ECLI:NL:RBNHO:2021:3085
Rechtbank Noord-Holland
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Heffing griffierecht in verzoek tot afwijzing homologatie akkoord (WHOA)
Op 15 april 2021 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de heffing van griffierecht in het kader van een verzoek tot afwijzing van de homologatie van een akkoord. De zaak betreft Frontline Rigging Consults B.V. als verzoeker tegen de griffier van de Rechtbank Noord-Holland. De verzoeker kwam in verzet tegen de beslissing van de griffier om griffierecht van € 2.076,00 te heffen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoekschrift op 15 maart 2021 is ingediend en dat de griffier zich heeft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Er is afgezien van een mondelinge behandeling, conform het toepasselijke procesreglement.
De feiten van de zaak zijn als volgt: op 22 januari 2021 hebben Jurlights B.V. en Jurlights Holding B.V. een verzoekschrift tot homologatie van een akkoord ingediend. Frontline Rigging Consults B.V., als concurrente schuldeiser, heeft op 28 januari 2021 een verweerschrift ingediend en verzocht om afwijzing van de homologatie. De griffier heeft hiervoor griffierecht in rekening gebracht, dat door verzoekster is voldaan. De rechtbank heeft op 19 februari 2021 het akkoord gehomologeerd.
In de beoordeling heeft de rechtbank de relevante artikelen van de Wet griffierechten burgerlijke zaken (Wgbz) en de Faillissementswet (Fw) besproken. De rechtbank oordeelde dat de griffierechtnota, hoewel deels onjuist, niet afdeed aan de verplichting tot betaling van het griffierecht. De rechtbank concludeerde dat de verzoekers op de hoogte hadden moeten zijn van de geldende regels en dat het verzet ongegrond was. De rechtbank verklaarde het verzet ongegrond en bevestigde de heffing van het griffierecht.