Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procedure
- een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel;
- de medische verklaring van 21 mei 2021;
2.Beoordeling
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige materiële schade;
- dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van een ander oproept;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
De arts heeft ter zitting uiteengezet dat gedwongen behandeling geen effect of zelfs een contra-productief effect heeft wanneer betrokkene niet bereid is om hulpverlening te accepteren. Gedwongen opname leidt tot een verslechtering van het toestandsbeeld van betrokkene. Tot op heden is het onduidelijk welke hulpverlening wél geschikt is voor betrokkene, nu zorg in zowel een vrijwillig als in een gedwongen kader ontoereikend blijkt. De rechtbank acht dit, met de advocaat en de arts, zeer zorgelijk.
Op grond van artikel 2:1, derde lid, van de Wvggz dient bij de afgifte van een zorgmachtiging ook de doelmatigheid van de verplichte zorg te worden beoordeeld. Ondanks het buitengewoon zorgelijke beeld, concludeert de rechtbank, gelet op hetgeen ter zitting naar voren is gebracht en gelet op de overgelegde stukken, dat gedwongen zorg, waaronder een opname, in het geval van betrokkene niet doelmatig is. Gedwongen opname blijkt tot een verslechtering van het toestandsbeeld te leiden. Het ernstig nadeel, dat wel degelijk aanwezig is, zal door verplichte zorg binnen een instelling niet méér worden weggenomen dan in de situatie van verblijf thuis, integendeel. Omdat de verzochte verplichte zorg in het geval van betrokkene niet doelmatig is, is de rechtbank van oordeel dat niet aan de wettelijke voorwaarden voor afgifte van de machtiging wordt voldaan. De rechtbank zal het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel dus afwijzen.