Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.MR. ANTONIUS JOHANNES TEKSTRA,
1.De procedure
Het bevoegdheidsverweer is tweeledig. Primair wordt betoogd dat het door de Curatoren hier voorgelegde geschil voortvloeit uit de bij de VSO gemaakte afspraken. Selten beroept zich op de hierna sub 3.11 genoemde vaststellingsovereenkomst, waarin in artikel 4 wordt verwezen naar e-mailcorrespondentie met afspraken over hoe om te gaan met het pandrecht. Subsidiair wordt betoogd dat deze rechtbank ook naar de gewone bevoegdheidsregels geen bevoegdheid kan aannemen. Selten is gevestigd en houdt kantoor in Groningen.
Curatoren vorderen in dit geding vrijgave door Selten van het pandrecht op de IE-rechten. De grondslag van die vordering is onder meer handelen in strijd met de redelijkheid en billijkheid, onrechtmatig handelen en misbruik van recht door het pandrecht te handhaven. De curatoren betwisten dat met de vaststellingsovereenkomst is beoogd om ook een geschil als het onderhavige onder de werking van de daarin opgenomen forumclausule te brengen. Over het pandrecht waren naar aanleiding van belangstelling van de Telegraaf met de vorige advocaat van Selten vóór sluiting van de VSO al afspraken gemaakt, die hun neerslag hebben gevonden in een e-mail aan die krant. Die afspraken -de curatoren hebben het over een gentlemen’s agreement- hielden in dat het pandrecht een doorstart niet in de weg zou staan.
Het voorgaande betekent dat artikel 108 Rv niet aan het aannemen van de bevoegdheid van dit forum in de weg staat. Daarmee is de vraag aan de orde of naar de gewone bevoegdheidsregels genomen de bevoegdheid van deze voorzieningenrechter in dit kort geding kan worden aangenomen.
Het is standaard rechtspraak dat in kort geding mede bevoegd is de voorzieningenrechter van de plaats waar de gevraagde voorziening moet worden getroffen.
De in dit geding gevraagde voorziening moet worden getroffen doordat Selten een -naar aan te nemen valt: schriftelijke - mededeling laat bezorgen aan Demed dat het pandrecht wordt vrijgegeven.
In artikel 37 lid 3 BW is bepaald dat een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring, om haar werking te hebben, die persoon moet hebben bereikt. In HR 14 juni 2013, NJ 2013, 491, is beslist dat voor schriftelijke verklaringen geldt dat deze de geadresseerde hebben bereikt wanneer zij door hem zijn ontvangen. Die ontvangst zal plaatsvinden in de plaats waar Demed kantoor houdt, te weten Hoofddorp. De plaats waar de door Curatoren gevraagde voorziening moet worden getroffen is derhalve gelegen binnen het arrondissement Noord-Holland, zodat de bevoegdheid van deze voorzieningenrechter naar de gewone bevoegdheidsregels kan worden aangenomen. [1]
De slotsom luidt dat de voorzieningenrechter bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
2.De zaak in het kort
3.De feiten
management buy out(hierna: MBO) haar leningen aan en aandelen in D-Reizen voor EUR 1,00 aan Selten verkocht. Selten is 29 oktober 2020 opgericht door de (voormalig) bestuurders van D-Reizen, [bestuurder 1] en [bestuurder 2] .
- Kennelijk heeft Ennea zich gemeld bij Selten met het verhaal dat hun initiële bod van EUR 3mln op de ‘online only propositie’ (en dus voor de IE rechten) direct door de curatoren van de hand is gewezen (zonder overleg met Selten).
- Selten is niet geïnformeerd of (en hoeveel) andere biedingen er zijn gedaan op de IE rechten en welke bedragen er zijn geboden voor de IE rechten.
- Kennelijk is door jullie als curatoren een zeer lage waardering van de IE rechten van NTAB gestuurd naar bieders, zonder de hogere (aanzienlijk uitgebreider onderbouwde) taxaties te sturen en zonder dat duidelijk is voor Selten of de bieders op maandag wel of niet separaat op IE hadden geboden.
- Selten heeft niet de indruk dat curatoren duidelijk aan kopers communiceren dat de boedels slechts kunnen beschikken over de activa van de faillieten, waaronder de aandelen Demed, maar niet zelf kunnen beschikken over de IE rechten omdat die toebehoren aan Demed en bovendien zijn verpand, zodat een koper (i) of aandelen Demed verkrijgt met daarin verpande IE rechten, of (ii) met Demed en de pandhouder Selten tot overeenstemming moet komen over een verkoop van onbezwaarde IE rechten.
4.Het geschil
5.De beoordeling
gentlemen’s agreementbetitelde mondelinge afspraak die kort na het faillissement is gemaakt, kan in dit geding niet worden vastgesteld. De voorzieningenrechter gaat dus uit van zijn eigen impressie van de afspraken als weergegeven in de genoemde samenvatting.
ultimate beneficial owners) van Selten (hierna: [bestuurder 1] ) hun positie als bestuurder van D-RT hebben gebruikt om hun persoonlijk belang als ondernemer na te streven. De voorzieningenrechter begrijpt dat de curatoren daarbij doelen op de sub 3.5 t/m 3.7 van dit vonnis vermelde rechtshandelingen, en daarbij onder meer de kanttekening plaatsen dat [bestuurder 1] zich aldus, zonder dat het hem een euro heeft gekost, als pandhouder op de IE-rechten een zeggenschap verworven die geschikt is (en er mogelijk zelfs toe strekte) om hem bij de afwikkeling van een eventueel faillissement met het oog op het versterken van zijn positie als aspirant-doorstarter een mate van invloed te claimen die door de relatief beperkte waarde van de IE-rechten geenszins wordt gerechtvaardigd.
isgehouden. Vast staat verder dat de constructie is opgetuigd kort nadat aan het buitengerechtelijk akkoord goedkeuring was onthouden, dus op een moment waarop het perspectief voor D-RT bepaald niet florissant was. Aldus bezien kan op dit moment niet uitgesloten worden geacht dat inderdaad sprake is geweest van een situatie waarin [bestuurder 1] zijn positie als bestuurder heeft gebruikt om een belang na te streven dat strijdig is met het belang van D-RT. Dat zou in rechte tot schadeplichtigheid van [bestuurder 1] jegens D-RT kunnen leiden, waarbij de rechter bij wege van schadevergoeding die in de omstandigheden van het geval passend is restricties aan de uitoefening van het pandrecht zou kunnen stellen.
1.524,00
6.De beslissing
- aan de Curatoren mede te delen dat zij haar pandrecht op de IE-rechten vrijgeeft en de Curatoren machtigen om alles te doen wat nodig is om overdracht van die rechten aan Prijsvrijs of een aan Prijsvrij aan te wijzen derde te effectueren,
- met dien verstande dat die vrijgave en volmacht pas effect hebben nadat de Curatoren € 500.000 in escrow hebben gestort onder de aantekening dat vrijgave van dit bedrag zal plaatsvinden zodra een door de Curatoren verricht onderzoek van de rechtsgeldigheid van het pandrecht tot de conclusie heeft geleid dat voor die vrijgave geen beletselen bestaan, dan wel de rechter die vrijgave heeft gelast.