Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de dagvaarding met producties,
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring met producties,
- de conclusie van antwoord in het vrijwaringsincident,
- het vonnis in het incident van 17 juni 2020,
- de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende de eis in reconventie met producties,
- de brief van 5 augustus 2020 met productie 8 van Vic Obdam,
- het tussenvonnis van 12 augustus 2020,
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties,
- de mondelinge behandeling van 23 maart 2021 en de daarbij overgelegde spreekaantekeningen van mr. Andriesse alsmede de door de griffier bij die gelegenheid gemaakte aantekeningen,
- de akte uitlating conclusie van antwoord in reconventie van Vic Obdam,
- de akte uitlaten wijziging eis van Ferross.
3.Feiten
4.Het geschil
in conventie
- € 286.243,07 (vier facturen WM26),
- € 26.164,18 (onderhanden werk WM26),
- € 11.947,- (gemaakte buitengerechtelijke kosten),
- € 63.530,64 (schade door ontbinding van het werk CM21).
5.De beoordeling
in conventie en in reconventie
“Zojuist is de bestelling van het materiaal de deur uit en zal ik je op de hoogte houden zodra wij gaan starten met de productie.”. Er werd op dat moment dus al uitvoering gegeven aan de overeenkomst. Dit betekent dat eventuele voorwaarden en eisen die Vic Obdam aan de orde heeft gesteld ná 15 maart 2019, niet zijn overeengekomen tussen partijen wat betreft WM26. Uit de e-mails die hiervoor zijn genoemd blijkt overigens dat partijen feitelijk heel weinig zijn overeengekomen over de inhoud van WM26. Dat betekent logischerwijs dat er weinig contractuele verplichtingen waren waarin Ferross tekort kon schieten.
“Let op Tata specs m.b.t. afwerken (P3)”en in de e-mail van 22 maart 2019 staat:
“even stilgestaan bij het P3 verhaal”.In deze e-mail staat nergens dat de TATA specs in hun algemeenheid zijn overeengekomen tussen partijen. De rechtbank volgt dat standpunt van Vic Obdam dan ook niet.
BAM dient met gecertificeerde bedrijven te werken of, indien BAM hiervan afwijkt, vooraf toestemming te vragen aan Tata Steel of zij met bedrijven mogen werken op basis van gelijkwaardigheid. Dat is tot op heden nog niet gedaan”. Ook is niet betwist dat TATA vóór het moment dat zij Ferross bezocht (6 mei 2019) niets wist van haar betrokkenheid. Vic Obdam had toestemming kunnen en moeten vragen en had een dergelijk bericht gemakkelijk in kopie kunnen sturen naar Ferross. Dat heeft zij echter niet gedaan. Dat komt voor rekening en risico van Vic Obdam. De ingebrekestelling van TATA aan BAM is dan ook op zichzelf geen grond voor ontbinding van de overeenkomsten tussen Vic Obdam en Ferross.
Vorderingen 1 t/m 4 (4 facturen WM26)
Vordering 5 (onderhanden werk)
Vordering 6 (buitengerechtelijke kosten)
Vordering 7 (schade CM21)
€ 4.982,00(2 punten x tarief € 2.491,)