ECLI:NL:RBNHO:2021:5071

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 juni 2021
Publicatiedatum
23 juni 2021
Zaaknummer
8827212 \ CV EXPL 20-3987
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van overeenkomst wegens tekortkoming in nakoming door vakantieaanbieder

In deze zaak heeft eiser, een vakantieganger, een overeenkomst gesloten met ES Vakanties voor een verblijf in een safaritent op vakantiepark Parc Sonnleiten in Oostenrijk. De overeenkomst was voor de periode van 10 juli 2020 tot en met 24 juli 2020, waarvoor eiser een bedrag van € 1.804,50 had voldaan. Op 6 juli 2020 informeerde ES Vakanties eiser dat de safaritent niet op tijd gereed zou zijn en bood een alternatieve boeking aan voor een later tijdstip. Eiser besloot uiteindelijk om de overeenkomst te ontbinden op 16 juli 2020, omdat er een kans van 60% werd gegeven dat de safaritent op 17 juli 2020 gereed zou zijn, wat voor eiser een grote mate van onzekerheid met zich meebracht. Eiser vorderde terugbetaling van € 1.009,50, het restant van de reissom, maar ES Vakanties weigerde dit te betalen.

De kantonrechter oordeelde dat eiser terecht de overeenkomst had ontbonden. De rechtbank stelde vast dat de informatie die door ES Vakanties was verstrekt over de beschikbaarheid van de safaritent onvoldoende zekerheid bood. De aangeboden alternatieve accommodatie in een pension werd niet als gelijkwaardig beschouwd. De kantonrechter veroordeelde ES Vakanties tot terugbetaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Tevens werden de proceskosten aan de zijde van eiser toegewezen, omdat ES Vakanties ongelijk kreeg in deze procedure.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 8827212 \ CV EXPL 20-3987
Uitspraakdatum: 17 juni 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
wonende te [woonplaats]
eiser
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: M.A. Woudenberg (DAS)
tegen
Caravan Interland B.V. mede handelend onder de naam ES Vakanties
gevestigd en kantoorhoudende te Apeldoorn
gedaagde
verder te noemen: ES Vakanties
vertegenwoordigd door R.A. Hertog

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 8 oktober 2020 een vordering tegen ES Vakanties ingesteld. ES Vakanties heeft mondeling en schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 17 mei 2021 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.

2.De feiten

2.1.
[eiser] heeft op 18 december 2019 een overeenkomst met ES Vakanties gesloten voor een verblijf in een safaritent op vakantiepark Parc Sonnleiten (hierna: het park) voor de periode van 10 juli 2020 tot en met 24 juli 2020 in Oostenrijk.
2.2.
De overeengekomen prijs van € 1.804,50 heeft [eiser] volledig voldaan.
2.3.
Op 6 juli 2020 heeft ES Vakanties aan [eiser] bericht dat de safaritent niet op tijd klaar zou zijn, er tot 17 juli nog niet veel ES-gasten op de camping zijn en aangeboden mee te denken indien [eiser] zijn verblijf bij Parc Sonnleiten wil heroverwegen. [eiser] en ES Vakanties hebben een nieuwe overeenkomst gesloten voor de periode van 17 juli 2020 tot en met 24 juli 2020. ES Vakanties heeft een bedrag van € 795,- aan [eiser] geretourneerd.
2.4.
Op 15 juli 2020 heeft [eiser] telefonisch contact opgenomen met ES Vakanties over de stand van zaken. Een dag later heeft [eiser] met Hertog gesproken. Hertog heeft telefonisch meegedeeld dat er een kans van 60 procent was dat het park op 17 juli 2020 klaar zou zijn. ES Vakanties heeft een alternatief aangeboden voor het geval het park niet op tijd klaar zou zijn, verblijf in een naastgelegen pension.
2.5.
[eiser] heeft besloten om op 17 juli 2020 niet naar het park te gaan.
2.6.
Per Whatsapp bericht van 24 juli 2020 heeft [eiser] aan ES Vakanties verzocht het bedrag van € 1.009,50 terug te betalen. ES Vakanties heeft geantwoord dat zij niet in zien waarom zij de rest van de reissom zouden moeten vergoeden.
2.7.
Bij brief van 17 augustus heeft de gemachtigde van [eiser] ES Vakanties tot terugbetaling gesommeerd. In deze brief is bij gebreke van betaling binnen 15 dagen de verschuldigdheid van buitengerechtelijke kosten aangekondigd.
2.8.
Bij brief van 3 en 11 september 2020 heeft [eiser] ES Vakanties gesommeerd. ES Vakanties heeft niet meer gereageerd.

3.De vordering

3.1.
[eiser] vordert dat de kantonrechter ES Vakanties veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 1.009,50 aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten ad € 151,43. Tevens vordert [eiser] veroordeling van ES Vakanties in de proceskosten en de nakosten te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum vonnis.
3.2.
[eiser] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat er sprake is van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming en dat ES Vakanties op grond van artikel 6:88 lid 1 onder a BW het bedrag van € 1.009,50 dient terug te betalen. [eiser] mocht uit de mededeling van ES Vakanties van 16 juli 2020 afleiden dat ES Vakanties in de nakoming van haar verbintenis zou tekortschieten.

4.Het verweer

4.1.
ES Vakanties betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat de safaritent op 17 juli 2020 beschikbaar was. Maar ook indien de safaritent niet beschikbaar zou zijn, heeft ES Vakanties een redelijk alternatief aangeboden, namelijk het pension. ES Vakanties stelt zich op het standpunt dat er een kleine wijziging heeft plaatsgevonden waarvan [eiser] geen nadeel zou ondervinden. In tegendeel, het zou een verbetering zijn omdat in het pension 4 kamers beschikbaar zouden zijn met uitzicht over de bergen en ieder een eigen toilet en douche. Tevens was ontbijt geregeld. ES Vakanties is haar deel van de verbintenis nagekomen. Op grond van artikel 6 van de algemene voorwaarden is bij annulering na de dag van aankomst de gehele reissom verschuldigd.

5.De beoordeling

5.1.
ES Vakanties moet het bedrag van € 1.009,50 terugbetalen aan [eiser] . Twee dagen voor het geboekte verblijf in de safaritent heeft [eiser] telefonisch contact opgenomen met ES Vakanties. Dit deed hij omdat ES Vakanties eerder had meegedeeld dat de camping tijdens de eerste week van de oorspronkelijke boeking nog niet klaar was en omdat [eiser] langs de camping was gereden en toen zag dat er nog druk werd gewerkt om de camping gereed te maken. [eiser] werd verzocht een dag later terug te bellen. In dit telefoongesprek heeft ES Vakanties medegedeeld dat er een kans van 60 procent was dat het park dan wel de safaritent gereed zou zijn (niet duidelijk is wat ES Vakanties hierover precies heeft gezegd). Vervolgens heeft [eiser] de boeking op 16 juli 2020 geannuleerd.
5.2.
Naar het oordeel van de kantonrechter kon en mocht [eiser] uit de mededeling van ES Vakanties op 16 juli 2020 verwachten dat de accommodatie op 17 juli 2020 nog niet gereed was. Immers, een dag voor aanvang van het verblijf schatte ES Vakanties de slagingskans op 60 procent. Dat is weliswaar meer dan 50%, zoals door ES Vakanties ter zitting betoogd, maar er was een grote mate van onzekerheid dat [eiser] vakantie zou kunnen vieren in een safaritent op het park. De rechtbank volgt de stelling van [eiser] dat het aangeboden alternatief niet gelijkwaardig was. Een verblijf in een safaritent of een verblijf in een pension is een wezenlijk verschil. [eiser] heeft op juiste gronden de overeenkomst ontbonden.
5.3.
Ter zitting is gebleken dat ES Vakanties met circa 10 man bezig was om het park gereed te krijgen, dat enkel de douches en toiletten moesten worden aangesloten en dat alles op 17 juli 2020 gereed was. Deze informatie was bij [eiser] destijds niet bekend. Hij hoefde niet het risico te nemen om op 17 juli 2020 bij de camping te verschijnen en dan te merken dat het overeengekomen verblijf (in een safaritent op een camping die verder ook gereed is om gasten te ontvangen) niet mogelijk is.
5.4.
ES Vakanties is gezien het voorgaande tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst en in verzuim. Door ontbinding van de overeenkomst ontstaat op grond van artikel 6:271 Burgerlijk Wetboek (BW) de verplichting voor partijen tot ongedaanmaking van de reeds door hen ontvangen prestaties. Dat betekent dat ES Vakanties € 1.009,50 moet terugbetalen aan [eiser] .
5.5.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van [eiser] zal toewijzen.
5.6.
De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom en de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten van € 151,43 zijn, als niet weersproken, toewijsbaar. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is bovendien in overeenstemming met het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen, omdat niet is gesteld of gebleken dat deze kosten daadwerkelijk zijn betaald.
5.7.
De proceskosten komen voor rekening van ES Vakanties, omdat zij ongelijk krijgt.
5.8.
Daarbij wordt ES Vakanties ook veroordeeld tot betaling van € 62,- aan nasalaris voor zover daadwerkelijk nakosten door [eiser] worden gemaakt. De nakosten worden overeenkomstig de richtlijnen van het Landelijk Overleg Voorzitters Civiele sectoren en Kantonsectoren begroot op een half salarispunt conform het gebruikelijk liquidatietarief voor proceskosten tot een maximum van € 124,-. De gevorderde rente over de nakosten zal worden toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt ES Vakanties tot betaling aan [eiser] van € 1.009,50, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 16 juli 2020, tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt ES Vakanties tot betaling aan [eiser] van € 151,43 aan buitengerechtelijke incassokosten;
6.3.
veroordeelt ES Vakanties tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [eiser] tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 106,47
griffierecht € 236,00
salaris gemachtigde € 248,00;
6.4.
veroordeelt ES Vakanties tot betaling van € 62,- aan nakosten, voor zover daadwerkelijk nakosten door [eiser] worden gemaakt, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.6.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Gisolf en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter