ECLI:NL:RBNHO:2021:5661

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 juli 2021
Publicatiedatum
8 juli 2021
Zaaknummer
14/010219-00
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met één jaar

Op 8 juli 2021 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 14/010219-00, betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een veroordeelde. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de TBS met één jaar toegewezen. De procedure begon met een vonnis van 29 mei 2001, waarbij de maatregel van terbeschikkingstelling werd opgelegd wegens poging tot doodslag. De termijn van de TBS is sindsdien meerdere keren verlengd, met de laatste verlenging op 26 mei 2020.

Tijdens de zitting op 24 juni 2021 werd de vordering behandeld, waarbij de betrokkene en zijn raadsvrouw, mr. M.T. Kouwenhoven, via een skypeverbinding aanwezig waren. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende processtukken, waaronder adviezen van een psychiater en de reclassering. De psychiater kon betrokkene niet onderzoeken omdat hij geen medewerking verleende, wat de beoordeling bemoeilijkte. De reclassering adviseerde om de TBS-maatregel te verlengen, gezien het recidivegevaar en de onduidelijkheid over het vervolgtraject.

De rechtbank overwoog dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen een verlenging van de TBS vereisen. De rechtbank concludeerde dat er nog steeds recidivegevaar bestaat en dat het nog geruime tijd kan duren voordat betrokkene geplaatst zal worden op de Dintel, een afdeling voor patiënten met een psychotische stoornis. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd, onder instandhouding van de bestaande voorwaarden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Alkmaar
Meervoudige Kamer
Parketnummer: 14/010219-00
Uitspraakdatum: 8 juli 2021
Beslissing ex artikel 6:6:10 eerste lid Sv
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling van
[veroordeelde],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
verblijvende in FPK De Woenselse Poort te Eindhoven,
hierna: betrokkene,
met één jaar.

1.De procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de processtukken, waaronder:
- het vonnis van deze rechtbank van 29 mei 2001 waarbij aan betrokkene de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege is opgelegd, wegens, zakelijk weergegeven, poging tot doodslag. De termijn van de terbeschikkingstelling nam een aanvang op 13 juni 2001 en is daarna telkens verlengd;
- de beslissing van deze rechtbank van 26 mei 2020, waarbij de termijn van de terbeschikkingstelling is verlengd met één jaar en waarbij de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege onder instandhouding van de bij beslissing van 8 juni 2017 gestelde voorwaarden is gecontinueerd, en waarbij het verzoek van de raadsvrouw ambtshalve een zorgmachtiging te verlenen is afgewezen;
- een advies als bedoeld in artikel 6:6:12 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering, gedateerd 20 maart 2021, afkomstig van [deskundige], psychiater, niet verbonden aan de kliniek;
- het verlengingsadvies terbeschikkingstelling, gedateerd 31 maart 2021, afkomstig van de reclassering en opgemaakt door [reclasseringswerker], reclasseringswerker Leger des Heils Oost Brabant
;
- de voortgangsverslagen van 3 juni 2020, 23 september 2020, 4 november 2020, 2 december 2020, 31 maart 2021 en 11 juni 2021.
Bovengenoemde vordering is op 14 april 2021 bij de rechtbank ingediend.
Op 24 juni 2021 is de vordering op een openbare terechtzitting behandeld. Betrokkene en zijn raadsvrouw mr. M.T. Kouwenhoven, advocaat te Eindhoven, zijn gehoord via een skypeverbinding. Op de terechtzitting waren aanwezig de officier van justitie en voornoemde reclasseringswerker [reclasseringswerker].
De onafhankelijke psychiater [deskundige] heeft schriftelijk bericht niet bij de behandeling op de terechtzitting aanwezig te kunnen zijn.
Van het verhandelde tijdens deze zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

2.Het advies van de psychiater

Het rapport van de psychiater [deskundige] houdt in dat betrokkene geen medewerking heeft verleend aan het psychiatrisch onderzoek, waardoor hij betrokkene niet zelf heeft kunnen onderzoeken en hij niet in staat is de hem gestelde vragen te beantwoorden.

3.Het advies van de reclassering.

