Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[eiser 1], vennoot van eiseres sub 1,
[eiser 2], vennoot van eiseres sub 1,
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 februari 2020,
- de akte van 4 maart 2020 houdende producties van Hermanos,
- de conclusie van antwoord met producties,
- het tussenvonnis van 27 mei 2020,
- de akte houdende aanvullende producties van Hermanos,
- de mondelinge behandeling van 30 november 2020, vanwege de maatregelen in verband met de bestrijding van het Covid-19 virus digitaal gehouden via het programma Skype voor bedrijven, en de vooraf door de advocaten van partijen overgelegde pleitaantekeningen.
1.De feiten
contract for representation of a football player’ ondertekend. Volgens dat contract geeft [gedaagde] , kort gezegd, [naam 3] , althans zijn vennootschap [naam 4] B.V., de bevoegdheid om [naam 1] te vertegenwoordigen bij het zoeken naar een contract bij de Turkse clubs Kayserispor, Kasimpaşa SK, Göztepe SK en Sivasspor.
Mandate’ ondertekend waarbij hij aan Hermanos het mandaat heeft verleend om de belangen van [naam 1] te vertegenwoordigen tegenover de Turkse clubs Kayserispor, Kasimpaşa SK, Göztepe SK en Sivasspor.
1.Het geschil
1.De beoordeling
- is er sprake van een wisgebrek aan de zijde van [gedaagde] bij het aangaan van de overeenkomst met Hermanos;
- hoe hoog is de aan Hermanos te betalen vergoeding;
- wanneer is de vergoeding opeisbaar?
Mandate. [gedaagde] heeft daarop bij de ondertekening vermeld
“(50%/50%)”.
(…) Fsm schrijft 10k ex btw te betalen einde deze maand dit gaat van niemand zijn fee af Mika ! (Oké??)” Op het tweede blad van die productie doet [naam 3] een voorstel over de financiële afwikkeling van de overgang van [naam 1] van [naam club] naar [naam 5] . Hij schrijft daar vervolgens: “
(…) 10 k fsm ex btw (…)”. Ervan uitgaande dat
fsmstaat voor [naam 4] B.V., de vennootschap waarin [naam 3] zaken doet, leidt de rechtbank uit deze berichten af dat [naam 3] ( [naam 4] B.V.) een vergoeding van € 10.000,- zou ontvangen bij een geslaagde overgang van [naam 1] van [naam club] naar [naam 5] . [gedaagde] heeft ook niets concreets gesteld waaruit iets anders valt af te leiden. Bovendien wordt in het WhatsApp-verkeer van 30 juli 2019 tussen partijen (productie 17 en 18 van Hermanos) gesproken over
“70k”en
“70K fee (incl [voornaam] )”. Hieruit leidt de rechtbank af dat [naam 3] € 10.000,- zou ontvangen en Hermanos € 60.000,-. In dat licht bezien heeft [gedaagde] onvoldoende aangevoerd om, in afwijking van de stelling van Hermanos dat zij € 60.000,- zou ontvangen, aan te kunnen nemen dat Hermanos enerzijds en [gedaagde] en [naam 3] anderzijds ieder de helft van een bemiddelingsvergoeding zouden ontvangen.
2.148,00(2 punten × tarief € 1.074,00)