Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
fataletermijn in de zin van artikel 6:83 sub a BW, bij gebreke van nakoming waarvan Focus direct in verzuim zou komen te verkeren.
welke concrete gebreken en nalatighedenFocus in gebreke wordt gesteld en waarvan precies nakoming of herstel wordt gevorderd, en dat is wel een vereiste om te kunnen spreken van een adequate ingebrekestelling in de zin van artikel 6:82 BW. Er wordt slechts in algemene en vage zin opgemerkt dat ''met veel van de werkzaamheden nog niet is begonnen'', dat (andere) ''werkzaamheden nog niet zijn afgerond, dat ''er is sprake van veel te veel technische fouten'', dat ''het werk erg laag van kwaliteit is'', en dat Focus wordt verzocht ''alle werkzaamheden te gaan uitvoeren en opleveren''. Hieruit kunnen geen concrete gebreken en nalatigheden worden afgeleid, zodat het voor Focus niet duidelijk was welke activiteiten van haar nu precies werden verlangd om aan de ingebrekestelling te voldoen.
overeenkomstvereist (zie 4.15), maar de aanvullende overeenkomst kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden gezien als een zelfstandige, voor ontbinding vatbare overeenkomst, die prestaties behelst die ongedaan gemaakt kunnen worden. Inhoudelijk draagt de ''aanvullende overeenkomst'' het karakter van een aanvulling op of bijlage bij de overeenkomst van 15 januari 2019. Het betreft immers alleen een nadere afspraak op één punt van de overeenkomst: een aangepaste oplevertermijn. Dat, zoals Tramonti stelt, ook een extra betaling door Tramonti aan Focus van € 400,– zou zijn overeengekomen (bovenop het bedrag dat uit hoofde van de overeenkomst van 15 januari 2019 reeds overeengekomen was) wordt verworpen nu Focus dit heeft betwist en Tramonti hierna, hoewel dat wel op zijn weg had gelegen, geen feiten en omstandigheden ter onderbouwing van deze stelling meer heeft gesteld. Daarmee is deze stelling van Tramonti niet vast komen te staan. De rechtbank gaat er daarom van uit dat de aanvullende overeenkomst alleen ziet op een nadere oplevertermijn. Tramonti benadrukt dit accessoire karakter van de aanvullende overeenkomst op de overeenkomst van 15 januari 2019 overigens zelf in de dagvaarding onder randnummer 39: ''de aanvullende overeenkomst is in essentie slechts een aansporing voor Focus geweest om de werkzaamheden op 13 maart 2019 alsnog op te leveren''. De vormgeving van de aanvullende overeenkomst (handgeschreven op één A4-tje met alleen de namen van partijen eronder, terwijl de overeenkomst van 15 januari 2019 getypt is en door partijen voorzien van hun handtekeningen) illustreert dit onzelfstandige karakter.