ECLI:NL:RBNHO:2021:4490

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 mei 2021
Publicatiedatum
2 juni 2021
Zaaknummer
C/15/316298 / KG ZA 21-245
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van een vaststellingsovereenkomst in kort geding tussen tandartsen

In deze zaak heeft eiser, Heemskerk Tandartsen, de besloten vennootschap Tandartspraktijk Ronald Drubers B.V. gedagvaard in kort geding. De vordering betreft de nakoming van een vaststellingsovereenkomst die op 12 mei 2021 tussen partijen is gesloten. Eiser stelt dat hij nog steeds geen toegang heeft tot zijn volledige patiëntenbestand, wat hem belemmert in het uitoefenen van zijn praktijk. Eiser vordert dat Drubers zijn volledige medewerking verleent en ervoor zorgt dat hij toegang krijgt tot zijn patiëntenbestand, inclusief agenda, patiëntgegevens, röntgenfoto's en behandelplannen. Daarnaast vordert hij toegang tot de computer die bij het OPG-apparaat hoort, zodat hij röntgenfoto's kan maken en deze kan opslaan op zijn eigen server. Eiser vraagt om een dwangsom indien Drubers niet tijdig aan de overeenkomst voldoet.

Drubers voert verweer en stelt dat de schade aan de server door eiser zo groot is dat de conversie van de patiëntenbestanden nog niet mogelijk is. De voorzieningenrechter heeft deskundigen van beide partijen gehoord en komt tot de conclusie dat Drubers onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet in staat is om de afspraken na te komen. De voorzieningenrechter oordeelt dat er sprake is van kennelijke onwil aan de zijde van Drubers en veroordeelt haar tot nakoming van de overeenkomst, met een dwangsom als prikkel.

In de beslissing wordt Drubers veroordeeld om ervoor te zorgen dat eiser uiterlijk 25 mei 2021 toegang krijgt tot zijn volledige patiëntenbestand en het OPG-apparaat. Tevens wordt Drubers veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eiser zijn begroot op € 1.786,83. De voorzieningenrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/316298 / KG ZA 21-245
Vonnis in kort geding van 20 mei 2021
in de zaak van
[eiser]h.o.d.n.
HEEMSKERK TANDARTSEN,
wonende te [woonplaats],
eiser,
advocaat mr. M.J. Drijftholt te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TANDARTSPRAKTIJK RONALD DRUBERS B.V.,
gevestigd te Heemskerk,
gedaagde,
advocaat mr. G.P. Lobé te Rotterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] en Drubers genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding dd. 18 mei 2021 met 7 producties,
  • de nagezonden productie 8 aan de zijde van [eiser],
  • de per e-mail van 19 mei 2021 toegezonden producties 1 tot en met 3 aan de zijde van Drubers,
  • de mondelinge behandeling op 19 mei 2021,
  • de spreekaantekeningen aan de zijde van [eiser],
  • de spreekaantekeningen aan de zijde van Drubers.
1.2.
na uitroeping van de zaak zijn verschenen:
  • De heer Drubers, bijgestaan door mr. Lobé voornoemd,
  • De heer [eiser], bijgestaan door mr. Drijftholt voornoemd.
  • De heer [A.] van Com Today, computerdeskundige aan de zijde van Drubers,
  • De heer [B.] van Compudent, computerdeskundige aan de zijde van [eiser],
  • Mevrouw Drubers en de heer [C.].
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Feiten

