Op 8 juli 2021 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 14/010219-00, betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een veroordeelde. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de TBS met één jaar toegewezen. De procedure begon met een vonnis van 29 mei 2001, waarbij de maatregel van terbeschikkingstelling werd opgelegd wegens poging tot doodslag. De termijn van de TBS is sindsdien meerdere keren verlengd, met de laatste verlenging op 26 mei 2020.
Tijdens de zitting op 24 juni 2021 werd de vordering behandeld, waarbij de betrokkene en zijn raadsvrouw, mr. M.T. Kouwenhoven, via een skypeverbinding aanwezig waren. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende processtukken, waaronder adviezen van een psychiater en de reclassering. De psychiater kon betrokkene niet onderzoeken omdat hij geen medewerking verleende, wat de beoordeling bemoeilijkte. De reclassering adviseerde om de TBS-maatregel te verlengen, gezien het recidivegevaar en de onduidelijkheid over het vervolgtraject.
De rechtbank overwoog dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen een verlenging van de TBS vereisen. De rechtbank concludeerde dat er nog steeds recidivegevaar bestaat en dat het nog geruime tijd kan duren voordat betrokkene geplaatst zal worden op de Dintel, een afdeling voor patiënten met een psychotische stoornis. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd, onder instandhouding van de bestaande voorwaarden.