ECLI:NL:RBNHO:2021:5994

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 juli 2021
Publicatiedatum
16 juli 2021
Zaaknummer
8236326 \ CV EXPL 19-19669
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van luchtreis en buitengewone omstandigheden

In deze zaak hebben twee passagiers een vordering ingesteld tegen Austrian Airlines Aktiengesellschaft wegens compensatie voor vertraging van hun vlucht. De passagiers hadden een vervoersovereenkomst gesloten voor een reis van Zagreb via Wenen naar Amsterdam op 8 september 2019. Door een vertraging van de vlucht van Zagreb naar Wenen hebben zij hun aansluitende vlucht gemist. De passagiers vorderden compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij vertragingen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers met meer dan drie uur vertraging op hun eindbestemming zijn aangekomen, wat hen recht geeft op compensatie, tenzij de vervoerder kan aantonen dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden. De vervoerder voerde aan dat de vertraging het gevolg was van een wijziging van het slot door de luchtverkeersleiding, wat volgens hen een buitengewone omstandigheid vormde. De kantonrechter oordeelde dat de vervoerder voldoende had aangetoond dat de vertraging uitsluitend het gevolg was van het intrekken van het oorspronkelijke slot en dat de passagiers niet in hun procesbelang waren geschaad door de stelplicht.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van de passagiers afgewezen, omdat de vervoerder had aangetoond dat zij alle redelijke maatregelen hadden getroffen om de vertraging te voorkomen. De passagiers werden veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken door mr. S.N. Schipper op 7 juli 2021.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8236326 \ CV EXPL 19-19669
Uitspraakdatum: 7 juli 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[passagier sub 1]

2.
[passagier sub 2]
beiden wonende te [woonplaats]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen de passagiers
gemachtigde mr. D.E. Lof
tegen
de rechtspersoon naar Oostenrijks recht
Austrian Airlines Aktiengesellschaft
gevestigd te Wenen (Oostenrijk) onder andere kantoorhoudende te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
hierna te noemen de vervoerder
gemachtigde mr. E.C. Douma

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 13 november 2019 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan laatstgenoemde de passagiers diende te vervoeren van Pleso Airport, Zagreb (Kroatië) via Vienna International Airport, Wenen naar Amsterdam-Schiphol Airport op 8 september 2019.
2.2.
De vlucht van Zagreb naar Wenen heeft vertraging opgelopen, waarna de passagiers de aansluitende vlucht hebben gemist.
2.3.
Airhelp heeft namens de passagiers compensatie van de vervoerder gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering en het verweer

