In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 10 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Essent Energie Verkoop Nederland B.V. en Novels B.V. Essent, de eiseres, vorderde betaling van een opzegvergoeding van € 19.476,40 van Novels, een horecaonderneming, die door de coronamaatregelen in financiële problemen was geraakt. Novels had enkele facturen niet tijdig betaald en Essent had de overeenkomst ontbonden. De kantonrechter moest beoordelen of Essent zich kon beroepen op de opzegvergoeding, gezien de bijzondere omstandigheden van de coronacrisis.
De kantonrechter oordeelde dat Essent onvoldoende rekening had gehouden met de gerechtvaardigde belangen van Novels. De rechter stelde vast dat Novels door de verplichte sluiting van de horeca geen omzet genereerde en dat Essent op de hoogte was van de financiële situatie van Novels. De kantonrechter concludeerde dat de redelijkheid en billijkheid met zich meebrachten dat Essent zich niet ten volle kon beroepen op de opzegvergoeding. De rechter stelde de opzegvergoeding vast op € 9.747,32, wat 50% van het gevorderde bedrag was. Na verrekening resteerde er nog een bedrag van € 913,71 dat door Novels aan Essent moest worden betaald.
Daarnaast werd de wettelijke handelsrente toegewezen over het toegewezen bedrag vanaf 10 juli 2020. De kantonrechter wees ook een deel van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten toe, maar wees de dossierkosten af. De proceskosten werden geacht door beide partijen zelf te worden gedragen. Dit vonnis benadrukt de impact van de coronamaatregelen op contractuele verplichtingen en de noodzaak voor partijen om rekening te houden met elkaars belangen in onvoorziene omstandigheden.