ECLI:NL:RBNHO:2021:5784

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 juli 2021
Publicatiedatum
13 juli 2021
Zaaknummer
C/15/317702 / HA RK 21-121
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een voorlopig deskundige in een civiele procedure met betrekking tot gewasbeschermingsmiddelen

In deze beschikking van de Rechtbank Noord-Holland, gegeven op 9 juli 2021, is een verzoek tot benoeming van een voorlopig deskundige behandeld. De verzoeksters, Landmanslust B.V. en Crop Alliance B.V., hebben de rechtbank verzocht om een deskundige te benoemen in verband met schade die zij stellen te hebben geleden door onjuiste advisering over gewasbeschermingsmiddelen bij de teelt van zilveruien. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onverwijlde spoed, zoals bedoeld in artikel 203 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, en heeft besloten om zonder mondelinge behandeling te beschikken.

De rechtbank heeft de heer [betrokkene] van [betrokkene] Crop Protection Consultancy benoemd als deskundige. De deskundige zal vragen beantwoord moeten worden over de bespuitingen, de weersomstandigheden, de grondsoort en de schade aan de percelen. De rechtbank heeft ook de kosten van het deskundigenonderzoek vastgesteld op € 6.175,- inclusief btw, met een mogelijkheid voor extra kosten van € 998,- voor een financieel/economisch deskundige. De verzoeksters zijn verplicht om het voorschot voor de kosten van de deskundige te storten op de derdenrekening van hun advocaten.

De rechtbank heeft benadrukt dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige en dat zij alle relevante informatie moeten verstrekken. De deskundige moet binnen drie maanden na betaling van het voorschot een schriftelijk rapport indienen, waarin ook de opmerkingen van partijen over het concept-rapport moeten worden verwerkt. De beschikking is openbaar uitgesproken door de rechters S.M. Auwerda en M. Flipse.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rekestnummer: C/15/317702 / HA RK 21-121
Beschikking van 9 juli 2021
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LANDMANSLUST B.V.,
gevestigd te 's-Gravenpolder, gemeente Borsele,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CROP ALLIANCE B.V.,
gevestigd te gemeente Borsele,
verzoeksters,
advocaten mrs. W.M. Bijloo en mr. V.C. Hofman te Middelharnis,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CAV AGROTHEEK B.V.,
gevestigd te Wieringerwerf, gemeente Hollands Kroon,
verweerster,
advocaat mr. R.L.S.M. Pessers te Rotterdam.
Verzoeksters zullen hierna “Landmanslust c.s.” en verweerster zal hierna “CAV” worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingekomen op 24 juni 2021 (met producties 1 tot en met 50),
  • de brief van de rechtbank van 29 juni 2021 aan CAV met daarbij gevoegd het verzoekschrift en het verzoek uiterlijk 6 juli 2021 een reactie te geven op het verzoek,
  • het faxbericht van 1 juli 2021 van mr. Hofman,
  • het verweerschrift van 6 juli 2021 (met producties 1 tot en met 4),
  • het faxbericht van 7 juli 2021 van mrs. Bijloo en Hofman,
  • het faxbericht van 7 juli 2021 van mr. Pessers.