Het advies van de reclassering van 31 maart 2021 strekt tot verlenging van de huidige TBS-maatregel met één jaar en houdt, voor zover relevant, het volgende in:
Tijdens de laatste verlengingszitting deed de Rechtbank Noord-Holland een dringend appèl op de kliniek om de mogelijkheden tot interne overplaatsing nogmaals serieus te onderzoeken.
Recentelijk werd een uitgebreid risicotaxatie onderzoek gedaan ter voorbereiding op een hernieuwde aanmelding bij de Dintel, een reguliere afdeling voor patiënten met een psychotische stoornis op het terrein van Landgoed De Grote Beek, alwaar ook De Woenselse Poort gevestigd is. Op 6 april 2021 staat een intakegesprek gepland in het bijzijn van rapporteur. Uitgaande van een positieve indicatie wil rapporteur in het komende jaar bezien of betrokkene aanhaakt bij deze afdeling. Dit als opmaat naar een onvoorwaardelijke beëindiging van de huidige TBS maatregel, respectievelijk een Zorgmachtiging in het kader van artikel 2.3, eerste lid, Wet Forensische Zorg (WFZ) jo. art. 6:5, aanhef en onderdeel a, Wet verplichte Geestelijke Gezondheidszorg (WvGGZ).
Het risico op recidive wordt ingeschat als gemiddeld.
Het risico op letselschade wordt ingeschat als gemiddeld.
Het risico op onttrekken aan voorwaarden wordt ingeschat als gemiddeld.
Advies:
Gelet op het immer aanwezige recidivegevaar en de onduidelijkheid over het vervolgtraject, adviseren wij een verlenging van de huidige TBS maatregel. Om voldoende druk op de ketel te houden c.q. de rechtbank in de gelegenheid te stellen om de vinger nauw aan de pols te blijven houden, pleiten wij voor een hernieuwde strafrechtelijke toetsing over 1 jaar.
Uit het voortgangsverslag van 11 juni 2021 van [reclasseringswerker] volgt dat op 20 april 2021 het langverwachte intakegesprek bij de Dintel heeft plaatsgevonden. Mede ondersteund door de regiebehandelaar, verpleegkundige en de rapporteur presenteerde betrokkene zich op adequate wijze en op 28 april 2021 kreeg rapporteur te horen dat betrokkene positief was geïndiceerd voor verblijf op de Dintel en dat betrokkene is geplaatst op een wachtlijst. Naar verwachting laat de plaatsing nog wel even op zich wachten: maximaal 1 jaar. Afgesproken is dat de plaatsing na drie maanden wordt geëvalueerd in het bijzijn van rapporteur.
De rapporteur [reclasseringswerker] heeft bij de behandeling van de vordering ter terechtzitting het advies gehandhaafd en nader toegelicht. De rapporteur zal zich inspannen om betrokkene zo snel mogelijk geplaatst te krijgen op de Dintel. Tijdens het verblijf op de Dintel kan vervolgens worden toegewerkt naar beëindiging van de maatregel. Het komende jaar moet worden bezien of betrokkene, na plaatsing, zijn draai kan vinden op de Dintel. Betrokkene is heel gevoelig voor verandering. De rapporteur geeft aan dat hij het als zijn taak ziet om de overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft, onder verwijzing naar de inhoud van het advies van de Reclassering en de aanvullende informatie uit het voortgangsverslag van 11 juni 2021 over de plaatsing op de Dintel en de door de getuige [reclasseringswerker] gegeven toelichting, gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar. De officier van justitie heeft daarbij de hoop uitgesproken dat betrokkene snel geplaatst zal worden op de Dintel en daar zijn draai zal vinden, zodat toegewerkt kan worden naar beëindiging van de maatregel.

5.Het standpunt van betrokkene

Betrokkene heeft naar voren gebracht dat het sinds het toekennen van de zorgmachtiging bergafwaarts met hem is gegaan. Hij zegt kapot te gaan aan de dwangmedicatie. Betrokkene is het eens met plaatsing op de Dintel. Hij geeft aan dat hij aan de ene kant uitziet naar overplaatsing, maar dat hij aan de andere kant eigenlijk ook goed zit op zijn huidige afdeling. Het liefst wil hij dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt beëindigd, omdat hij dit niet nodig vindt.

6.Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat overplaatsing naar de Dintel voor betrokkene een grote stap voorwaarts is. Hij weet dat hij moet wachten op een plek. Primair heeft de raadsvrouw verzocht de vordering van de officier van justitie af te wijzen, nu betrokkene verlenging van de maatregel niet nodig vindt. Subsidiair heeft de raadsvrouw aangevoerd dat de haven in zicht is en dat zij zich daarom zal refereren aan het oordeel van de rechtbank.

7.De beoordeling

De rechtbank overweegt dat betrokkene in de gelegenheid is gesteld mee te werken aan het onderzoek van de psychiater en hij de keuze heeft gemaakt dit niet te doen. De weigering mee te werken aan het psychiatrisch onderzoek staat niet in de weg aan een eventuele verlenging van de TBS-maatregel.
De rechtbank is, gelet op het reclasseringsadvies, het voortgangsverslag van 11 juni 2021 en de toelichting hierop door de getuige [reclasseringswerker], van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling van betrokkene vereist met één jaar.
Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De rechtbank overweegt daarbij dat er nog steeds recidivegevaar bestaat en dat het nog geruime tijd kan duren voordat betrokkene geplaatst zal worden op de Dintel. Zoals ook door de getuige naar voren is gebracht, zal betrokkene daar eerst zijn draai moeten vinden, voordat kan worden toegewerkt naar beëindiging van de maatregel.

8.De beslissing

De rechtbank:
Wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van [veroordeelde], met
1 (één) jaar, onder instandhouding van de bestaande algemene en bijzondere voorwaarden.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Deze beslissing is gegeven door
mr. L. Boonstra, voorzitter,
mr. R.M. Steinhaus en mr. C.H. de Jonge van Ellemeet, rechters,
in tegenwoordigheid van G.A.M. Delis, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 8 juli 2021.