I. [werknemer] te veroordelen tot betaling van € 8.100,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 november 2020 tot de dag van algehele voldoening;
II. Voor recht te verklaren dat [werknemer] voor 16 november 2020 wanprestatie gepleegd heeft althans onrechtmatig heeft gehandeld jegens [werkgever] en daarom:
1. primair: gehouden is de daardoor door [werkgever] geleden en nog te lijden schade te vergoeden, deze schade op te maken bij staat;
2. subsidiair: [werknemer] te veroordelen tot betaling van € 16.462,45, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de betaaldagen van de salarissen over de maanden september, oktober en november 2020 tot de dag van algehele voldoening;
III. 1. [werknemer] te gebieden om:
a. onmiddellijk te staken en gestaakt de houden de behandeling van dossiers die zij ooit in dienst van [werkgever] heeft behandeld en de bijstand aan cliënten die zij ooit in dienst van [werkgever] heeft bijgestaan;
b. de desbetreffende cliënten, voor zover zij daarmee contact heeft gehad over hun vertrek bij [werkgever] , mede te delen dat zij de behandeling heeft moeten staken met verwijzing van die cliënten naar [werkgever] ;
c. alle stukken en gegevens die zij in dienst van [werkgever] onder zich heeft gekregen onmiddellijk aan [werkgever] terug te geven zonder daarvan kopie te bewaren;
een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat [werknemer] na betekening van de beschikking hiermee in gebreke blijft;
2. [werknemer] te veroordelen tot betaling aan [werkgever] van € 128.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 november 2020 tot de dag van algehele voldoening.
IV. [werknemer] te veroordelen in de proceskosten en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente indien daaraan niet binnen 14 dagen na dagtekening van de beschikking wordt voldaan.