Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
I. Voor recht verklaart dat, indien sprake is van schenkingen, deze zijn vernietigd, dan wel deze te vernietigen;
II. [gedaagde] zal veroordelen om binnen 10 dagen na vonnis aan [eiser] af te geven:
-Hyundai i30 GD 1.6 GDI Blue i-Vision 6MT personenauto, kenteken 7-KVN-80 plus accessoires, winterbanden, papieren/kentekencard, tenaamstellingscode en twee sets sleutels;
-Batavus HMY D elektrische fiets met accu en oplader;
-damesfiets;
-schilderij;
-DVD recorder Humax iHDR-5050c;
-torenventilator Kinzo 45W;
-lampetstel, aardewerk, crèmekleurig;
III. Een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag of dagdeel dat [gedaagde] niet aan de veroordeling voldoet, met een maximum van € 12.500,-;
IV. Onder veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten, inclusief de nakosten.
Het bewerkstelligen en aanvaarden van schenkingen levert onder die omstandigheden misbruik van omstandigheden op.
4.Het verweer
kreeg medicijnen voor haar depressie en daardoor ging het medio 2020 weer beter met haar.
“Omdat [erflaatster] niet/nauwelijks meer durfde auto te rijden, wilde zij haar auto aan Arie schenken. De auto heeft Arie tijdens het huwelijk voor [erflaatster] gekocht van een ontslagvergoeding die hij had gekregen. U was erbij toen zij met Jos (haar budgetbeheerder) belde om te vragen wat daarvoor nodig was: de auto moest alleen overgeschreven worden.”
“
In het ziekenhuis ging u wekelijks bij [erflaatster] op visite. Ze had al vrij snel tegen u gezegd dat ze wilde dat de auto naar Arie zou gaan, evenals het Lampetstel. Die zou namelijk mooi staan in [woonplaats 1] met bloemen erin.”
“U vertelde dat ze de scheiding eigenlijk best netjes geregeld hebben. Arie bleef in het huis omdat het huis al voor het huwelijk van hem was, maar [erflaatster] heeft een redelijke som geld meegekregen van Arie. Daarnaast kreeg [erflaatster] de auto mee, deze had Arie haar destijds cadeau gegeven en voor het grootste gedeelte zelf betaald. Dit is dan ook de reden waarom [erflaatster] wilde dat deze auto weer terug zou gaan naar Arie toen zij ziek werd.”4.6. Op 23 augustus 2020 bleek dat [erflaatster] ongeneeslijk ziek was. In de periode na dit bericht brachten [gedaagde] en [erflaatster] veel tijd samen door. Op 18 september 2020 heeft [erflaatster] aan [gedaagde] laten weten dat zij wilde dat de auto overgeschreven zou worden op naam van [gedaagde]. [erflaatster] en [gedaagde] hebben daarop samen telefonisch contact opgenomen met Univé, bij deze verzekeringsmaatschappij was de auto verzekerd. [gedaagde] verwijst in dit verband naar de registratie van Univé van dit telefoongesprek, waarin onder meer is opgenomen:
“Mijnheer [gedaagde] belt samen met zijn ex partner op (mw [erflaatster]).Auto van mw [erflaatster] wordt binnenkort overgeschreven op naam van de heer [gedaagde]. Dit gaan zij regelen omdat mw wegens medische redenen niet meer kan rijden.Aangegeven dat men dat kan regelen bij het postkantoor. Mw. [erflaatster] ontvangt dan een vrijwaringbewijs, hiermee kan ze de polis stoppen en mijnheer [gedaagde] kan ons bellen voor het opmaken van een polis onder zijn naam.”4.7. [erflaatster] heeft vervolgens de benodigde papieren voor de overschrijving aan [gedaagde] gegeven. [gedaagde] heeft op 13 oktober 2020 de auto op zijn naam laten overschrijven.
€ 8.917,-.
