In deze beschikking van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, is op 7 januari 2021 uitspraak gedaan in de zaak van de benoeming van een vereffenaar voor de nalatenschap van een overleden erflaatster. De verzoekster, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Roggeveen, heeft de rechtbank verzocht om de heer mr. Hidde Reitsma als vereffenaar aan te stellen, omdat er een impasse is ontstaan tussen de erfgenamen, waardoor de nalatenschap niet kan worden afgewikkeld. De erflaatster, geboren in 1924 in Kounice, Tsjecho-Slowakije, is overleden in Schagen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de laatste woonplaats van de erflaatster in Schagen was, waardoor zij bevoegd is om kennis te nemen van het verzoek.
De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de wettelijke bepalingen omtrent de benoeming van een vereffenaar, zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank concludeert dat de verzoekster in haar verzoek kan worden ontvangen, aangezien zij de nalatenschap beneficiair heeft aanvaard. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat er een mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden en dat partijen daarvoor zijn opgeroepen.
De rechtbank heeft het verzoek tot benoeming van mr. Hidde Reitsma als vereffenaar toegewezen, ondanks het verweer van de verweerster dat alle benodigde informatie al was verstrekt en dat er geen schulden waren. De rechtbank oordeelt dat een professionele vereffenaar de zorgen van de verzoekster kan wegnemen, omdat hij als onafhankelijke derde optreedt. Het verzoek om de kosten van de procedure als vereffeningskosten aan te merken, is afgewezen, maar de rechtbank heeft wel de benoeming van de vereffenaar gelast en de griffier opgedragen deze benoeming in het boedelregister in te schrijven.