2.1.
[eiser] heeft Drubers op 11 mei 2021 in kort geding gedagvaard, met zaak- en rolnummer 316131 KG ZA 21-234. Tijdens de mondelinge behandeling van 12 mei 2021 hebben partijen ter beëindiging van het geschil de volgende afspraken gemaakt:
De huurovereenkomst zal eindigen 31 december 2021 of zoveel eerder als mogelijk is. Na afloop zal [eiser] het gehuurde ontruimen en geen beroep doen op ontruimingsbescherming.
[eiser] zal binnen 14 dagen na heden een bedrag van € 23.000,- overmaken naar de derdengeldrekening van mr. Lobé, tot zekerheid van hetgeen [eiser] eventueel aan Drubers verschuldigd zal blijken te zijn op grond van de lopende kantongerechtsprocedure.
3.
Met ingang van 1 juni 2021 zal het maandelijks voorschotbedrag onder de poolovereenkomst worden verhoogd tot € 2.475,-, maandelijks aan het begin van de maand door [eiser] te voldoen.
4.
[eiser] betaalt binnen 14 dagen na heden een bedrag van € 4.940,80 aan Drubers als schadevergoeding voor de door hem beschadigde server.
5.
De poolovereenkomst zal worden voortgezet tot 31 december 2021 of zoveel eerder als de huurovereenkomst eindigt.
6.
[eiser] zal onder de poolovereenkomst onbelemmerd van alle faciliteiten gebruik kunnen maken die nodig zijn voor het onbelemmerd uitvoeren van zijn praktijk.
7.
[eiser] zal op eigen kosten een eigen balie van 90 x 120 cm installeren in de wachtruimte op een nader overeen te komen plaats tussen de ingang en de bestaande balie.
8.
Drubers zal alle medewerking verlenen om er voor zorg te dragen dat [eiser] de beschikking krijgt over zijn volledige eigen patiëntenbestand. Het gaat om een conversie waarbij beide partijen hun eigen patiëntenbestanden krijgen en geen toegang meer hebben tot elkaars bestanden. Drubers zal zodanige medewerking verlenen dat [eiser] direct vanaf heden volledig zijn praktijk zal kunnen uitoefenen.
9.
Iedere partij draagt de eigen kosten
10.
De onderhavige procedure wordt per heden doorgehaald.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert samengevat - dat Drubers de vaststellingsovereenkomst van 12 mei 2021 volledig en op juiste wijze nakomt. Meer specifiek gaat het [eiser] erom dat Drubers zijn volledige medewerking verleent en er voor zorgdraagt dat [eiser] toegang krijgt tot zijn volledige patiëntenbestand, inclusief agenda, patiëntgegevens, röntgenfoto’s en behandelplannen. Daarnaast vordert [eiser] dat Drubers er voor zorgdraagt dat hij toegang krijgt tot de bij het OPG-apparaat behorende computer zodat röntgenfoto’s kunnen worden gemaakt en deze naar de eigen server van [eiser] kunnen worden opgeslagen. [eiser] vordert daarbij dat ten laste van Drubers een dwangsom wordt opgelegd indien Drubers niet (tijdig) aan de vaststellingsovereenkomst voldoet. Ten slotte vordert [eiser] dat Drubers in de proces- en nakosten wordt veroordeeld.
3.2.
[eiser] legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat hij nog steeds niet de toegang heeft tot zijn eigen volledige patiëntenbestand als gevolg waarvan hij zijn praktijk niet volwaardig kan uitoefenen. Ook weigert Drubers hem toegang tot het OPG-apparaat.
3.3.
Drubers voert verweer. Zij voert aan dat het tot nog toe niet mogelijk was om de conversie te laten plaatsvinden omdat de door [eiser] toegebrachte schade aan de server zo groot blijkt dat eerst alle gegevens op nieuwe harde schijven moeten worden overgezet voordat de conversie van de patiëntenbestanden plaats kan vinden.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De voorzieningenrechter heeft deskundigen van beide partijen op de zitting gehoord. De heer [A.] van Com Today, de computerdeskundige van Drubers, heeft verklaard dat het riskant is om op dit moment te rommelen met de server vanwege de schade aan de harde schijven van de server. Volgens hem zou een extra belasting van de server kunnen resulteren in uitval van de server als gevolg waarvan de patiëntenbestanden van zowel Drubers als van [eiser] verloren zouden kunnen gaan. De heer [B.] van Compudent, de computerdeskundige van [eiser], heeft daarentegen verklaard dat het zeer wel mogelijk moet zijn om, al was het maar met een tijdelijke oplossing, [eiser] toegang te verlenen tot zijn eigen patiëntenbestand, zonder dat dit een reëel gevaar oplevert voor de patiëntenbestanden. Daarbij heeft [B.] verklaard dat het betrekkelijk eenvoudig is om op de computer behorend bij het OPG-apparaat software te installeren waardoor het voor [eiser] mogelijk is röntgenfoto’s te maken en deze foto’s door middel van een USB-stick over te zetten in de eigen software van [eiser], zonder dat de beschadigde server daartoe extra belast wordt.
4.2.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat Drubers onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet op korte termijn in staat zal zijn om hetgeen een week geleden in artikel 8 van de vaststellingsovereenkomst is overeengekomen na te komen zoals toegezegd. De voorzieningenrechter komt daarom tot de conclusie dat in elk geval deels sprake moet zijn van kennelijke onwil aan de zijde van Drubers om alsnog op afzienbare termijn haar toezeggingen na te komen. Dat rechtvaardigt een veroordeling tot nakoming van het overeengekomene, voorzien van een prikkel in de vorm van een dwangsom. Daarom zal worden beslist zoals in het dictum nader zal worden geformuleerd.
4.3.
Drubers zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
- betekening oproeping € 103,83
- griffierecht 667,00
- salaris advocaat
1.016,00
Totaal € 1.786,83
4.4.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Drubers artikel 8 van de vaststellingsovereenkomst van 12 mei 2021 in dier voege na te komen dat zij alles zal doen wat redelijkerwijs in haar macht ligt om het er toe te leiden dat [eiser] uiterlijk dinsdag 25 mei 2021 toegang krijgt tot zijn volledige patiëntenbestand inclusief agenda, patiëntgegevens, röntgenfoto’s en behandelplannen, alsmede dat zij [eiser] uiterlijk dinsdag 25 mei 2021 toegang verleent tot het OPG-apparaat en de bijbehorende computer zodat röntgenfoto’s kunnen worden gemaakt die naar de eigen server van [eiser] kunnen worden opgeslagen,
5.2.
bepaalt dat Drubers indien zij na betekening van dit vonnis niet of niet tijdig voldoet aan de onder 5.1. genoemde veroordeling een dwangsom verbeurt van € 5.000,00 per dag met een maximum van € 50.000,00,
5.3.
veroordeelt Drubers in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op € 1.786,83, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt Drubers in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Drubers niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th.S. Röell en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 20 mei 2021. [1]

Voetnoten

1.Conc.: