ECLI:NL:RBNHO:2021:4806

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 juni 2021
Publicatiedatum
14 juni 2021
Zaaknummer
8251328 \ CV EXPL 20-6
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van luchtreis en de gevolgen van buitengewone omstandigheden

In deze zaak hebben de passagiers, die gezamenlijk procederen, een vordering ingesteld tegen de vervoerder, Austrian Airlines A.G., wegens compensatie voor vertraging van hun vlucht. De passagiers hadden een vervoersovereenkomst gesloten voor een reis van Amsterdam naar Wenen en vervolgens naar Iasi, Roemenië. Op 1 maart 2019 hebben zij de aansluitende vlucht gemist door een vertraging van hun eerste vlucht, OS372, die hen van Amsterdam naar Wenen diende te vervoeren. De passagiers vorderden compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij vertragingen.

De vervoerder heeft de vordering betwist en aangevoerd dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk een wijziging in de slottijd door de luchtverkeersleiding vanwege weersomstandigheden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers met meer dan drie uur vertraging op hun eindbestemming zijn aangekomen, wat hen recht geeft op compensatie, tenzij de vervoerder kan aantonen dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vervoerder voldoende bewijs heeft geleverd dat de vertraging inderdaad het gevolg was van buitengewone omstandigheden. De vervoerder had de passagiers omgeboekt naar vervangende vluchten en heeft aangetoond dat zij alle redelijke maatregelen hebben getroffen om de vertraging te voorkomen. De vordering van de passagiers is afgewezen, en zij zijn veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8251328 \ CV EXPL 20-64
Uitspraakdatum: 23 juni 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[passagier sub 1]

2.
[passagier sub 2]
3.
[passagier sub 3]
4.
[passagier sub 4]
allen wonende te [woonplaats]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen de passagiers
gemachtigde D.R. Kluft
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Austrian Airlines A.G.
gevestigd te Wenen (Oostenrijk)
gedaagde
hierna te noemen de vervoerder
gemachtigde mr. E.C. Douma

