Uitspraak
8RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting Wooncompagnie, h.o.d.n. Bouwcompagnie, Wooncompagnie en Blokcompagnie
1.[gedaagde 1]
[gedaagde 2]
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
huurbij vooruitbetaling te voldoen. Zij hebben echter een achterstand laten ontstaan. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] zijn ook na aanmaning en sommatie niet overgegaan tot betaling, zodat zij ook de buitengerechtelijke incassokosten van € 164,01 exclusief btw (€ 198,45 inclusief btw) moeten betalen. Gelet op het betalingsverzuim maakt Wooncompagnie ook aanspraak op de wettelijke rente van € 21,71, berekend tot 18 januari 2021. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben in totaal € 9.663,63 voldaan, zodat te vorderen resteert € 801,87.
4.Het verweer
5.De beoordeling
moetworden en [gedaagde 1] en [gedaagde 2] met een voorstel moeten komen. De regeling is vervolgens vervallen. De nieuwe regeling die daarna werd getroffen hield weer in dat er € 35,- per maand betaald moest worden, en ondanks het feit dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] weer aangeven dat het voor hen niet goed mogelijk is dit steeds voor de eerste van de maand te betalen, bleef dat wel de regeling. Het feit dat vervolgens niet altijd op tijd betaald werd, is de aanleiding geweest voor Wooncompagnie om een dagvaarding uit te brengen. Terwijl uit de tijdige betalingen van de huur en de regelmatige aflossingen bleek dat geen sprake is van niet willen betalen maar van niet kunnen betalen. Geen betalingsonwil dus.
moetworden herzien’ suggereren dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] verplicht waren een hoger maandbedrag te gaan aflossen. Dat Wooncompagnie heeft aangegeven dat het hier niet om een verplichting ging of dat er te praten viel over de betaaldatum heeft zij ter zitting wel gesteld maar niet onderbouwd, integendeel zij heeft op de zitting verklaard dat het hier om een ‘standaardmail’ ging. Wooncompagnie kon er dan ook in redelijkheid niet toe overgaan de regeling vervallen te verklaren. Zeker gezien de extra kosten die gemoeid zijn met een procedure als de onderhavige. De kantonrechter gaat er daarom van uit dat de regeling is blijven doorlopen zodat Wooncompagnie nu geen betaling ineens kan eisen. De vordering zal worden afgewezen. De kantonrechter merkt daarbij wel op dat dit betekent dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] de aflossingen moeten blijven voldoen.