3.1.
De passagiers vorderen dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 500,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf datum vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 75,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00 per passagier.
3.3.
De vervoerder betwist de vordering. Op zijn verweer wordt bij de beoordeling ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
De vervoerder heeft betoogd dat de passagiers niet aan hun substantiëringsplicht hebben voldaan omdat zij hebben nagelaten te vermelden hoe laat zij te Schiphol zijn aangekomen. De kantonrechter overweegt dat de substantiëringsplicht niet inhoudt dat de passagiers de exacte aankomsttijd op de eindbestemming en de manier waarop zij daarheen zijn vervoerd moet vermelden, maar dat zij de bekende verweren van gedaagde en de gronden daarvoor dienen te vermelden, zodat het geschil reeds in de dagvaarding zo volledig mogelijk wordt weergegeven. Gesteld noch gebleken is dat het verweer van de vervoerder reeds bij de passagiers bekend was. De kantonrechter zal dan ook aan dit verweer van de vervoerder voorbijgaan. Voor zover de vervoerder heeft bedoeld dat de passagiers niet hebben voldaan aan de stelplicht, wordt opgemerkt dat de passagiers in repliek hebben gesteld dat zij de volgende ochtend om 09:21 uur lokale tijd te Schiphol zijn aangekomen, hetgeen de vervoerder niet heeft betwist. Hiermee is het gebrek in de stelplicht van de passagiers hersteld. De kantonrechter oordeelt dat de vervoerder hierdoor niet in zijn procesbelang is geschaad, nu de vervoerder de gelegenheid had hierop bij dupliek te reageren en hij ook al in de conclusie van antwoord inhoudelijk verweer heeft gevoerd tegen de vordering, welk verweer niet afhankelijk is van de precieze aankomsttijd van de passagiers op de eindbestemming.
4.3.
Vast staat dat de passagier met een vertraging van meer dan drie uur is aangekomen op de eindbestemming, zodat de vervoerder op grond van de Verordening in beginsel gehouden is de compensatie als bedoeld in de Verordening te voldoen. Dit is anders indien hij kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening. Gelet op het arrest Wallentin-Hermann (C-549/07) van het Hof van 22 december 2008 dient de vervoerder in het voorkomende geval aan te tonen dat hij zelfs met de inzet van alle beschikbare materiële en personeelsmiddelen de buitengewone omstandigheden kennelijk niet had kunnen vermijden – behoudens indien hij op het relevante tijdstip onaanvaardbare offers uit het oogpunt van de mogelijkheden van zijn onderneming had gebracht – dat de buitengewone omstandigheden waarmee hij werd geconfronteerd tot de langdurige vertraging van de vlucht leidden.
4.4.
De vervoerder betoogt dat voor de uitvoering van vlucht OS678 van Zagreb naar Wenen, vlucht OS677 van Wenen naar Zagreb gepland stond om 15:15 uur UTC te vertrekken. Om 13:15 uur UTC trok de luchtverkeersleiding echter het oorspronkelijke slot in en verving die voor een slot van 15:55 uur UTC. Het slot werd nog een aantal maal gewijzigd totdat een slot van 16:11 uur UTC is opgelegd. Vlucht OS677 heeft dit slot gebruikt en is om 16:08 uur UTC opgestegen. Ook de slot history vermeldt vertragingscode 81; door de luchtverkeersleiding opgelegde beperkingen. De vertragingscodes 93 (vertraging voorafgaande vlucht) en 96C (secundary technical reason) hebben geen rol gespeeld bij de vertrekvertraging. Formeel is sprake van samenloop. De vertrekvertraging is uitsluitend het gevolg van het intrekken van het oorspronkelijke slot. De bemanning van de vlucht moet gevolg geven aan de instructies van de luchtverkeersleiding, ongeacht waarom de luchtverkeersleiding een bepaalde instructie geeft, aldus de vervoerder. Vlucht OS677 is met een vertraging van 44 minuten in Zagreb aangekomen. Uit het vluchtrapport van vlucht OS678 volgt dat de vlucht in kwestie 44 minuten vertraging heeft opgelopen vanwege de vertraagde uitvoering van de voorafgaande vlucht. Daarnaast kreeg ook vlucht OS678 te maken met een nieuwe slottijd waardoor de vertraging met 12 minuten is toegenomen. Vlucht OS678 kwam om 18:30 uur UTC/20:30 uur lokale tijd, met een vertraging van 50 minuten, in Wenen aan. De passagiers hebben als gevolg hiervan de aansluitende vlucht met vertrektijd 20:15 uur lokale tijd gemist, aldus nog steeds de vervoerder.
4.5.
De vervoerder heeft naar het oordeel van de kantonrechter met de door hem overgelegde stukken en zijn toelichting daarop voldoende aangetoond dat de luchtverkeersleiding meerdere malen een nieuw slot heeft opgelegd aan de voorafgaande vlucht en de vlucht in kwestie. Het betreffen besluiten die specifiek waren gericht aan het toestel waarmee de vlucht is uitgevoerd wegens vertragingscode 81 (ATFM due to ATC EN-ROUTE DEMAND/CAPACITY, standard demand/capacity problems). Wanneer een vlucht een nieuw slot opgelegd krijgt, heeft deze vlucht niet de mogelijkheid om toch eerder te vertrekken. Een nieuw slot opgelegd door de luchtverkeersleiding moet immers altijd worden opgevolgd. Door de passagiers is niet betwist dat sprake is van samenloop tussen de drie vertragingscodes (code 93 code 96B code 81) van de voorafgaande vlucht, omdat het oorspronkelijk slot al was ingetrokken, zodat vast is komen de staan dat de vertraging uitsluitende het gevolg is van het intrekken en opleggen van een nieuw slot. De kantonrechter is van oordeel dat deze vertraging doorwerkt op de onderhavige vlucht. Uit het vluchtrapport van vlucht OS678 volgt immers dat de vlucht 44 minuten vertraging heeft opgelopen vanwege de vertraagde uitvoering van de voorafgaande vlucht. Eveneens heeft de vervoerder voldoende aangetoond dat ook vlucht OS678 te maken kreeg met een nieuw slot. Daarbij is voldoende gebleken dat de uiteindelijke (langdurige) vertraging van de passagiers van meer dan drie uur op de eindbestemming het directe gevolg is geweest van de vertraagde uitvoering van de voorafgaande en de onderhavige vlucht. De vertraging ontstaan als gevolg van de buitengewone omstandigheden heeft het immers voor de passagiers onmogelijk gemaakt om de aansluitende vlucht naar Amsterdam-Schiphol Airport te halen.
4.6.
Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging van de passagiers te voorkomen dan wel te beperken. Tussen de twee aansluitende vluchten was een overstaptijd van 35 minuten gepland. Een dergelijke overstaptijd wordt door de kantonrechter als onvoldoende gekwalificeerd, aangezien de minimale overstaptijd te Wenen 25 minuten is en in beginsel een minimale buffer van 20 minuten noodzakelijk wordt geacht. De passagiers hadden te Wenen echter een aankomstvertraging van 44 minuten zodat zij, ook al zou de vervoerder voldoende reservetijd in acht hebben genomen, de aansluitende vlucht niet meer konden halen. De vervoerder heeft voorts toegelicht dat hij de passagiers naar het eerst mogelijke alternatief, waarop plaatsen beschikbaar waren, heeft omgeboekt. De passagiers hebben dit niet betwist. Niet gebleken is dat er in de gegeven omstandigheden meer van de vervoerder kon worden verwacht. De door de passagiers verzochte compensatie met de daarover verzochte wettelijke rente zal daarom worden afgewezen.
4.7.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat deze ongelijk krijgen.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 248,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder;
5.3.
verklaart dit vonnis, voor wat betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter