In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 16 april 2021 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek tot homologatie van een akkoord, ingediend door de besloten vennootschap Amero Compressoren B.V. De verzoekster heeft op 9 april 2021 een startverklaring gedeponeerd en op 13 april 2021 een verzoekschrift tot homologatie ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat dit het eerste verzoek is na de startverklaring en dat verzoekster heeft gekozen voor een openbare akkoordprocedure. De rechtbank heeft vervolgens de rechtsmacht en relatieve bevoegdheid beoordeeld om van het verzoek kennis te nemen.
De rechtbank concludeert dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft op basis van artikel 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, aangezien de Insolventieverordening niet van toepassing is op het verzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de locatie Haarlem relatief bevoegd is om het verzoek te behandelen. De beschikking bevat ook instructies voor verzoekster om de homologatie te behandelen op een digitale openbare terechtzitting op 22 april 2021 en om de stemgerechtigde schuldeisers en aandeelhouders van de beschikking op de hoogte te stellen.
De rechtbank heeft de verzoekster erop gewezen dat zij ook de griffier van de rechtbank Den Haag moet verzoeken om melding te maken van de gegevens in de registers en in de Staatscourant, zoals vereist door de Insolventieverordening. De beschikking is openbaar uitgesproken door de voorzitter, mr. M. Wouters, in aanwezigheid van de griffier.