ECLI:NL:RBNHO:2021:3349

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 maart 2021
Publicatiedatum
22 april 2021
Zaaknummer
8702833
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van factuur voor rioleringswerkzaamheden en beoordeling van wanprestatie

In deze zaak heeft [XX], een besloten vennootschap, een vordering ingesteld tegen Silverstone B.V. wegens onbetaalde facturen voor rioleringswerkzaamheden. De vordering betreft een bedrag van € 3.226,63, bestaande uit een hoofdsom van € 2.103,67, rente en buitengerechtelijke incassokosten. De werkzaamheden zijn uitgevoerd in maart 2017, na eerdere werkzaamheden in 2016, waarvoor Silverstone wel had betaald. Silverstone betwist de vordering en stelt dat [XX] wanprestatie heeft gepleegd door een verkeerde diagnose te stellen en overbodige werkzaamheden uit te voeren. De kantonrechter heeft de vordering beoordeeld en vastgesteld dat niet kan worden aangetoond dat [XX] wanprestatie heeft gepleegd. De kantonrechter oordeelt dat de factuur van 18 april 2017 betrekking heeft op werkzaamheden die niet in verband staan met de eerdere werkzaamheden van 2016. Silverstone heeft niet aangetoond dat de werkzaamheden niet correct zijn uitgevoerd en heeft [XX] niet in gebreke gesteld. De kantonrechter heeft Silverstone veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, inclusief rente en proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8702833 / CV EXPL 20-6815
Uitspraakdatum: 17 maart 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
[XX],
gevestigd te [vestigingsplaats]
eiseres
verder te noemen: [XX]
gemachtigde: gerechtsdeurwaarderskantoor De Kluijver
tegen
de besloten vennootschap
Silverstone B.V.,
gevestigd te Zwanenburg, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
verder te noemen: Silverstone
gemachtigde: mr. M.K. Hupkes

1.Het procesverloop

1.1.
[XX] heeft bij dagvaarding van 7 augustus 2020 een vordering tegen Silverstone ingesteld. Silverstone heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
[XX] heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Silverstone een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
Silverstone exploiteert een kartbaan met horeca en lasergame in een bedrijfspand in Zwanenburg. Bij het horecagedeelte bevinden zich toiletblokken, die zijn aangesloten op het openbare riool.
2.2.
Naar aanleiding van verstoppingen bij de toiletblokken van Silverstone in augustus 2016, heeft [XX] rioolverstoppingswerkzaamheden verricht. Tijdens deze werkzaamheden heeft [XX] een diagnose gesteld (rioolverzakkingen) en vervolgens een offerte uitgebracht d.d. 9 september 2016 ad € 2.689,86. [XX] heeft daarop de geoffreerde werkzaamheden uitgevoerd. Silverstone heeft [XX] hiervoor betaald.
2.3.
[XX] heeft daarna in opdracht van Silverstone in maart 2017 op vijf verschillende data (te weten: 6, 8, 9, 20 en 31 maart 2017) rioleringswerkzaamheden verricht. [XX] heeft Silverstone op 18 april 2017 een factuur gestuurd voor deze werkzaamheden ad € 2.103,67 inclusief btw. Deze factuur heeft Silverstone niet betaald.
2.4.
[XX] heeft bij brieven van 26 mei 2017, 14 juni 2017 en later nog op 25 juli 2018 Silverstone aangemaand om tot betaling van de factuur over te gaan.
2.5.
Bij brief van 11 juni 2018 heeft [XX] haar bevindingen op papier gezet naar aanleiding van een gesprek tussen partijen op 31 mei 2018. [XX] gaat hier onder meer in op werkzaamheden die zij heeft uitgevoerd op grond van de offerte van 9 september 2016 en van de werkzaamheden die zij heeft uitgevoerd in maart 2017.
2.6.
De gemachtigde van Silverstone is bij e-mail van 21 januari 2019 inhoudelijk ingegaan op de niet door Silverstone betaalde factuur van 18 april 2017.
2.7.
Bij brief van 15 maart 2019 heeft de gemachtigde van [XX] gereageerd op de e-mail van 21 januari 2019 en nogmaals verzocht om betaling verhoogd met kosten.

3.De vordering

3.1.
[XX] vordert – samengevat – dat de kantonrechter Silverstone veroordeelt tot betaling van € 3.226,63. De vordering bestaat uit € 2.103,67 aan hoofdsom, € 807,41 aan rente van 2% per maand berekend tot 7 augustus 2020 en € 315,55 aan buitengerechtelijke incassokosten, nog te vermeerderen met verdere rente en proceskosten.
3.2.
[XX] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat zij in opdracht en voor rekening van Silverstone in maart 2017 diverse rioleringswerkzaamheden heeft verricht met bijlevering van materialen. Silverstone heeft voor deze werkzaamheden een factuur gestuurd d.d. 18 april 2017 ad € 2.103,67, die Silverstone, ondanks aanmaning, onbetaald heeft gelaten. Op de overeenkomst zijn de “algemene voorwaarden voor dienstverlening aan bedrijven & particulieren” van toepassing verklaard. [XX] maakt aanspraak op schadevergoeding in de vorm van de buitengerechtelijke kosten en contractuele rente van 2% per maand.