2.Het verzoek en het verweer

2.1.
Landmanslust c.s. meent dat CAV tekort is geschoten in de advisering omtrent het te gebruiken gewasbeschermingsmiddel bij geteelde zilveruien van Landmanslust c.s., althans dat haar gelet daarop onrechtmatig handelen verweten kan worden. Landmanslust c.s. houdt CAV aansprakelijk voor de schade die zij als gevolg van deze advisering hebben geleden dan wel nog zullen lijden. Landmanslust c.s. verzoekt de rechtbank een voorlopig deskundigenbericht te gelasten en hebben een aantal vragen geformuleerd die aan de deskundige gesteld kunnen worden. Landmanslust c.s. verzoekt de rechtbank om de heer [betrokkene] van [betrokkene] Crop Protection Consultancy te benoemen als deskundige.
2.2.
Landmanslust c.s. stelt dat er in de onderhavige zaak sprake is van onverwijlde spoed op grond van artikel 203 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv). Zilveruien zijn een organisch product, de afgestorven plantjes verteren zeer snel. Het gebruikte gewasbeschermingsmiddel Wing P is door tijdsverloop steeds moeilijker te detecteren. Daarbij komt dat de zilveruien vanaf 16 juli 2021 zullen worden geoogst. Het is volgens Landmanslust c.s. essentieel dat de deskundige de zilveruien voor de oogst op het land heeft gezien. Daar zijn immers de sporen van het spuitwerk te zien, de groeiverschillen tussen uitval van de zilveruien, de hoeveelheid zilveruien en het beteelde oppervlak. Daarnaast zal de deskundige voor de oogst moeten bepalen hoe bijvoorbeeld het gewicht en de maat van de zilveruien moeten worden vastgesteld.
2.3.
CAV betwist de door Landmanslust c.s. weergegeven feiten. Volgens CAV zijn er meerdere mogelijke oorzaken voor de door Landmanslust c.s. gestelde schade. CAV verzoekt de rechtbank, indien het verzoek van Landmanslust c.s. wordt toegewezen, aan Landmanslust c.s. op te leggen dat zij aan de deskundige en CAV volledige inzage dient te geven in
allebespuitingen die in 2020 en 2021 in de teelt van zilveruien zijn uitgevoerd. Daarnaast dient Landmanslust c.s. de onderzoekresultaten van de genomen grondmonsters met de deskundige en CAV te delen. CAV kan zich indien Landmanslust c.s. deze gegevens verstrekt instemmen met het verzochte voorlopige deskundigenonderzoek en met de voorgestelde deskundige. CAV stelt een alternatieve en uitgebreidere vraagstelling voor.

3.De beoordeling

3.1.
Uit het verweerschrift en de berichten die daarna door partijen aan de rechtbank zijn gezonden blijkt dat CAV er mee kan instemmen dat een voorlopig deskundige wordt benoemd, geen verweer voert tegen de voorgestelde deskundige én dat Landmanslust c.s. zich niet verzet tegen de door CAV voorgestelde vraagstelling aan de deskundige. Daarnaast heeft Landmanslust c.s. geen inhoudelijk verweer gevoerd tegen de stelling van CAV dat Landmanslust c.s. aan de deskundige en CAV volledige inzage dient te geven in
allebespuitingen die in 2020 en 2021 in de teelt van zilveruien zijn uitgevoerd. Ook heeft Landmanslust c.s. geen verweer gevoerd tegen het verzoek van CAV dat Landmanslust c.s. de onderzoekresultaten van de genomen grondmonsters met de deskundige en CAV dient te delen. Het verzoek, dat op de wet is gegrond, kan op grond van deze omstandigheden dan ook worden toegewezen op de hierna te bepalen wijze.
3.2.
Op grond van artikel 203 lid 3 Rv kan bij gevallen van onverwijlde spoed op het verzoek worden beschikt zonder dat een mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden. De rechtbank is van oordeel dat Landmanslust c.s. voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van onverwijlde spoed zoals genoemd in voormeld wetsartikel. Om die reden heeft in deze zaak geen mondelinge behandeling plaatsgevonden.
3.3.
De rechtbank zal overgaan tot benoeming van de door Landmanslust c.s. voorgestelde deskundige. Aan deze deskundige zullen de in de beslissing vermelde vragen worden voorgelegd.
3.4.
Partijen zijn vooraf op de hoogte gesteld van de door de te benoemen deskundige opgegeven kostenbegroting van € 6.175,- inclusief btw en de kosten voor het eventueel extra in te huren deskundige € 998,- inclusief btw. Deze extra in te huren deskundige is een financieel/economisch deskundige voor het berekenen van de financiële consequenties ten aanzien van de economische schade die optreedt na oogst. In deze kostenbegroting is niet meegenomen het aantal te nemen gewas- en/of grondmonsters van de verschillende percelen om resten van gewasbeschermingsmiddelen aan te tonen. Partijen hebben op deze kostenbegroting geen opmerkingen gemaakt, zodat de rechtbank deze kostenbegroting zal volgen. De rechtbank merkt op dat de deskundige zijn kostenbegroting heeft opgesteld aan de hand van de vraagstelling zoals deze in het verzoekschrift is opgenomen. De vraagstelling die uiteindelijk aan de deskundige wordt gesteld is uitgebreider. De rechtbank gaat er vanuit – zoals dat ook in de leidraad deskundigen staat omschreven, zie ook 4.10 – dat als de deskundige blijkt dat zijn kostenbegroting niet toereikend is, de deskundige daarover contact opneemt met de rechtbank.
3.5.
De rechtbank ziet geen aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt van de wet, dat het voorschot op de kosten van de deskundige in beginsel door de verzoekende partij moet worden gedeponeerd. Dit voorschot zal daarom door Landmanslust moeten worden betaald. Gelet op het spoedkarakter van deze zaak heeft Landmanslust c.s. voorgesteld dat het voorschot wordt gestort op de derdenrekening van het kantoor van de advocaten van Landmanslust c.s., zodat de deskundige aan de slag kan. De rechtbank zal Landmanslust c.s. in dit voorstel volgen, met dien verstande dat Landmanslust c.s. van deze storting wel een bewijs dient te overleggen. De rechtbank heeft op 9 juli 2021 het bewijs van storting ontvangen. De rechtbank zal aan de deskundige derhalve opdracht geven het onderzoek uit te voeren. Landmanslust c.s. dient daarna het voorschot over te maken aan het LDCR, zoals bepaald in 4.6.
3.6.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
3.7.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
I. Zou u voor elk van de in randnummer 2.1 van het verzoekschrift vermelde percelen in kaart willen brengen wanneer bespuitingen zijn uitgevoerd en met welke middelen en doseringen?
II. Zou u voor elk van de genoemde percelen de weerssituatie (neerslaghoeveelheid- en intensiteit, eventuele hagel-, stof- of zandstormen, etc.) ter plaatse in de periode vanaf zaaien tot het moment van onderzoek zo goed mogelijk in kaart willen brengen?
III. Zou u voor elk van de genoemde percelen de grondsoort (die eveneens van invloed kan zijn) in kaart willen brengen?
IV. Zou u voor elk van de genoemde percelen in kaart willen brengen of er sprake is van schade en zo ja, zou u deze schade zo goed mogelijk willen beschrijven en documenteren?
V. Zou u voor elk van genoemde percelen in geval van schade willen aangeven wat de mogelijke oorzaken zijn van deze schade en of u met zekerheid de juiste oorzaak kunt vaststellen, in welk geval u verzocht wordt die oorzaak te benoemen en toe te lichten op basis waarvan u meent dat dit de oorzaak is? In dit verband is van belang dat er meerdere herbiciden (ook voor opkomst) zijn gebruikt. Ook voor wat betreft die herbiciden kan sprake zijn van inspoeling. Derhalve dient naast de invloed van (inspoeling van) Wing P ook de invloed van (inspoeling van) Stomp, AZ 500, Pyramin en Chloor IPC meegenomen te worden in de beoordeling.
VI. Zou u voor elk van genoemde percelen per mogelijke oorzaak de omvang van de schade kunnen vaststellen voor zover dat mogelijk is?
VII. Heeft u overigens nog opmerkingen die voor de beoordeling van dit geschil van belang kunnen zijn?
4.2.
benoemt tot deskundige:
[adres]
het voorschot
4.3.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op het door de deskundige begrote bedrag van € 6.175,- inclusief btw, en dat van een eventueel extern in te huren deskundige op € 998,- inclusief btw, derhalve een totaal bedrag van € 7.173,- (inclusief btw),
4.4.
bepaalt dat Landmanslust c.s. aan de rechtbank een afschrift van overmaking van het voorschot € 7.173,- aan de derdenrekening Stichting Beheer Derdengelden De Hollander Advocaten te Middelharnis [rekeningnummer] o.v.v. “voorschot deskundigenrapport en C/15/317702/ HA RK 21-121” dient te verstrekken,
4.5.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot zoals bedoeld onder 4.5,
4.6.
bepaalt dat Landmanslust c.s. het voorschot van € 7.173,- dient over te maken
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
het onderzoek
4.7.
bepaalt dat Landmanslust c.s. haar procesdossier in afschrift aan de deskundige dienen te doen toekomen,
4.8.
bepaalt dat Landmanslust c.s. verder aan respectievelijk met de deskundige en CAV:
  • volledige inzage dient te geven in
  • de onderzoekresultaten van de genomen grondmonsters dient te delen,
4.9.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
4.10.
wijst de deskundige er op dat:
  • de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de
  • de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,
  • de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
  • de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid dient te bieden dit onderzoek bij te wonen; indien slechts één partij, althans niet alle partijen, bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan,
  • indien partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd,
4.11.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken indien deze daarom verzoekt, de deskundige toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek,
het schriftelijk rapport
4.12.
draagt de deskundige op om uiterlijk drie maanden na het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,
4.13.
wijst de deskundige er op dat:
  • uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
  • de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
4.14.
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.M. Auwerda en in het openbaar uitgesproken door mr. M. Flipse op 9 juli 2021. [1]

Voetnoten

1.type: MKG