbaar was, waarbij rekening werd gehouden met een eerder toegewezen bedrag van € 40.000,-. [A] werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten en de rechtbank verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. L.J. Saarloos.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rolnummer: C/15/302010 / HA ZA 20-252
Vonnis van 6 januari 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
'T SCHOUW HOLDING B.V.,
gevestigd te Opmeer,
eiseres,
advocaat mr. M. Smit te Alkmaar,
tegen
[A],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
advocaat mr. L.Q. Jolink te Amsterdam.
Partijen zullen ook in dit vonnis hierna Het Keukenmagazijn en [A] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure tot 23 september 2020 blijkt uit het tussenvonnis van die datum.
Daarna heeft Het Keukenmagazijn een akte genomen en [A] een antwoordakte.
Vervolgens is de datum van het vonnis bepaald op 6 januari 2021.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Het Keukenmagazijn stelt dat [A] 110 Quooker systemen, 1 Quooker energieverdeeldoos en 2 Quooker zeeppompjes heeft verduisterd.
[A] heeft erkend dat hij Quookers heeft verduisterd, maar stelt dat het er veel minder zijn. Hij heeft zijn stelling dat het er geen 110 zijn onderbouwd door te wijzen op een niet sluitende voorraadadministratie van Het Keukenmagazijn.
2.2.
In het vorige tussenvonnis heeft de rechtbank Het Keukenmagazijn opgedragen te bewijzen dat er 110 Quooker systemen, 1 Quooker energieverdeeldoos en 2 Quooker zeeppompjes zijn verduisterd. Ook heeft de rechtbank Het Keukenmagazijn opgedragen een toelichting te geven waarom de gevorderde btw-bedragen voor haar schade opleveren.
2.3.
Het Keukenmagazijn heeft in haar akte bevestigd dat de gevorderde btw voor haar geen schade oplevert. Zij heeft haar vordering daarom verminderd met de gevorderde btw. Uiteindelijk luidt de vordering aldus:
  • 113 Quooker artikelen (excl. btw) € 81.290,09
  • overige ontvreemde goederen (excl. btw) € 3.786,99
  • waarde nog verkoopbare producten
totaal: € 77.628,26.
2.4.
Het Keukenmagazijn heeft verklaringen van haar medewerkers overgelegd. Met die verklaringen heeft Het Keukenmagazijn de stelling van [A] dat het van algemene bekendheid was dat de voorraadadministratie niet deugde, afdoende weerlegd.
2.5.
Met het overzicht van de voorraadadministratie heeft Het Keukenmagazijn onderbouwd dat er 113 Quooker artikelen uit het magazijn (onverkocht) zijn verdwenen voor een totaalbedrag van € 81.290,09 exclusief btw. Het Keukenmagazijn heeft na het tussenvonnis echter niet gereageerd op de overwegingen van de rechtbank in dat tussenvonnis:
“Op het overzicht staan namelijk 123 goederen als negatieve telling en 10 goederen als positieve telling genoteerd. Het is de rechtbank niet duidelijk hoe het kan dat er 10 goederen als positieve telling staan genoteerd.”
Het moet er daarom voor worden gehouden dat het toch kon voorkomen dat er goederen niet op juiste wijze waren geregistreerd in de voorraadadministratie.
[A] heeft echter van zijn kant ook niet onderbouwd hoeveel goederen hij van zijn werkgever dan wel heeft verduisterd.
De rechtbank zal de schade daarom begroten en de onjuistheden in de voorraadadministratie in het voordeel van [A] schattenderwijs bepalen op 10%, dus € 8.129,-. Voor het overige is de vordering van € 69.499,26 toewijsbaar.
2.6.
In het vorige tussenvonnis is daarvan al een bedrag van € 40.000,- toegewezen en ook de gevorderde beslagkosten.
[A] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten van Het Keukenmagazijn. Die worden begroot op
- dagvaarding € 85,09
- griffierecht (rest) € 2.819,00
- salaris advocaat
€ 2.685,00(2,5 punt × tarief € 1.074,00)
Totaal € 5.589,09.

3.De beslissing

De rechtbank,
3.1.
veroordeelt [A] om aan Het Keukenmagazijn – aanvullend – te betalen een bedrag van € 29.499,26 (negenentwintigduizend vierhonderdnegenennegentig euro en zesentwintig cent), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over het toegewezen bedrag met ingang van 8 april 2020 tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt [A] in de proceskosten, aan de zijde van Het Keukenmagazijn tot op heden begroot op € 5.589,09,
3.3.
veroordeelt [A] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,-
aan salaris advocaat, te vermeerderen – als [A] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden – met een bedrag van € 82,- aan salaris advocaat en met de explootkosten van betekening van de uitspraak,
3.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
wijst af wat meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.J. Saarloos en in het openbaar uitgesproken op
6 januari 2021. [1]

Voetnoten

1.type: LJS