4.Het verweer

4.1.
Silverstone betwist de vordering. Zij voert – samengevat – het volgende aan. [XX] heeft wanprestatie gepleegd door een verkeerde diagnostiek en het uitvoeren van overbodige werkzaamheden en dan later nieuwe werkzaamheden te offreren. [XX] wist of behoorde te weten hoe het probleem voor eens en voor altijd opgelost had moeten worden. De factuur heeft betrekking op het doorspoelen en ontstoppen terwijl die werkzaamheden niet nodig waren als eerder de juiste diagnose was gesteld en daarnaar was gehandeld. Na de door [XX] uitgevoerde werkzaamheden conform de offerte van 9 september 2016 waren de verstoppingsproblemen niet opgelost. Silverstone heeft [XX] hierop aangesproken die nu zei dat de riolering moest worden doorgespoten. Daarmee zouden volgens [XX] de problemen alsnog worden opgelost. In maart 2017 heeft [XX] op meerdere data de riolering doorgespoten. Silverstone heeft dit ook zelf moeten doen vanwege de acute problemen en de vele bezoekers. Op 7 april 2017 heeft [XX] een nieuwe diagnose gesteld en een nieuwe offerte uitgebracht. [XX] kwam telkens met wisselende diagnoses en verhalen en sprak zichzelf ook tegen. Silverstone verloor het vertrouwen in [XX] en heeft de problemen zelf ter hand genomen door een nieuwe standleiding in te laten graven over een lengte van 30 meter. Daarmee waren de problemen definitief opgelost.

5.De beoordeling

5.1.
De vraag die voorligt is of kan worden vastgesteld dat [XX] ondeugdelijk werk heeft verricht en Silverstone op die grond niet gehouden is om het daarvoor op 18 april 2017 gefactureerde bedrag te voldoen. De kantonrechter is van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat [XX] wanprestatie heeft gepleegd. Het volgende is daartoe redengevend.
5.2.
De factuur waarvan [XX] betaling vordert heeft betrekking op werkzaamheden die zij in maart 2017 heeft uitgevoerd. Dat is ongeveer vijf maanden na de op grond van de offerte van 9 september 2016 door [XX] uitgevoerde werkzaamheden. Voorzover Silverstone met haar verweer betoogt dat zij de factuur van april 2017 niet verschuldigd is omdat het werk in 2016 niet goed is uitgevoerd, wordt dat verworpen. Tussen de werkzaamheden die [XX] in 2016 heeft uitgevoerd en die in maart 2017 zit een periode van bijna 5 maanden. Daardoor kan niet worden vastgesteld of het om dezelfde verstopping gaat. In die tussentijd kan immers een nieuwe verstopping zijn ontstaan. Silverstone heeft weliswaar aangevoerd dat zij [XX] direct op de hoogte heeft gesteld, maar dat heeft [XX] betwist en Silverstone heeft dat niet met stukken onderbouwd. Evenmin is gebleken dat zij [XX] daarop heeft aangesproken.
5.3.
Daarnaast blijkt uit de tekeningen die [XX] heeft overgelegd dat zij de riolering op andere plekken heeft doorgespoten dan op de plek waaraan zij eerder werkzaamheden heeft uitgevoerd. [XX] heeft in haar laatste schriftelijke reactie immers onweersproken gesteld dat er sprake was van diverse rioolwerkzaamheden over 50 tot 70 m2 en dat elke vervolgactie betrekking had op een bepaald deel van de buitenriolering. Er is kennelijk sprake geweest van meerdere verstoppingen die niet in één keer zijn verholpen. Hoe dan ook, Silverstone heeft op geen enkele manier aangetoond dat [XX] haar werkzaamheden niet juist heeft uitgevoerd.
5.4.
Evenmin blijkt dat Silverstone rechtsgevolgen heeft verbonden aan haar standpunt dat [XX] wanprestatie zou hebben gepleegd. Zij heeft [XX] niet in gebreke gesteld en haar een termijn heeft gegeven waarbinnen zij de verstopping alsnog moest verhelpen. Silverstone heeft aangevoerd dat zij uiteindelijk zelf werkzaamheden heeft uitgevoerd waarmee het probleem zou zijn verholpen. Wat daar ook van zij, dat rechtvaardigt niet dat Silverstone de factuur niet hoeft te betalen.
5.5.
De conclusie is dat niet kan worden vastgesteld dat [XX] wanprestatie heeft gepleegd bij het verrichten van de werkzaamheden waarvan [XX] betaling vordert, zodat Silverstone gehouden is de gevorderde hoofdsom van € 2.103,67 te voldoen. De niet betwiste rente en buitengerechtelijke incassokosten zullen eveneens worden toegewezen. De proceskosten komen voor rekening van Silverstone, omdat zij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt Silverstone tot betaling aan [XX] van € 3.226,63 te vermeerderen met de overeengekomen rente van 2% per maand over € 2.103,67 vanaf 7 augustus 2020 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt Silverstone tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [XX] tot en met vandaag vaststelt op € 1.022,99, te weten:
dagvaarding € 87,99
griffierecht € 499,00
salaris gemachtigde € 436,00;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Aardenburg, kantonrechter en op 17 maart 2021 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter