In deze zaak heeft eiseres, een huurder van woningbouwvereniging GroenWest, gedaagde, een huurder van woningbouwvereniging Elan Wonen, gedagvaard in kort geding. Eiseres vordert dat gedaagde haar medewerking verleent aan een overeengekomen woningruil, waarbij gedaagde zou verhuizen naar de woning van eiseres en vice versa. De mondelinge behandeling vond plaats op 20 mei 2021, na een eerdere dagvaarding op 12 mei 2021. Eiseres stelt dat beide woningbouwverenigingen akkoord zijn gegaan met de woningruil per 1 maart 2021, maar dat gedaagde op het laatste moment van de overeenkomst afzag. Eiseres heeft een deel van haar inboedel al naar de woning van gedaagde verhuisd, wat haar in een lastige situatie plaatst.
Gedaagde betwist de vordering en stelt dat er geen overeenkomst tot stand is gekomen. De kantonrechter oordeelt dat er wel degelijk een overeenkomst is ontstaan, gezien de uitwisseling van informatie en de feitelijke uitvoering van de overeenkomst door beide partijen. De kantonrechter concludeert dat eiseres een spoedeisend belang heeft bij de vordering, omdat zij schade lijdt door de situatie. De vordering van eiseres wordt toegewezen, waarbij gedaagde wordt verplicht om haar medewerking te verlenen aan de woningruil en een dwangsom wordt opgelegd voor het geval zij hier niet aan voldoet. De proceskosten worden aan gedaagde opgelegd, omdat zij ongelijk krijgt.