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 27 november 2019 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagiers diende te vervoeren van Amsterdam naar Wenen (Oostenrijk) met vluchtnummer OS372 en aansluitend van Wenen naar de luchthaven van Iasi (Roemenië) op 1 maart 2019. De geplande aankomsttijd te Iasi was 15:20 uur lokale tijd.
2.2.
Vlucht OS372 heeft vertraging opgelopen waardoor de passagiers de aansluitende vlucht hebben gemist. De vervoerder heeft de passagiers te Wenen omgeboekt naar vervangende vluchten van Wenen naar Boekarest (Roemenië) en van Boekarest naar luchthaven Stefan cel Mare (Suceava, Roemenië). De vervangende vlucht van Boekarest naar luchthaven Stefan cel Mare is op 1 maart 2019 om 22:31 uur lokale tijd aangekomen. De passagiers zijn vervolgens verder gereisd en op 2 maart 2019 om 00:15 uur lokale tijd, met een vertraging van circa 9 uur op de eindbestemming te Iasi aangekomen.
2.3.
De passagiers hebben compensatie van de vervoerder gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 1.600,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 april 2019, althans 25 mei 2019, althans vanaf de datum van de dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 290,40 inclusief btw aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 25 mei 2019, althans vanaf de datum van de dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten en de nakosten.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 400,00 per passagier.
3.3.
De vervoerder betwist de vordering. Op zijn verweer wordt bij de beoordeling ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
Vast staat dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur zijn aangekomen op de eindbestemming, zodat de vervoerder op grond van de Verordening in beginsel gehouden is de compensatie als bedoeld in de Verordening te voldoen. Dit is anders indien hij kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening.
4.3.
De vervoerder heeft een beroep gedaan op buitengewone omstandigheden. Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft de vervoerder het vluchtrapport en de ‘slot history’ van de voorgaande vlucht overgelegd. De voorgaande vlucht stond gepland te vertrekken om 06:05 uur UTC. Uit de ‘slot history’ van de voorgaande vlucht volgt dat de luchtverkeersleiding, reeds twee uur voor de schemavertrektijd, de oorspronkelijke CTOT van 10:40 uur UTC introk, meerdere malen de CTOT heeft herzien en een nieuwe CTOT van 06:55 uur UTC aan het toestel toekende wegens vertragingscode 84. Deze code staat voor: ‘ATFM due to weather at destination’. Een luchtvaartmaatschappij is altijd verplicht een CTOT op te volgen. Niet is gebleken dat de vervoerder zelf om een nieuwe CTOT heeft verzocht. Het besluit van de luchtverkeersleiding is in het onderhavige geval dan ook aan te merken als een buitengewone omstandigheid in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening.
4.4.
Voldoende is gebleken dat deze buitengewone omstandigheid doorwerkt naar vlucht OS372. De vertrekvertraging van vlucht OS372 is voor 5 minuten het gevolg geweest van de buitengewone omstandigheid die zich heeft voorgedaan tijdens de uitvoering van de voorgaande vlucht. Uit het vluchtrapport van de vlucht blijkt immers dat een vertrekvertraging van 5 minuten is ontstaan wegens ‘Aircraft Rotation, late Arrival of Aircraft From Another Flight or Previous Sector’ (vertragingscode 93).
4.5.
De vlucht stond gepland te vertrekken om 09:10 uur UTC, maar is om 09:37 uur UTC vertrokken, dus met een vertrekvertraging van 27 minuten. Uit de ‘slot history’ van de vlucht volgt dat de luchtverkeersleiding de oorspronkelijke CTOT van 09:10 uur UTC introk, meerdere malen heeft herzien en een nieuwe CTOT van 09:49 uur UTC aan het toestel toekende wegens vertragingscode 81. Deze code staat voor: ‘ATFM due to ATC enroute demand/capacity’. Een luchtvaartmaatschappij is altijd verplicht een CTOT op te volgen. De vervoerder heeft voldoende aangetoond dat de vlucht niet eerder kon opstijgen vanwege de opgelegde CTOT van 09:49 uur UTC. De vlucht is uiteindelijk om 11:34 uur UTC (12:34 uur lokale tijd) aangekomen in Wenen, met een aankomstvertraging van 34 minuten. Niet is gebleken dat de vervoerder zelf om een nieuwe CTOT heeft verzocht. Het besluit van de luchtverkeersleiding is in het onderhavige geval dan ook aan te merken als een buitengewone omstandigheid in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening. De vertraging van de vlucht van 34 minuten is dan ook ontstaan als gevolg van buitengewone omstandigheden. Met de overgelegde ‘slot histories’, die afkomstig zijn van de luchtverkeersleiding, heeft de vervoerder voldoende onderbouwd dat aan het toestel dat de voorgaande vlucht (van Wenen naar Amsterdam) en vlucht OS37 heeft uitgevoerd voorafgaand aan het vertrek uit Wenen en daarnaast voorafgaand aan het vertrek uit Amsterdam een later vertrekslot (CTOT) toegewezen heeft gekregen van de luchtverkeersleiding, die het gevolg waren van de vertragingscodes die in die ‘slot histories’ staan vermeld.
4.6.
De uiteindelijke vertraging van de passagiers van meer dan drie uur op de eindbestemming, is het directe gevolg geweest van de vertraagde uitvoering van de vlucht, en daarmee ook het gevolg van (doorwerking van) buitengewone omstandigheden. De passagiers hebben immers hierdoor de aansluitende vlucht naar Iasi, met geplande vertrektijd 12:35 uur lokale tijd, gemist.
4.7.
De vraag die vervolgens beantwoord dient te worden is of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging als gevolg van de buitengewone omstandigheid te voorkomen dan wel te beperken, zonder dat hij op het relevante tijdstip onaanvaardbare offers uit het oogpunt van de mogelijkheden van haar onderneming had gebracht.
4.8.
De vervoerder heeft aangevoerd dat op de luchthaven van Wenen een minimale overstaptijd (MCT) van 25 minuten geldt. De passagiers hadden oorspronkelijk een overstaptijd van 35 minuten. De vlucht was namelijk gepland om aan te komen in Wenen om 12:00 uur lokale tijd en de aansluitende vlucht stond gepland te vertrekken om 12:35 uur lokale tijd.. Een luchtvaartmaatschappij dient bij het boeken van een vlucht voldoende overstaptijd in acht te nemen om eventuele vertragingen op te kunnen vangen. Een geplande overstaptijd van 35 minuten hanteren terwijl een minimale overstaptijd van 25 minuten geldt voor Wenen, geeft een speling van 10 minuten om incidenten op te kunnen vangen. Dat is naar het oordeel van de kantonrechter niet voldoende. Dit neemt niet weg dat de vlucht uiteindelijk in Wenen aangekomen is om 12:34 uur lokale tijd, aldus met aankomstvertraging van 34 minuten en dat de passagiers, ook al had de vervoerder voldoende reservetijd in acht genomen, de aansluitende vlucht niet meer had kunnen halen.
4.9.
Anders dan de passagiers is de kantonrechter van oordeel dat niet van de vervoerder in onderhavige geval kon worden verwacht dat hij bij de omstandigheid dat de luchtverkeersleiding voor vertrek meerdere malen een nieuwe slottijd oplegt aan een vlucht voor de passagiers van die vlucht met een overstap onderzoekt of zij hierdoor nog de overstap kunnen halen en vervolgens de mogelijkheden onderzoekt om de passagiers om te boeken naar vluchten bij verschillende andere luchtvaartmaatschappijen die omstreeks hetzelfde tijdstip vertrekken, zodat de overstap nog kan worden gehaald. Daarnaast heeft de vervoerder gemotiveerd weersproken dat het niet mogelijk was om vlucht OS372 alsnog volgens schema uit te voeren met de inzet van een ander toestel.
4.10.
De passagiers zijn omgeboekt op vervangende vluchten, via Boekarest, naar een andere luchthaven te Roemenië (Stefan cel Mare). Gesteld noch gebleken is dat de vervoerder hiermee niet alles in het werk gesteld om de passagiers zo spoedig mogelijk te vervoeren naar hun eindbestemming. De passagiers hebben ook niet gesteld wat er in deze omstandigheden nog meer van de vervoerder mocht worden verwacht. Gelet op het voorgaande zal de vordering worden afgewezen.
4.11.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat zij ongelijk krijgen. De kosten aan de zijde van de vervoerder worden begroot op € 374,00 aan salaris gemachtigde (2 x tarief € 187,00). Ook de nakosten komen voor rekening van de passagiers, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt. De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen overeenkomstig de richtlijnen van het LOVCK&T en worden begroot op een half salarispunt conform het liquidatietarief proceskosten met een maximum van € 124,00, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 374,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder en veroordeelt de passagiers tot betaling van € 93,50 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
5.3.
verklaart dit vonnis, voor wat betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter