ECLI:NL:RBNHO:2021:526

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 januari 2021
Publicatiedatum
25 januari 2021
Zaaknummer
8582117
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde facturen voor motorrijtuigenverzekeringen

In deze zaak heeft TIS verzekeringen, vertegenwoordigd door Alan Jacktar B.V., een vordering ingesteld tegen [gedaagde], h.o.d.n. Taxi Snor, wegens onbetaalde facturen voor motorrijtuigenverzekeringen. De vordering is ingesteld bij dagvaarding op 5 juni 2020. TIS heeft als gevolmachtigde van diverse verzekeraars vijf verzekeringen voor [gedaagde] afgesloten, met ingangsdatum 1 april 2019. TIS heeft kwartaalfacturen en een borgfactuur van EUR 500,- gestuurd, maar [gedaagde] heeft deze facturen onbetaald gelaten. [gedaagde] heeft de vordering betwist en aangevoerd dat TIS ten onrechte geen verrekening heeft toegepast van een eerder betaalde borg en een overstand in de premies. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] de facturen niet heeft betwist en dat de vordering van TIS correct is gespecificeerd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de borg niet kan worden verrekend met de openstaande premies, omdat [gedaagde] een van de verzekeringen heeft voortgezet. De vordering van TIS is toegewezen, inclusief buitengerechtelijke kosten en rente, en [gedaagde] is veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 8582117 CV EXPL 20-2718
Uitspraakdatum: 20 januari 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
Alan Jacktar B.V., h.o.d.n. TIS verzekeringen
gevestigd te Amsterdam
eiseres
verder te noemen: TIS
gemachtigde: Landelijke Associatie Van Gerechtsdeurwaarders B.V.
tegen
[gedaagde] , h.o.d.n. Taxi Snor
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. R.P. van den Broek

1.Het procesverloop

1.1.
TIS heeft bij dagvaarding van 5 juni 2020 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord. Daarna heeft TIS gerepliceerd en [gedaagde] gedupliceerd.

2.De feiten

2.1.
TIS heeft als gevolmachtigde van diverse verzekeraars namens die verzekeraars met [gedaagde] vijf verzekeringen voor motorrijtuigen van [gedaagde] afgesloten met als ingangsdatum 1 april 2019.
2.2.
In verband met genoemde verzekeringen stuurde TIS aan [gedaagde] kwartaalfacturen wegens de verschuldigde premie en een factuur wegens een verschuldigde borg van EUR 500,-.
2.3.
Op 27 juni 2019 heeft [gedaagde] aan TIS gevraagd om drie polissen te royeren per 1 augustus 2019 en gemeld dat de verzekering met nummer TIS-099000005 wordt overgeschreven naar een andere intermediair.

3.De vordering

3.1.
TIS vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van EUR 1.050,40, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
TIS legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] tot voormeld bedrag de facturen van TIS voor de verschuldigde verzekeringspremies onbetaald heeft gelaten.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering. Hij voert aan – samengevat – dat TIS ten onrechte de overstand die hij had in de betaling van de premies per 18 juni 2019 ad EUR 472,93 en de betaalde borg ad EUR 500,- die hij terug dient te ontvangen van TIS na royement van de verzekeringen, niet heeft verrekend met de uitstaande facturen. Als TIS dat correct zou hebben gedaan, zou [gedaagde] nog slechts EUR 77,07 hoeven te betalen.

5.De beoordeling

5.1.
TIS heeft haar vordering gespecificeerd door een overzicht in het geding te brengen van alle facturen die zij aan [gedaagde] in verband met de verzekeringen heeft gestuurd, alsmede van alle betalingen die zij van [gedaagde] heeft ontvangen. Dit overzicht saldeert op een vordering van TIS op [gedaagde] van EUR 1.050,40. [gedaagde] heeft de juistheid van de in het overzicht vermelde facturen van TIS niet betwist. Hij heeft evenmin gesteld dat de betalingen zoals die blijken uit het door TIS in het geding gebrachte overzicht onjuist zijn. Weliswaar heeft hij onder verwijzing naar zijn eerdere correspondentie met TIS aangevoerd dat “de optelling in dit overzicht niet correct is” en dat uit zijn eigen administratie volgt dat TIS een veel kleiner bedrag te vorderen heeft, maar hij heeft niet toegelicht waar de fout zit in de specificatie van TIS, laat staan dat hij die fout heeft onderbouwd. Nu niet in geschil is dat hij de facturen van TIS voor de lopende verzekeringen verschuldigd was, had dit wel op zijn weg gelegen.
5.2.
Wat betreft de door [gedaagde] aan TIS betaalde borg van EUR 500,- heeft TIS toegelicht dat zij de borg incasseerde namens de verzekeringsmaatschappij en dat deze borg eerst wordt terugbetaald na royement van de betreffende verzekering. TIS heeft daarbij verwezen naar hoofdstuk 8 van de polisvoorwaarden, waarin is bepaald dat een waarborgsom is verschuldigd voordat de verzekering ingaat, die de verzekeraar kan gebruiken als de verzekeringnemer de premie niet betaalt. Hierin is ook vermeld dat de waarborgsom wordt terugbetaald als de verzekering wordt beëindigd. Nu [gedaagde] (tenminste) een van de verzekeringen heeft voortgezet (via een andere intermediair), wordt de waarborgsom (nog) niet terugbetaald. Van verrekening met de openstaande premie kan dus ook geen sprake zijn.
5.3.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van TIS zal toewijzen. Dat geldt ook voor de gevorderde buitengerechtelijke kosten en rente, die [gedaagde] is verschuldigd omdat hij de betalingstermijn van de facturen heeft laten verlopen.
5.4.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan TIS van EUR 1.317,66 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over EUR 1.050,40 vanaf 20 mei 2020 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van TIS tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 105,09
griffierecht € 499,00
salaris gemachtigde € 360,00 ;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Flipse en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter