In deze zaak heeft de kantonrechter zich gebogen over de beëindiging van de huurovereenkomst van een bedrijfsruimte, gelegen aan [adres] te [vestigingsplaats], en de vordering van de verhuurder, [eiser], tot betaling van huurachterstand, een contractuele boete en bijkomende kosten. De huurovereenkomst, die op 1 juni 2019 is ingegaan, werd door [eiser] opgezegd per 1 juni 2021 vanwege een huurachterstand van in totaal € 3.000,00. De huurder, [gedaagde], heeft de opzegging en de huurachterstand niet betwist, maar heeft wel bezwaar gemaakt tegen de gevorderde boete en incassokosten. Tijdens de zitting op 19 mei 2021 is [gedaagde] niet verschenen, waardoor de kantonrechter de vordering van [eiser] in grote lijnen heeft toegewezen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst rechtsgeldig is opgezegd en dat [gedaagde] het gehuurde moet ontruimen. Tevens is de vordering tot betaling van de huurachterstand en de contractuele boete toegewezen, evenals de buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten zijn voor rekening van [gedaagde].