In deze zaak heeft Airhelp Limited, een rechtspersoon naar het recht van Hongkong, een vordering ingesteld tegen Swiss International Air Lines AG, gevestigd in Zwitserland, wegens compensatie voor vertraging van een vlucht. De vordering is ingesteld op 8 augustus 2018, naar aanleiding van een vertraging van meer dan drie uur van de passagier op een aansluitende vlucht van Zürich naar Amsterdam op 12 juni 2017. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vervoerder, Swiss International Air Lines AG, met ingang van 1 december 2006 als communautaire luchtvaartmaatschappij moet worden aangemerkt voor de toepassing van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vertraging van de vlucht LX1311, die de passagier van Sint Petersburg naar Zürich vervoerde, deels het gevolg was van buitengewone omstandigheden, zoals vertragingen bij de paspoortcontrole en luchtverkeersleiding. Hierdoor was de passagier niet in staat om de aansluitende vlucht naar Amsterdam te halen. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de vervoerder niet aansprakelijk is voor de compensatie, omdat de vertraging in voldoende mate te wijten was aan deze buitengewone omstandigheden. De vordering van Airhelp is afgewezen, en de proceskosten zijn voor rekening van Airhelp gesteld.
De uitspraak benadrukt de toepassing van de Europese regelgeving op luchtvaartmaatschappijen die in Zwitserland zijn gevestigd en de voorwaarden waaronder compensatie voor vertragingen kan worden geëist. De kantonrechter heeft de vordering van Airhelp afgewezen en de proceskosten aan de vervoerder toegewezen.