Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 1212,05, te vermeerderen met de wettelijke rente
- € 181,80 aan buitengerechtelijke kosten
- proceskosten en nakosten
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft Verheij Advocatuur B.V. (hierna: eiseres) een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens onbetaalde advocaatrekeningen. De eiseres heeft bij dagvaarding van 26 november 2020 een vordering ingediend, waarop [gedaagde] heeft gereageerd met een tegenvordering. De zitting vond plaats op 1 april 2021 via Skype, waarbij de griffier aantekeningen heeft gemaakt van de ingediende stukken en de mondelinge toelichtingen van partijen. De eiseres heeft werkzaamheden verricht voor [gedaagde] in het kader van juridische bijstand, waarvoor facturen zijn verzonden die door [gedaagde] niet zijn betaald. De eiseres vordert betaling van € 1.212,05, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de eiseres niet tekort is geschoten in de uitvoering van de opdracht en heeft de vordering tot betaling van de hoofdsom toegewezen, maar de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten afgewezen omdat de vereiste 14-dagenbrief niet was verstuurd. De kantonrechter heeft [gedaagde] als grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de eiseres. De tegenvordering van [gedaagde] is afgewezen, omdat er geen sprake was van een tekortkoming door de eiseres en de schade niet voldoende was onderbouwd.