Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met 4 producties
- de aanvullende productie 5 van de zijde van de man
- de conclusie van antwoord met producties van de zijde van de vrouw
- de mondelinge behandeling.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
24 januari 2020 tot 5 januari 2021is afgelost. Dat deze opgave van de hypotheekhouder uitkomt op een bedrag van € 8.368,48, komt omdat de hypotheekhouder een opgave per dag kan doen, anders dan de globale opgave per maand waar de vrouw haar berekening op baseert. Partijen zijn overeengekomen dat de man de aflossingen die hij over de genoemde periode heeft gedaan terugkrijgt en het staat de vrouw niet vrij die afspraak thans anders uit te leggen. De man heeft daarom recht op teruggave van het bedrag van € 8.368,48 overeenkomstig de in punt 2 van de vaststellingsovereenkomst gemaakte afspraak en de vrouw dient die afspraak na te komen.
- over 2020 is een bedrag van € 9.064,79 aan rente betaald
- gedeeld door 12 komt dit neer op een bruto maandrente van € 755,40
- op dit bedrag dient in mindering te strekken het bedrag van € 285,- dat de man maandelijks heeft terugontvangen van de belastingdienst, zodat de netto hypotheekrente per maand € 470,40 bedroeg.
- de helft van dit bedrag is € 235,20 per maand.
- de vrouw dient deze rente over 11 maanden aan de man te vergoeden, dus een bedrag van € 2.587,20.
€ 2.587,20.