5.De beoordeling
De kantonrechter oordeelt hierover als volgt. Artikel 4:145 lid 2 BW bepaalt dat de executeur bij de uitvoering van zijn taak de erfgenamen in en buiten rechte vertegenwoordigt. Volgens de toelichting op dit artikel betreft dit een exclusieve bevoegdheid. De executeur is bevoegd tot het beheer over de nalatenschap, met uitsluiting van de (overige) erfgenamen.
Dit betekent, dat de executeur in het kader van zijn taak tot beheer van de nalatenschap, een gerechtelijke procedure kan aanspannen, zonder dat hij daarvoor de instemming van de overige erfgenamen nodig heeft. [eiser] is dan ook, in zijn hoedanigheid van executeur van de nalatenschap van [erflaatster], ontvankelijk in zijn vorderingen.
De auto
[eiser] heeft in dit verband aangevoerd, dat een wijziging van de tenaamstelling bij de RDW niet zonder meer aantoont dat de tenaamgestelde ook de eigenaar is van de auto.
De overschrijving van de auto is echter, naar het oordeel van de kantonrechter, aan te merken als een uiting van de wil van [erflaatster] om de auto aan [gedaagde] te schenken. [gedaagde] is weliswaar niet door de overschrijving als zodanig eigenaar geworden, maar wel door de schenking, die door [gedaagde] is aanvaard. De overschrijving -waarvoor [erflaatster] de benodigde papieren aan [gedaagde] ter hand heeft gesteld- is in dit verband dus aan te merken als uiting van de wil van [erflaatster] om [gedaagde] te bevoordelen. Het gesprek met Univé omtrent de overschrijving vond plaats op 18 september 2020. [erflaatster] was toen weliswaar al ziek, maar niet is gebleken dat zij op dat moment zodanig verward, dan wel zwak zou zijn, dat zij op dat moment niet in staat was om haar wil te bepalen.
Aan toepassing van artikel 7:176 BW komt de kantonrechter daarom niet toe.
De fietsen, schilderij, lampetstel en dvd recorder
Uit deze gang van zaken, zoals door [gedaagde] beschreven en door [eiser] niet weersproken, blijkt naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende dat [erflaatster] daadwerkelijk de wil had om de elektrische fiets aan [gedaagde] te schenken. Het enkele feit dat de fiets naar Andijk is gebracht kan deze conclusie niet rechtvaardigen. Hierin zou immers ook besloten kunnen liggen dat [erflaatster] de fiets zelf wilde gebruiken in Andijk. [gedaagde] stelt dat [erflaatster], toen duidelijk werd dat zij niet meer “thuis” zou komen, had gezegd dat hij de fiets mocht houden en ermee mocht doen wat hij wilde. Dit wordt echter niet ondersteund door getuigenverklaringen en ook is niet duidelijk gebleken, bij welke gelegenheid [erflaatster] dit zou hebben verklaard. Een duidelijke wil tot bevoordeling is dan ook niet komen vast te staan.
Uit de gang van zaken zoals door [gedaagde] beschreven, volgt immers dat deze met instemming van [erflaatster] uit haar eigen woning naar de woning van [gedaagde] in Andijk zijn gebracht, vanuit de gedachte dat [erflaatster], als zij ook weer daar zou gaan wonen, deze spullen (schilderij en lampetstel) dan graag om zich heen wilde hebben. De verklaring van [ZZ] wijst er ook niet eenduidig op dat [erflaatster] het lampetstel aan [gedaagde] wilde schenken. De dvd recorder mocht [gedaagde] gebruiken, omdat zijn dvd-recorder stuk was gegaan. Hieruit volgt echter nog geen wil tot bevoordeling in het kader van een schenking, maar veeleer een beschikbaar stellen voor gebruik.
De torenventilator
6.De beslissing
-Batavus HMY D elektrische fiets met accu en oplader;
-schilderij;
-DVD recorder Humax iHDR -5050c;
-lampetstel, aardewerk, crèmekleurig;